ECLI:NL:RBROT:2024:8055

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 augustus 2024
Publicatiedatum
27 augustus 2024
Zaaknummer
24/7714
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Sluiting van een woning na explosie; verzoek om voorlopige voorziening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een huurder van een woning in Rotterdam, heeft bezwaar gemaakt tegen de sluiting van haar woning voor een maand door de burgemeester, na een explosie bij de portiekdeur van haar woning. De explosie heeft geleid tot aanzienlijke schade aan de woning en de omgeving, en de burgemeester heeft besloten tot sluiting vanwege de vrees voor een ernstige verstoring van de openbare orde. Verzoekster vraagt zich af waarom haar woning is gesloten en die van haar buren niet, en stelt dat de explosie mogelijk een gerichte actie was op haar woning. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, oordelend dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat de sluiting noodzakelijk was in het belang van de openbare orde. De voorzieningenrechter heeft daarbij overwogen dat verzoekster tijdelijk bij anderen kan verblijven en dat de sluiting voor een beperkte periode is. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het algemeen belang en de veiligheid van de buren zwaarder wegen dan de belangen van verzoekster.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/7714

uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 augustus 2024 in de zaak tussen

[verzoekster] , uit Rotterdam, verzoekster

(gemachtigde: mr. N. Roos),
en

de burgemeester van Rotterdam

(gemachtigde: mr. S.B.H. Fijneman).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
Stichting Woonstad Rotterdamuit Rotterdam.

Samenvatting

Deze zaak gaat over de sluiting van een woning voor een maand, nadat er bij de portiekdeur van die woning een explosie heeft plaatsgevonden. Verzoekster vraagt zich af waarom haar woning wel wordt gesloten en die van haar buren niet. Uit de beschikbare informatie komt naar voren dat de explosie mogelijk een gerichte actie was op verzoeksters woning. De politie gaat dit verder onderzoeken. Verzoekster kan tijdelijk bij anderen verblijven en komt dus niet op straat te staan. De voorzieningenrechter vindt dat de burgemeester de woning mocht sluiten. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt daarom afgewezen.

