ECLI:NL:RBROT:2024:8242

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 augustus 2024
Publicatiedatum
2 september 2024
Zaaknummer
C/10/682341 / KG ZA 24-683
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van conservatoire beslagen in kort geding tussen Three Seas Services c.s. en V-Wave Shipping

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vorderden de eisers, bestaande uit verschillende vennootschappen waaronder Three Seas Services B.V. en NEPA SHIPPING B.V., de opheffing van conservatoire beslagen die door de gedaagde, V-Wave Shipping S.A., waren gelegd. V-Wave Shipping had deze beslagen gelegd naar aanleiding van een vordering uit hoofde van een bevrachtingsovereenkomst en onrechtmatige daad, waarbij zij stelde dat Haven Klup B.V. haar activiteiten had gestaakt en dat de eisers deze activiteiten zonder vergoeding hadden voortgezet. De voorzieningenrechter had eerder verlof verleend voor het leggen van beslag op de bankrekeningen en de woning van de eisers, maar in deze procedure werd door de eisers gesteld dat zij voldoende zekerheid hadden gesteld in de vorm van een bankgarantie van ABN AMRO Bank N.V.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de door de eisers aangeboden zekerheid in principe voldoende was en dat de belangenafweging in het voordeel van de eisers uitviel. De voorzieningenrechter benadrukte dat V-Wave Shipping niet had aangetoond dat de belangenafweging in haar voordeel moest uitvallen, ondanks de gestelde zekerheid. De voorzieningenrechter hefte daarom de conservatoire beslagen op, omdat de belangen van de eisers bij opheffing zwaarder wogen dan die van V-Wave Shipping bij handhaving van de beslagen. Tevens werd V-Wave Shipping veroordeeld in de proceskosten van de eisers, die op € 2.085,37 werden begroot, en werd het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/682341 / KG ZA 24-683
Vonnis in kort geding van 29 augustus 2024
in de zaak van

1.THREE SEAS SERVICES B.V.,

2.
NEPA SHIPPING B.V.,
3.
MED ASIA SHIPPING B.V.,
4.
NEPA BEHEER B.V.,
5.
NEPA HOLDING B.V.,
6.
[eiser sub 6],
vestigingsplaats: Ouderkerk aan de Amstel,
7.
[eiser sub 7],
woonplaats: Santpoort-Zuid,
eisers,
advocaten mrs. M.J.R. Jansen en A.D. van Dalen te Utrecht,
tegen
V-WAVE SHIPPING S.A.,
vestigingsplaats: Monrovia (Liberia),
gedaagde,
advocaten mrs. M.M. van Leeuwen en B.G.F. Simons te Rotterdam.
De partijen worden hierna ‘Three Seas Services c.s.’ en ‘V-Wave Shipping’ genoemd.

1.Waar gaat de zaak over?

1.1.
V-Wave Shipping is van mening dat zij een vordering heeft op Haven Klup B.V. (‘Haven Klup’) uit hoofde van een bevrachtingsovereenkomst en een vordering op Three Seas Services c.s., als directe en indirecte bestuurders en aandeelhouders / gelieerde maatschappen van Haven Klup, uit hoofde van onrechtmatige daad. Die onrechtmatige daad zou eruit bestaan dat Haven Klup haar activiteiten eind 2021 heeft gestaakt en dat die activiteiten door Three Seas Services c.s. zijn voortgezet, zonder dat daarvoor een vergoeding is betaald. De voorzieningenrechter in deze rechtbank heeft V-Wave Shipping in een beschikking van 31 mei 2024 (‘de verlofbeschikking’) – kort gezegd – definitief verlof verleend om ten laste van Haven Klup en Three Seas Services c.s. conservatoir beslag te leggen, waarbij de vordering van V-Wave Shipping op Haven Klup is begroot op USD 1.566.400,00 (inclusief rente en kosten) en de vordering van V-Wave Shipping op Three Seas Services c.s. op USD 130.000,00 (inclusief rente en kosten).
1.2.
V-Wave Shipping heeft vervolgens conservatoir beslag gelegd ten laste van Three Seas Services c.s., meer specifiek op (zakelijke en privé) bankrekeningen van Three Seas Services c.s. en op de woning van eiser sub 7. In deze zaak vorderen Three Seas Services c.s. dat die beslagen worden opgeheven. Zij leggen daaraan ten grondslag dat zij, overeenkomstig de overwegingen in de verlofbeschikking, zekerheid hebben gesteld door middel van een bankgarantie van ABN AMRO Bank N.V. op basis van het Rotterdamse Garantieformulier 2008.
1.3.
V-Wave Shipping is het niet eens met de vordering van Three Seas Services c.s. Volgens V-Wave Shipping is er een onvolledige garantie door Three Seas Services c.s. gesteld, die Haven Klup ten onrechte niet vermeldt en die geen recht doet aan (de strekking van) de verlofbeschikking. Er is in de ogen van V-Wave Shipping dan ook geen voldoende zekerheid gesteld, zoals bedoeld in artikel 705 Rv. Bovendien wegen de belangen van V-Wave Shipping bij behoud van de beslagen in deze omstandigheden zwaarder dan de belangen van Three Seas Services c.s. bij opheffing daarvan.
1.4.
De voorzieningenrechter heft de conservatoire beslagen op de bankrekeningen en de woning op. De redenen hiervoor worden hierna toegelicht.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 juli 2024, met bijlagen 1 tot en met 7;
  • de conclusie van antwoord, met bijlagen V1 tot en met V12;
  • de aanvulling op bijlage V12 van V-Wave Shipping;
  • de brief van 20 augustus 2024 van Three Seas Services c.s., met bijlage 8;
  • de e-mail van 21 augustus 2024 van V-Wave Shipping, met een bijlage;
  • de mondelinge behandeling op 22 augustus 2024;
  • de pleitnota van mr. Van Dalen;
  • de pleitnotitie van mrs. Van Leeuwen en Simons.

