In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. J.C. Hennipman, en Exotic Fresh Nederland B.V. (EFN), vertegenwoordigd door mr. R. van Viersen. [verzoeker] was werkzaam bij EFN en is op 26 april 2024 op staande voet ontslagen. Hij heeft hiertegen verweer gevoerd en verzocht om een billijke vergoeding, een transitievergoeding en een gefixeerde schadevergoeding. EFN heeft het verzoek afgewezen, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat niet aan de voorwaarden voor ontslag op staande voet was voldaan, zoals het ontbreken van een dringende reden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de beschuldigingen van fraude en diefstal niet voldoende waren onderbouwd en dat de vier verwijten van EFN samen geen dringende reden vormden voor het ontslag. Hierdoor heeft [verzoeker] recht op een billijke vergoeding van € 10.000,-, een transitievergoeding van € 7.477,87 en een gefixeerde schadevergoeding van € 6.396,92. EFN is ook veroordeeld in de proceskosten van [verzoeker]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.