Op 27 juli 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en (spoed)machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht heeft verzocht om deze maatregelen vanwege ernstige vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn meerdere betrouwbare verklaringen over geweld in het gezin, waarbij zowel de moeder als de kinderen betrokken zijn. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een ernstig vermoeden bestaat dat de grond voor een ondertoezichtstelling is vervuld, en dat de situatie zo dreigend is dat de kinderen niet bij de ouders kunnen blijven.
De kinderrechter heeft besloten om de kinderen voorlopig onder toezicht te stellen voor de duur van drie maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing bij de moeder te verlenen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een zitting gepland voor verdere behandeling van de zaak. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat het verhoor van de belanghebbenden niet kan worden afgewacht zonder dat er onmiddellijk en ernstig gevaar voor de kinderen bestaat. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 juli 2024, en schriftelijk vastgesteld op 30 juli 2024.