ECLI:NL:RBROT:2024:804
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak inzake WIA-uitkering en medisch onderzoek
Op 26 januari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de weigering van een WIA-uitkering. Deze uitspraak volgt op een eerdere tussenuitspraak van 8 februari 2023, waarin de rechtbank een gebrek in het bestreden besluit van 24 januari 2022 had geconstateerd. De rechtbank had het UWV de gelegenheid gegeven om dit gebrek te herstellen. In reactie hierop heeft het UWV op 17 juli 2023 een aanvullende motivering ingediend, waarin werd aangegeven dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiseres op 28 juni 2023 had gezien en fysiek had onderzocht. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek nu zorgvuldig was verricht en dat de verzekeringsarts voldoende had gemotiveerd waarom er geen (fysiek) spreekuurcontact in bezwaar nodig was.
Eiseres had in haar beroep aangevoerd dat de verzekeringsarts onvoldoende rekening had gehouden met haar medische situatie, waaronder haar longklachten en de toekenning van een scootmobiel door de gemeente. De rechtbank oordeelde echter dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende had gereageerd op de klachten van eiseres en dat er geen reden was om te twijfelen aan de medische beoordeling. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand omdat het UWV het gebrek had hersteld. Eiseres kreeg het door haar betaalde griffierecht vergoed en het UWV werd veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 2.187,50.