Inleiding

1. Met het bestreden besluit van 7 augustus 2024 heeft de burgemeester verzoeksters woning gesloten voor een maand. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Ook heeft zij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 22 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: mr. S.C. van Paridon als waarnemer van de gemachtigde van verzoekster en de gemachtigde van de burgemeester.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Wat is er gebeurd?
3. Verzoekster woont op het adres [straatnaam] [huisnummer X] in Rotterdam. Zij huurt deze woning van Stichting Woonstad Rotterdam.
4. Op 7 augustus 2024 heeft de politie meerdere meldingen gekregen over een explosie bij verzoeksters woning. De portiekdeur was bijna volledig vernield, een metalen balustrade was omgebogen en deels afgebroken, de voordeur van verzoeksters woning was open geblazen en de ramen van de woning waren versplinterd. Het glas van deze ramen lag op straat en in verzoeksters woonkamer. Ook waren ramen van vier omliggende woningen en een autoruit van een geparkeerde auto beschadigd. In februari 2023 heeft er bij dezelfde woning ook al een explosie plaatsgevonden. Dit blijkt uit een bestuurlijke rapportage van de politie van 7 augustus 2024.
Waar gaat het in deze zaak om?
5. De burgemeester heeft op basis van de bestuurlijke rapportage besloten om de woning per direct te sluiten voor de duur van een maand. Verzoekster is het niet eens met de sluiting van de woning. Zij wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat zij weer toegang krijgt tot de woning.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af
6. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Heeft verzoekster een spoedeisend belang?
7. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. De voorzieningenrechter dient eerst te bepalen of er voldoende spoedeisend belang is om de zaak inhoudelijk te kunnen beoordelen.
8. Verzoekster was tijdens de explosie op vakantie. Volgens de gemachtigde komt verzoekster uiterlijk in de week van 26 augustus 2024 terug van vakantie. De voorzieningenrechter vindt dat het spoedeisend belang voldoende aannemelijk is. Als er geen voorlopige voorziening wordt getroffen, heeft verzoekster tot 7 september 2024 geen toegang tot haar woning.
Was de locoburgemeester bevoegd om het bestreden besluit te nemen?
9. De burgemeester is (kort gezegd) bevoegd om een woning te sluiten als er door ernstig geweld een ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een ernstige verstoring van de openbare orde rond de woning.
10. Verzoekster betwist de bevoegdheid om de woning te sluiten, omdat het bestreden besluit is ondertekend door de locoburgemeester [persoon A] en de bevoegdheid om te sluiten in beginsel niet kan worden overgedragen.
11. Als de burgemeester verhinderd is, wordt zijn ambt waargenomen door een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen wethouder. [1] De burgemeester heeft voorafgaand aan de zitting een brief ingebracht van 27 juni 2024, waarin staat dat hij van 13 juli tot en met 10 augustus 2024 afwezig is. Binnen die periode zijn in totaal vier wethouders als locoburgemeester aangewezen, ieder voor een afzonderlijke periode. In verband met zijn aanwezigheid bij de Tour de France Femmes is er op 11 en 12 augustus 2024 ook een locoburgemeester aangewezen. [persoon A] staat genoemd als locoburgemeester voor de periode van 5 augustus tot en met 12 augustus 2024. Op het moment van het nemen van het bestreden besluit was zij dus de locoburgemeester.
12. De gemachtigde van verzoekster heeft tijdens de zitting betwist dat de burgemeester op 7 augustus 2024 verhinderd was. Hij heeft de burgemeester op televisie gezien bij Oranjezomer. Daarnaast plaatst hij vraagtekens bij de afwezigheid van een burgemeester voor vier weken, omdat zo’n lange afwezigheid niet past bij het ambt van de burgemeester. De voorzieningenrechter overweegt dat de wet geen nadere voorwaarden stelt aan de aard of de duur van de verhindering van een burgemeester. Zij vindt dat met de brief van 27 juni 2024 voldoende aannemelijk is gemaakt dat de burgemeester verhinderd was op het moment van het nemen van het bestreden besluit. Verder lijkt de betreffende uitzending van Oranjezomer te hebben plaatsgevonden op 12 augustus 2024, zodat niet valt in te zien waarom dit relevant is voor de bevoegdheid van het nemen van het bestreden besluit op 7 augustus 2024. De locoburgemeester was dan ook bevoegd tot het nemen van het besluit tot sluiting van verzoeksters woning.
Was er een noodzaak om de woning te sluiten?
13. Verzoekster betwist de noodzaak van de sluiting. Uit de rapportage van de politie blijkt dat de explosie heeft plaatsgevonden voor de deur van de portiek [straatnaam] [huisnummer X] / [huisnummer Y] . Volgens verzoekster blijkt uit de rapportage echter niet waarom de explosie gelinkt zou kunnen worden aan haar woning en niet aan de andere woning waartoe de portiekdeur toegang verschaft. Verder is niet gemotiveerd waarom niet kon worden volstaan met lichtere maatregelen, zoals verhoogde surveillance, camerabewaking of gerichte politieacties.
14. De politie sluit niet uit dat er mogelijk een onenigheid is ontstaan in de wereld van zware criminaliteit of (soft)drugswereld. In 2023 heeft er bij de portiek van verzoeksters woning ook al een explosie plaatsgevonden. Op dat moment woonden haar twee zoons ook op haar adres. Beide zoons hebben antecedenten. Het is de voorzieningenrechter ambtshalve bekend dat er ook explosies plaatsvinden bij familieleden of andere naasten van het beoogde doelwit, om zo druk uit te oefenen op deze persoon. Dat verzoeksters zoons niet meer op haar adres wonen, zegt daarom niet zoveel. Verder heeft de burgemeester tijdens de zitting verklaard dat in de andere woning ( [huisnummer Y] ) een ouder echtpaar woont, zonder antecedenten. Op basis van deze informatie mocht de burgemeester ervan uitgaan dat de explosie mogelijk een gerichte actie was op de woning van verzoekster. Of dit werkelijk zo is, wordt op dit moment door de politie onderzocht.
15. Volgens de burgemeester blijkt uit eerdere incidenten bij andere woningen dat nieuwe explosies met lichtere maatregelen niet worden voorkomen. De voorzieningenrechter volgt de burgemeester hier in. Daarbij komt dat verzoekster zelf al camera’s had geïnstalleerd in of rond haar woning en toch heeft er bij haar woning opnieuw een explosie plaatsgevonden.
16. De voorzieningenrechter vindt dat de burgemeester op basis van de beschikbare informatie de sluiting van verzoeksters woning noodzakelijk heeft mogen achten.
Evenwichtigheid
17. Hoewel de sluiting ingrijpend is en vervelende consequenties heeft voor verzoekster, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de burgemeester in de gegeven omstandigheden het algemeen belang en het belang van de buren zwaarder heeft mogen wegen dan de door verzoekster naar voren gebrachte belangen. Tijdens de zitting is gebleken dat verzoekster tijdelijk ergens anders zal kunnen verblijven, zodat zij niet zonder onderdak zal komen te zitten. Verder is van belang dat het gaat om een woningsluiting voor een beperkte periode tot 7 september 2024.
18. De voorzieningenrechter verwacht dat het bestreden besluit in bezwaar in stand zal blijven, zodat er op dit moment geen aanleiding is voor het treffen van een voorlopige voorziening.

Conclusie en gevolgen

19. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de burgemeester verzoekster vooralsnog geen toegang hoeft te geven tot haar woning. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Lunenberg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van E.C. Petrusma, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 27 augustus 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 77, eerste lid, van de Gemeentewet.