ECLI:NL:RBROT:2024:8166

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
29 augustus 2024
Zaaknummer
C/10/657494 / HA ZA 23-429
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in civiele procedure inzake herstelkosten en deskundigenonderzoek

In deze civiele procedure, aangespannen door de Vereniging van Eigenaren [naam VvE] te Rotterdam tegen DRVM Ontwikkeling B.V. en Goudsesingel Onderhoud B.V., heeft de rechtbank Rotterdam op 28 augustus 2024 een vonnis gewezen. De zaak betreft de benoeming van een deskundige voor het vaststellen van herstelkosten van gebreken aan een gebouw. De rechtbank heeft eerder op 15 mei 2024 een tussenvonnis uitgesproken waarin werd aangekondigd dat een deskundige zou worden benoemd. Partijen hebben de gelegenheid gekregen om gezamenlijk een deskundige voor te stellen en hun vragen aan de deskundige te formuleren. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om ing. G. Taal, een schade-expert van McLarens, als deskundige te benoemen. Partijen hebben geen bezwaar gemaakt tegen deze benoeming.

De deskundige is belast met het begroten van de herstelkosten van specifieke gebreken aan het gebouw en moet ook advies geven over het type steiger dat nodig is voor de werkzaamheden. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn begroot op € 2.397,01 inclusief btw, en de VvE is verplicht om dit voorschot binnen twee weken na ontvangst van de nota te storten. De rechtbank heeft benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het deskundigenonderzoek en dat eventuele opmerkingen of verzoeken aan de deskundige schriftelijk moeten worden ingediend.

