ECLI:NL:RBROT:2024:8011

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 juni 2024
Publicatiedatum
26 augustus 2024
Zaaknummer
C/10/680020 / KG ZA 24-511
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor verkoop en levering van pand in kort geding na echtscheiding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 26 juni 2024, is een kort geding aan de orde waarin eiser, wonende te Capelle aan den IJssel, een vordering heeft ingesteld tegen gedaagde, die zonder bekende woon- en verblijfplaats in Nederland of elders is. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.O. Sohansingh, heeft verzocht om vervangende toestemming voor de verkoop en levering van een pand aan de gemeente Rotterdam. Dit pand is door eiser in eigendom verkregen na een Islamitische echtscheiding, maar vóórdat de Nederlandse echtscheiding was afgerond. Hierdoor is gedaagde, naar Nederlands recht, mede-eigenaar van het pand geworden en dient zij toestemming te verlenen voor de verkoop.

De procedure is gestart met een dagvaarding op 7 juni 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 18 juni 2024. Ondanks serieuze pogingen van eiser om contact op te nemen met gedaagde, is het niet gelukt om haar toestemming te verkrijgen. Gezien de urgentie van de situatie, waarbij de levering aan de gemeente Rotterdam uiterlijk op 14 augustus 2024 moet plaatsvinden, heeft de voorzieningenrechter de vordering toegewezen. De rechter heeft vastgesteld dat de gevorderde toestemming niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagde.

In de beslissing heeft de voorzieningenrechter ook de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de verkoop en levering van het pand kan doorgaan zonder tussenkomst van gedaagde. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op dezelfde dag als de uitspraak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/680020 / KG ZA 24-511
Vonnis in kort geding van 26 juni 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te Capelle aan den IJssel,
eiser,
advocaat mr. T.O. Sohansingh te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
zonder bekende woon- en verblijfplaats in Nederland of elders,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 7 juni 2024 met producties
  • de mondelinge behandeling gehouden op 18 juni 2024
  • de ter zitting overhandigde kopie van het openbaar exploot in de Staatscourant 2024 nr. 19619 van 13 juni 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek ter zitting werd verleend.
2.2.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. Gegeven is dat het pand aan [adres] door (alleen) eiser in eigendom is verkregen zulks nadat de Islamitische echtscheiding tussen partijen rond was doch vóórdat de Nederlandse echtscheiding een feit was. Daarmee is gedaagde naar Nederlands recht mede-eigenaar van het pand geworden en dient zij toestemming te verlenen voor de aan de orde zijnde verkoop en levering van dit pand aan de gemeente Rotterdam. Ondanks serieuze pogingen van eiser om te achterhalen waar gedaagde (in Pakistan) verblijft en om met haar in contact te treden teneinde de toestemming voor de verkoop en levering van het pand van haar in persoon te verkrijgen, is dit niet gelukt. Mede gelet op de termijn waarbinnen de levering aan de gemeente Rotterdam moet zijn geëffectueerd (uiterlijk op 14 augustus 2024), ligt de vordering thans voor toewijzing gereed.
2.3.
Gelet op de voormalige huwelijkse relatie tussen partijen worden de proceskosten tussen hen gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde,
3.2.
bepaalt dat aan eiser vervangende toestemming op grond van artikel 3:300 BW wordt verleend om het pand, omvattende een winkel en bovenwoningen met erf, aan [adres], kadastraal bekend [perceel], ingevolge de als productie 4 bij de dagvaarding overgelegde koopovereenkomst, te verkopen en te leveren aan de gemeente Rotterdam, zonder tussenkomst van gedaagde,
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2024.1734/106