3.De beoordeling

Opheffing van een conservatoir beslag in het algemeen

3.1.
Als conservatoir beslag is gelegd voor een geldvordering, dan kan de opheffing van dat beslag onder meer worden bevolen als voor die vordering voldoende zekerheid is gesteld (artikel 705 lid 2 Rv).
De door Three Seas Services c.s. aangeboden zekerheid is in principe voldoende
3.2.
Three Seas Services c.s. hebben zekerheid gesteld door middel van een bankgarantie van ABN AMRO Bank N.V. overeenkomstig het – in de praktijk veelvuldig gebruikte – Rotterdams Garantieformulier 2008. Die bankgarantie biedt in principe voldoende zekerheid als bedoeld in artikel 705 lid 2 Rv. Het enkele feit dat onder deze garantie pas kan worden getrokken als er een toewijzend vonnis is gewezen dat in kracht van gewijsde is gegaan, maakt dit niet anders. Tegenover dit mogelijke bezwaar tegen zekerheid door middel van een dergelijke bankgarantie in vergelijking met conservatoir beslag staan namelijk voordelen voor de schuldeiser, zoals het feit dat V-Wave Shipping met een bankgarantie in de hand geen last heeft van mogelijke andere schuldeisers. Bij deze stand van zaken kan niet gezegd worden dat de door Three Seas Services c.s. gestelde zekerheid onvoldoende is.
De belangenafweging valt uit in het voordeel van Three Seas Services c.s.
3.3.
Het voorgaande neemt niet weg dat V-Wave Shipping terecht aanvoert dat een belangenafweging moet plaatsvinden en dat de uitkomst daarvan kan zijn dat het beslag – ondanks de aangeboden zekerheidsstelling – toch moet blijven liggen. Maar in deze zaak valt die belangenafweging uit in het voordeel van Three Seas Services c.s. Het volgende is daartoe van belang.
3.3.1.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de aard van de opheffingsgrond van voldoende zekerheidsstelling voor een geldvordering meebrengt dat van de beslaglegger (hier: V-Wave Shipping) mag worden verwacht dat zij met concrete – en relevante – omstandigheden komt waarom de belangenafweging ondanks de zekerheidsstelling in haar voordeel moet uitvallen. Door de zekerheidsstelling bestaat immers al de zekerheid van verhaal waarvoor het beslag nu juist diende.
3.3.2.
V-Wave Shipping heeft conservatoir beslag laten leggen op bankrekeningen en een woning. Voor wat betreft het beslag op de bankrekeningen is aannemelijk dat dit Three Seas Services c.s. beperkt in hun ondernemersactiviteiten en, in het geval van eiser sub 7, in privé. Voor wat betreft het beslag op de woning heeft eiser sub 7 onweersproken gesteld dat hij de woning binnen een jaar wil verkopen, omdat hij recent een andere woning heeft gekocht. Three Seas Services c.s. hebben dus belang bij opheffing van de beslagen.
3.3.3.
Wat V-Wave Shipping hier feitelijk tegenover heeft gesteld, komt er in de kern op neer dat zij van mening is dat Haven Klup mede op de bankgarantie moet worden vermeld, omdat zij de bankgarantie wil kunnen trekken zodra in een Engelse arbitragezaak van V-Wave Shipping tegen Haven Klup uitspraak is gedaan. Dit is vanuit het oogpunt van V-Wave Shipping weliswaar begrijpelijk, maar zij kan hierin desondanks niet worden gevolgd.
3.3.4.
Als verlof is verleend voor het leggen van beslag ten laste van meerdere partijen, moet in beginsel de verhouding tussen de schuldeiser en iedere (vermeende) schuldenaar op zichzelf worden beoordeeld, ook voor wat betreft de vraag of het beslag moet worden opgeheven tegen zekerheidsstelling. Dat geldt in elk geval in deze zaak, waar sprake is van een duidelijk onderscheid tussen de grondslag van de (mogelijke) vordering van V-Wave Shipping op Haven Klup (nakoming van de bevrachtingsovereenkomst, welke vordering ter beoordeling voorligt bij de arbiters) en de (mogelijke) vordering van V-Wave Shipping op Three Seas Services c.s. (onrechtmatige daad vanwege, kort gezegd, het leeghalen van Haven Klup, welke vordering
