ECLI:NL:RBROT:2024:8083
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen uitstel voorwaardelijke invrijheidstelling van verdachte
Op 6 augustus 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin een bezwaarschrift was ingediend door een verdachte tegen een besluit van het Openbaar Ministerie (OM) om de voorwaardelijke invrijheidstelling met 90 dagen uit te stellen. De rechtbank heeft het bezwaar gegrond verklaard en het uitstel gematigd naar 60 dagen. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden en een maand, met aftrek van voorarrest, door het gerechtshof Den Haag. De beslissing van het OM om de voorwaardelijke invrijheidstelling uit te stellen was gebaseerd op zorgen over het gedrag van de verdachte en het advies van de reclassering. De rechtbank oordeelde dat het OM in redelijkheid tot de beslissing was gekomen, maar dat een uitstel van langer dan 60 dagen niet passend was. De rechtbank heeft de verdachte, zijn raadsman en de officier van justitie gehoord tijdens de behandeling van het bezwaar. De raadsman voerde aan dat de verdachte medewerking had verleend aan risicotaxatie en interventies, en dat het eerdere gedrag in detentie niet tegen hem mocht worden geworpen. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten dat het uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling naar 60 dagen moest worden gematigd, in lijn met het advies van de reclassering.