ECLI:NL:RBROT:2024:7999

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 augustus 2024
Publicatiedatum
26 augustus 2024
Zaaknummer
C/10/677525 / HA ZA 24-328
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident betreffende voeging van zaken en afwijzing van verzoek tot voeging

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 augustus 2024 een vonnis in incident gewezen met betrekking tot de voeging van zaken. Eiseres in conventie, PPT Beheer B.V., heeft verzocht om voeging van de hoofdzaak met een andere zaak die aanhangig is bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin Devianti Holding B.V. een dagvaarding heeft uitgebracht tegen Airofiller Equipment Solutions B.V. De rechtbank heeft geoordeeld dat de zaak van Devianti Holding c.s. nog niet naar de Rechtbank Rotterdam is verwezen, waardoor voeging op dit moment niet mogelijk is. De rechtbank heeft de incidentele vordering tot voeging afgewezen op basis van artikel 222 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat voeging alleen kan plaatsvinden als de zaken voor dezelfde rechter aanhangig zijn.

De rechtbank heeft verder opgemerkt dat als de Rechtbank Zeeland-West-Brabant besluit om de zaak van Devianti Holding te verwijzen naar de Rechtbank Rotterdam, dit van rechtswege zal leiden tot voeging van de zaken, zonder dat daar een afzonderlijke beslissing voor nodig is. Devianti Holding c.s. zijn in het incident in het ongelijk gesteld en zijn veroordeeld in de proceskosten van PPT Beheer, die zijn begroot op nihil, aangezien PPT Beheer zich in haar antwoord in het incident heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft tevens bepaald dat de hoofdzaak op 4 september 2024 op de rol komt voor beraad over de mondelinge behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/677525 / HA ZA 24-328
Vonnis in incident van 21 augustus 2024
in de zaak van
PPT BEHEER B.V.,
vestigingsplaats: Hoornaar,
eiseres in conventie in de hoofdzaak, verweerster in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. M.N. Mense te Haarlem,
tegen

1.DEVIANTI HOLDING B.V.,

vestigingsplaats: Dordrecht,
2.
[persoon A],
woonplaats: Dordrecht,
gedaagden in conventie in de hoofdzaak, eisers in reconventie in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
advocaat mr. S.W. van Zijll te Rotterdam.
Partijen worden hierna PPT Beheer, Devianti Holding en [persoon A] genoemd. Devianti Holding en [persoon A] worden hierna samen Devianti Holding c.s. genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 15 maart 2024, met bijlagen E1 tot en met E6;
  • de conclusie van antwoord tevens houdende (voorwaardelijke) eis in reconventie tevens houdende voegingsincident, met bijlagen 1 tot en met 15;
  • het antwoord in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Devianti Holding c.s. stellen het volgende in het incident. Op 3 juni 2024 heeft Devianti Holding een dagvaarding uitgebracht tegen Airofiller Equipment Solutions B.V. Die dagvaarding is tegen 12 juni 2024 aangebracht bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. In die dagvaarding heeft Devianti Holding gevorderd dat de zaak – vanwege verknochtheid met de hoofdzaak van PPT Beheer tegen Devianti Holding c.s. – wordt verwezen naar de Rechtbank Rotterdam. In het kader hiervan wordt de Rechtbank Rotterdam in het onderhavige voegingsincident verzocht om de hoofdzaak en de vanuit de Rechtbank Zeeland-West-Brabant verwezen zaak te voegen, althans op de rol te voegen. PPT Beheer refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
2.2.
De rechtbank wijst de incidentele vordering tot voeging af. De zaak die Devianti Holding bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant tegen Airofiller Equipment Solutions B.V. aanhangig heeft gemaakt, is namelijk (nog) niet naar de Rechtbank Rotterdam verwezen. Die zaak en de hoofdzaak kunnen daarom (nog) niet worden gevoegd. Voeging van zaken kan alleen in het geval dat zaken voor dezelfde rechter aanhangig zijn (artikel 222 lid 1 Rv).
2.3.
De rechtbank merkt ten overvloede nog het volgende op. Als de Rechtbank Zeeland-West-Brabant overgaat tot verwijzing naar de Rechtbank Rotterdam van de zaak die Devianti Holding bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant tegen Airofiller Equipment Solutions B.V. aanhangig heeft gemaakt, dan leidt die verwijzing van rechtswege tot voeging van die zaak met de hoofdzaak. Daar is dus geen afzonderlijke (incidentele of ambtshalve) beslissing voor nodig.
2.4.
Devianti Holding c.s. worden in het incident in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten van PPT Beheer in het incident betalen. Die proceskosten worden begroot op nihil, omdat PPT Beheer zich in haar antwoord in het incident – van twee alinea’s tekst – aan het oordeel van de rechtbank heeft gerefereerd.

3.De beslissing

De rechtbank:
in het incident
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt Devianti Holding c.s. in de proceskosten van PPT Beheer, die worden begroot op nihil;
in de hoofdzaak
3.3.
bepaalt dat de zaak op de rol komt van
4 september 2024voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een mondelinge behandeling.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Arts. Het is ondertekend door de rolrechter en in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2024.
3349 / 3455