nietbij de arbiters aan de orde is). Dit onderscheid heeft ook een doorslaggevende rol gespeeld in de verlofbeschikking en bovendien is in die beschikking een scherp onderscheid gemaakt tussen de begrote vordering van V-Wave Shipping op Haven Klup en de begrote vordering van V-Wave Shipping op Three Seas Services c.s. Ook van belang is dat de beslagen ten laste van Haven Klup kennelijk geen doel hebben getroffen. Dit betekent dat, als de beslagen pas zouden kunnen worden opgeheven als mede zekerheid wordt gesteld door Haven Klup, V-Wave Shipping met die zekerheidsstelling in een aanzienlijk betere positie zou komen te verkeren. Aan dit alles doet niet af dat Haven Klup volgens V-Wave Shipping heeft meegewerkt aan de onrechtmatige gedragingen van Three Seas Shipping c.s., zodat V-Wave Shipping ook op Haven Klup een vordering uit onrechtmatige daad heeft (althans meent hebben). V-Wave Shipping kan gelet op dit alles in redelijkheid niet verlangen dat het beslag ten laste van Three Seas Services c.s. pas wordt opgeheven als de door hen geboden zekerheid mede door Haven Klup wordt gesteld én ook al (ten laste van Haven Klup) benut kan worden als de arbiters uitspraak hebben gedaan. V-Wave Shipping heeft dus geen in het recht te respecteren belang bij handhaving van de conservatoire beslagen dat zwaarder weegt dan het belang van Three Seas Services c.s. bij opheffing van die beslagen.
De conservatoire beslagen worden opgeheven
3.4.
De conclusie luidt dan ook dat er voldoende zekerheid is gesteld voor wat betreft het verhaal van de (mogelijke) vordering van V-Wave Shipping op Three Seas Services c.s. en dat het belang van Three Seas Services c.s. bij opheffing van de conservatoire beslagen op de bankrekeningen en de woning zwaarder weegt dan het belang van V-Wave Shipping bij handhaving van die beslagen. De voorzieningenrechter heft die conservatoire beslagen dan ook op, zoals Three Seas Services c.s. primair hebben gevorderd.
De proceskosten
3.5.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding voor een reële proceskostenveroordeling, zoals Three Seas Services c.s. hebben gevorderd. Voor een veroordeling in de reële proceskosten is namelijk alleen plaats in uitzonderlijke gevallen, zoals misbruik van (proces)recht, en daarvan is in dit geval geen sprake. Daarom wordt V-Wave Shipping, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten van Three Seas Services c.s. overeenkomstig het liquidatietarief. De proceskosten van Three Seas Services c.s. worden begroot op:
- dagvaarding € 112,37
- griffierecht € 688,00
- salaris advocaat € 1.107,00 (tarief gemiddeld complexe zaak)
- nakosten €
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 2.085,37
3.6.
Three Seas Services c.s. hebben gevorderd om de wettelijke handelsrente over de proceskosten toe te wijzen, maar V-Wave Shipping is de proceskosten niet verschuldigd op grond van een handelsovereenkomst en daarom is zij daar geen wettelijke handelsrente over verschuldigd. De wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten wordt wel toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
3.7.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
4.1.
heft op de door V-Wave Shipping ten laste van Three Seas Services c.s. gelegde conservatoire beslagen onder ABN AMRO Bank N.V., ING Bank N.V., Coöperatieve Rabobank U.A. en NIBC Bank N.V.;
4.2.
heft op het door V-Wave Shipping ten laste van eiser sub 7 gelegde conservatoire beslag op zijn aandeel in de onroerende zaak aan de [adres] ( [postcode] ) in Santpoort-Zuid;
4.3.
veroordeelt V-Wave Shipping in de proceskosten van € 2.085,37, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe; als V-Wave Shipping niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet V-Wave Shipping € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;
4.4.
veroordeelt V-Wave Shipping in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2024.
3349 / 1980