In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 26 juni 2024, is een kort geding aan de orde waarin eiser, wonende te Capelle aan den IJssel, een vordering heeft ingesteld tegen gedaagde, die zonder bekende woon- en verblijfplaats in Nederland of elders is. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.O. Sohansingh, heeft verzocht om vervangende toestemming voor de verkoop en levering van een pand aan de gemeente Rotterdam. Dit pand is door eiser in eigendom verkregen na een Islamitische echtscheiding, maar vóórdat de Nederlandse echtscheiding was afgerond. Hierdoor is gedaagde, naar Nederlands recht, mede-eigenaar van het pand geworden en dient zij toestemming te verlenen voor de verkoop.
De procedure is gestart met een dagvaarding op 7 juni 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 18 juni 2024. Ondanks serieuze pogingen van eiser om contact op te nemen met gedaagde, is het niet gelukt om haar toestemming te verkrijgen. Gezien de urgentie van de situatie, waarbij de levering aan de gemeente Rotterdam uiterlijk op 14 augustus 2024 moet plaatsvinden, heeft de voorzieningenrechter de vordering toegewezen. De rechter heeft vastgesteld dat de gevorderde toestemming niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagde.
In de beslissing heeft de voorzieningenrechter ook de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de verkoop en levering van het pand kan doorgaan zonder tussenkomst van gedaagde. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op dezelfde dag als de uitspraak.