De rechtbank heeft verder bepaald dat de deskundige binnen drie maanden na betaling van het voorschot een schriftelijk rapport moet indienen. De beslissing over het voorschot is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen zijn aangehouden tot het deskundigenbericht is ontvangen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. N. Doorduijn.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/657494 / HA ZA 23-429
Vonnis van 28 augustus 2024
in de zaak van
de vereniging
VERENIGING VAN EIGENAARS [naam VvE] TE ROTTERDAM,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. A.J. Flipse te Breda,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DRVM ONTWIKKELING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GOUDSESINGEL ONDERHOUD B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagden,
advocaat mr. A.A. Schobben te Rotterdam.
Partijen worden hierna de VvE en DRVM c.s. genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 15 mei 2024 (hierna: het tussenvonnis) en de daarin vermelde stukken;
  • de akte van de VvE;
  • de akte houdende uitlaten r.o. 2.31 & 2.32 vonnis 15 mei 2024 van DRVM c.s.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis heeft de rechtbank aangekondigd dat voor de vaststelling van de herstelkosten een deskundige zal worden benoemd. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om gezamenlijk een voorstel te doen voor een te benoemen deskundige en om zich uit te laten over de aan de deskundige voor te leggen vragen.
2.2.
Partijen hebben de rechtbank verzocht een deskundige aan te wijzen. De rechtbank heeft aan partijen bericht voornemens te zijn om de heer ing. G. Taal, die als schade-expert verbonden is aan McLarens, als deskundige te benoemen. Partijen hebben daartegen geen bezwaar gemaakt. De heer Taal heeft te kennen gegeven bereid en in staat te zijn het deskundigenonderzoek te verrichten en een onafhankelijk oordeel te kunnen geven. De rechtbank zal dan ook tot zijn benoeming als deskundige overgaan. [1]
2.3.
Partijen zijn akkoord met de in het tussenvonnis geformuleerde vragen aan de deskundige. De rechtbank zal deze vragen aan de deskundige voorleggen. Daarbij zal de rechtbank, op gezamenlijk verzoek van partijen, bepalen dat de deskundige het gebouw aan de [straatnaam] [huisnummer A] tot en met [huisnummer Y] te Rotterdam zelf moet bezoeken.
2.4.
De deskundige heeft de aan het onderzoek verbonden honorering en kosten begroot op € 1.981,00 exclusief btw. Inclusief 21% btw gaat het dus om een bedrag van € 2.397,01. De deskundige heeft deze begroting gespecificeerd aan de hand van het geschatte aantal uren (9) en het uurtarief (€ 209,00), vermeerderd met € 100,00 kantoor- en reiskosten. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich daarover uit te laten. Geen van hen heeft bezwaren tegen de hoogte van deze begroting geuit.
2.5.
Op grond van de hoofdregel van artikel 195 Rv moet het voorschot door de eisende partij worden gestort. Voor afwijking van deze hoofdregel ziet de rechtbank geen aanleiding. De hoogte van het voorschot zal worden gesteld op het door de deskundige begrote bedrag van € 2.397,01 inclusief btw. De rechtbank zal de VvE gelasten het voorschot binnen twee weken na de datum van de nota met betaalinstructies te storten. Mocht de VvE het voorschot niet binnen die (eventueel verlengde) termijn storten, dan zal de rechtbank daaraan de gevolgtrekking verbinden die zij geraden acht.
2.6.
De rechtbank zal bepalen dat de definitieve rapportage binnen drie maanden na het schriftelijke bericht van de griffier dat het voorschot is betaald ter griffie moet zijn ingeleverd. Dit is langer dan de tijd die de deskundige voor het onderzoek heeft geraamd, maar er moet ook rekening gehouden worden met de tijd die partijen moeten krijgen om te kunnen reageren op een concept-rapport.
2.7.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het deskundigenonderzoek; de rechtbank wijst met name op de verplichtingen als nader onder de beslissing omschreven. Indien een partij een of meer van deze verplichtingen niet nakomt, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.8.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief een opmerking of verzoek aan de deskundige doet toekomen, dient zij dat schriftelijk te doen en daarvan gelijktijdig afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.9.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. De beslissing over het voorschot zal ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
2.10.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een schriftelijk deskundigenbericht ter beantwoording van de volgende vragen:
1. Kunt u de herstelkosten begroten van de volgende gebreken in/aan het gebouw aan de [straatnaam] [huisnummer A] tot en met [huisnummer Y] te Rotterdam:
a. afbladderend schilderwerk aan de buitenzijde (kozijnen, deuren en boeidelen);
b. afbladderend schilderwerk in de gang;
c. klemmende ramen en deuren met beschadigd hang- en sluitwerk tot gevolg (punt c alleen ten aanzien van de ramen en deuren die door DRVM c.s. zijn vervangen).
2. Kunt u toelichten welk type steiger moet worden gebruikt voor de werkzaamheden (een vaste (gevel)steiger of een rolsteiger) en wat de kosten daarvan zijn (voor zover niet inbegrepen in de onder 1 bedoelde kosten)? Kunt u aangeven in welke mate de kosten van de steiger toegerekend moeten worden aan werkzaamheden waarvoor het 9%-tarief geldt en aan werkzaamheden waarvoor het 21%-tarief geldt?
3. Kunt u verder nog iets opmerken wat van belang zou kunnen zijn voor de door de rechtbank te nemen beslissingen?
3.2.
benoemt tot deskundige:
Dhr. Ing. G. Taal NIVRE-re
adres: [adres]
[postcode] [woonplaats]
telefoon: [telefoonnummer] / [mobiele nummer]
e-mailadres: [e-mailadres]
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 2.397,01,
3.4.
bepaalt dat de VvE het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.5.
wijst de VvE erop dat, mocht zij het voorschot niet binnen de bepaalde of eventueel verlengde termijn storten, de rechtbank daaraan de gevolgtrekking zal verbinden die zij geraden acht,
3.6.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.7.
bepaalt dat de VvE
binnen twee weken na deze beslissinghet volledige procesdossier in afschrift aan de deskundige doet toekomen,
3.8.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.9.
bepaalt dat de deskundige het gebouw aan de [straatnaam] [huisnummer A] tot en met [huisnummer Y] te Rotterdam zelf moet bezoeken,
3.10.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken en de Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl),
  • de deskundige het onderzoek pas dient aan te vangen na het bericht van de griffier dat het voorschot is betaald,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
  • de deskundige bij een onderzoek van een object ter plaatse partijen gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
  • indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
3.11.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.12.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier over de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend rapport van het onderzoek met beantwoording van de vragen in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.13.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, zodat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.14.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het conceptrapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het conceptrapport te reageren,
overige bepalingen
3.15.
bepaalt dat de deskundige ingeval van onduidelijkheden, vragen of opmerkingen over dit vonnis, het onderzoek of de kosten contact dient op te nemen met de griffier,
3.16.
verwijst de zaak naar de parkeerrol van
2 april 2025en bepaalt dat de zaak weer op de rol van lopende zaken zal komen zodra het deskundigenbericht zal zijn gedeponeerd, om partijen, om te beginnen de VvE, de gelegenheid te geven een conclusie na deskundigenbericht te nemen,
3.17.
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
  • indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating over de daaraan te verbinden gevolgen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
  • na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van - eerst - de VvE op een termijn van vier weken,
3.18.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.19.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. Doorduijn en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2024.
1977/1876

Voetnoten

1.Volledigheidshalve vermeldt de rechtbank dat mr. Schobben telefonisch aan de griffie van de rechtbank heeft meegedeeld dat ook in een andere zaak waarin mr. Schobben advocaat is, door de rechtbank is voorgesteld de heer Taal als deskundige te benoemen. De rechtbank ziet dit niet als een beletsel.