ECLI:NL:RBROT:2024:7991

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 augustus 2024
Publicatiedatum
26 augustus 2024
Zaaknummer
11068454 CV EXPL 24-11184
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een onbetaalde tandartsfactuur met betrekking tot buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente

In deze zaak heeft Infomedics B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die zelf procedeert, met betrekking tot een onbetaalde tandartsfactuur van € 30,15. De gedaagde heeft de factuur onbetaald gelaten en is in verzuim geraakt. Infomedics heeft meerdere pogingen ondernomen om de gedaagde tot betaling te bewegen, waaronder het versturen van een 14-dagenbrief. De gedaagde heeft echter geen tijdige betaling verricht en heeft in plaats daarvan verzocht om uitstel van betaling, wat niet is beantwoord door Infomedics.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de hoofdsom van € 30,15 verschuldigd is aan Infomedics. Na de dagvaarding heeft de gedaagde wel een betaling gedaan, maar deze was niet tijdig en de kantonrechter heeft geoordeeld dat de betaling eerst in mindering komt op de buitengerechtelijke kosten. De gedaagde is ook veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 9,85, omdat aan de voorwaarden voor vergoeding is voldaan. De gevorderde vervallen rente van € 3,27 is afgewezen, omdat deze onterecht was berekend over een bedrag dat al door de zorgverzekeraar was vergoed.

De kantonrechter heeft de proceskosten aan de kant van Infomedics begroot op € 343,54 en heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing houdt in dat de gedaagde moet betalen aan Infomedics, inclusief de wettelijke rente over het verschuldigde bedrag, en dat de gedaagde in de proceskosten wordt veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11068454 CV EXPL 24-11184
datum uitspraak: 16 augustus 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Infomedics B.V.,
vestigingsplaats: Almere,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Infomedics’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 27 maart 2024, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord van [gedaagde] en de stukken die zij toen heeft overhandigd;
  • de repliek, met bijlage.
1.2.
[gedaagde] heeft de gelegenheid gekregen om te reageren op de repliek, maar dat heeft zij niet gedaan.

2.Het geschil

2.1.
Infomedics eist, na de wijziging van de eis, samengevat:
  • [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 43,27 met rente;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 30,15, de vervallen rente van € 3,27 en buitengerechtelijke kosten van € 9,85.
2.2.
Infomedics baseert de eis op het volgende.
[gedaagde] heeft een factuur van € 30,15 die zij aan Infomedics verschuldigd is op grond van een overeenkomst met een zorgverlener onbetaald gelaten. Infomedics heeft meerdere keren geprobeerd [gedaagde] de nota te laten betalen en daarna de zogenoemde 14-dagenbrief aan [gedaagde] verstuurd. Hiervoor heeft Infomedics kosten gemaakt. [gedaagde] is naar aanleiding daarvan niet tijdig tot betaling overgegaan. Infomedics maakt daarom aanspraak op een vergoeding van buitengerechtelijke kosten van € 40,00. Infomedics maakt ook aanspraak op de wettelijke rente, omdat [gedaagde] in verzuim is.
2.3.
[gedaagde] is het eens met de eis en voert het volgende aan.
[gedaagde] betwist de vordering niet. Zij heeft, doordat zij in het buitenland woonde en dakloos is geweest, poststukken gemist. [gedaagde] heeft Infomedics per e-mail gevraagd om uitstel voor het betalen van de hoofdsom. Hierop is door Infomedics niet gereageerd.

3.De beoordeling

hoofdsom
3.1.
Infomedics stelt dat [gedaagde] een factuur van € 30,15 onbetaald heeft gelaten. Dit wordt door [gedaagde] niet betwist. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] gehouden is om de hoofdsom van € 30,15 te betalen aan Infomedics.
3.2.
Op 24 april 2024, dus na de dagvaarding, heeft [gedaagde] een bedrag van € 30,15 aan Infomedics betaald. Op grond van artikel 6:44 BW strekken betalingen éérst in mindering op de kosten, vervolgens op de rente en daarna op de hoofdsom. Van belang is daarom om te beoordelen of [gedaagde] op het moment dat zij betaalde een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en/of rente aan Infomedics verschuldigd was.
incassokosten
3.3.
Uit de e-mail van [gedaagde] van 13 maart 2024 blijkt dat zij op dat moment op de hoogte was van de vordering van Infomedics. De kantonrechter begrijpt dat de e-mail een reactie is op de 14-dagen brief die op 29 februari 2024 aan [gedaagde] is verstuurt. [gedaagde] kon op dat moment betalen zonder bijkomende kosten, maar heeft dit niet gedaan. Het kan zo zijn dat zij de reactie van Infomedics wilde afwachten voor wat betreft het door haar verzochte uitstel van betaling, maar daarmee heeft [gedaagde] een risico genomen dat voor haar rekening kwam. Pas op 24 april 2024 heeft zij betaald. Toen waren de buitengerechtelijke incassokosten al verschuldigd.
3.4.
Toepassing van artikel 6:44 BW leidt er in dit geval toe dat de door [gedaagde] gedane betaling van € 30,15 eerst in mindering strekt op de buitengerechtelijke kosten van € 40,00. Dit brengt met zich dat de resterende buitengerechtelijke kosten € 9,85 bedragen. Dat bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten wordt toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
rente
3.5.
Anders dan Infomedics heeft gesteld in de dagvaarding, is uit de bijlagen bij de dagvaarding gebleken dat niet [gedaagde], maar haar zorgverzekeraar een bedrag ad € 90,44 heeft vergoed. De eerste factuur die Infomedics aan [gedaagde] heeft gestuurd bedroeg (€ 120,59 – € 90,44 =) € 30,15. Uit de dagvaarding begrijpt de kantonrechter dat de vervallen rente is berekend over een bedrag van € 120,59. Dit ten onrechte, nu een bedrag van € 90,44 tijdig door de zorgverzekeraar is betaald. De vervallen rente van € 3,27 wordt dan ook afgewezen. De wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW wordt over een bedrag van € 30,15 toegewezen vanaf 26 februari 2024 tot 24 april 2024, omdat Infomedics genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist.
Infomedics moet de proceskosten betalen
3.6.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van Infomedics op € 113,54 aan dagvaardingskosten, € 130,00 aan griffierecht, € 80,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 40,00) en € 20,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 343,54. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
uitvoerbaarheid bij voorraad
3.7.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Infomedics dat eist en [gedaagde] daar niet op heeft gereageerd (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen € 40,00 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 30,15 vanaf 26 februari 2024 tot 24 april 2024;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Infomedics worden begroot op € 343,54;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.I. Mentink en in het openbaar uitgesproken.
62574