Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
“die bedrijven die we zogenaamd op mijn naam hebben staan”en
“zit m’n rekening te gebruiken en m’n naam om je miljoenen op de bank weg te zette”. In chatberichten over de websites van de bedrijven heeft de verdachte gezegd:
“Wanneer wordt er nog echt content op de site gezet in plaats van alles copy paste”en
“lekker makkelijk overal dezelfde tekst en plaatjes gebruiken voor elke site”. Waarom zij er, ondanks al het voorgaande, wel op kon en mocht vertrouwen dat de gelden van [medeverdachte] legaal zouden zijn verkregen, wordt ook op geen enkele wijze onderbouwd.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 14 (veertien) maanden,bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
3 (drie)jaren;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor het feit: de goederen zoals vermeld onder de nummers 1 t/m 13 op de beslaglijst.