ECLI:NL:RBROT:2024:8088

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
27 augustus 2024
Zaaknummer
ROT 24/3186
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep op betalingsonmacht en misbruik van recht in bestuursrechtelijke procedure

In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 28 augustus 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten van 26 maart 2024 behandeld. Eiser heeft verzocht om ontheffing van de verplichting om het griffierecht te voldoen, omdat hij stelt in betalingsonmacht te verkeren. De rechtbank oordeelt echter dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser geen griffierecht heeft voldaan en misbruik maakt van recht door herhaaldelijk verzoeken en procedures in te dienen. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken waarin is geoordeeld dat eiser misbruik maakt van recht. Gezien deze omstandigheden verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk en ziet zij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/3186

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 augustus 2024 in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaats] , eiser

en

De Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van verweerder van 26 maart 2024.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Eiser heeft een beroep gedaan op betalingsonmacht en daarom verzocht te worden ontheven van de verplichting om het verschuldigde griffierecht te voldoen. Eiser heeft het griffierecht niet voldaan.
3. De rechtbank is van oordeel dat eiser misbruik maakt van recht en dat hij daarom geen aanspraak kan maken op ontheffing van de verplichting griffierecht te voldoen. Door geen griffierecht te voldoen is hij in verzuim als bedoeld in artikel 8:41, zesde lid, van de Awb. Dit betekent dat het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De rechtbank neemt hierbij het volgende in aanmerking. Veelvuldig heeft de bestuursrechter geoordeeld dat eiser misbruik maakt van recht met zijn vele verzoeken en procedures (recentelijk nog ECLI:NL:RVS:2023:4063). De rechtbank ziet geen aanleiding om daar nu anders over te oordelen.
4. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Zoethout, rechter, in aanwezigheid van
L.M. Arkenbout, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 28 augustus 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.