ECLI:NL:RBROT:2024:794
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de wettelijke schuldsaneringsregeling met toepassing van de hardheidsclausule
Op 31 januari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling voor verzoekster, die in financiële problemen verkeert. Verzoekster heeft een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, omdat zij heeft opgehouden te betalen of redelijkerwijs niet in staat is om haar schulden te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift voldoet aan de eisen en dat verzoekster in de drie jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift niet te goeder trouw is geweest met betrekking tot het ontstaan van haar schulden. Dit is voornamelijk te wijten aan een lening van haar vader, die zij niet heeft terugbetaald, waardoor andere schuldeisers benadeeld zijn.
Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat verzoekster onder bepaalde omstandigheden toch kan worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling, omdat zij sinds 15 november 2023 onder beschermingsbewind staat en geen nieuwe schulden meer aangaat. De rechtbank heeft de bevoegdheid om deze procedure te openen, aangezien het centrum van de voornaamste belangen van verzoekster in Nederland ligt. De rechtbank heeft de termijn van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op 18 maanden, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak, en heeft mr. M. Aukema benoemd tot rechter-commissaris. Tevens is er een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder toegekend, afhankelijk van de boedel.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en verzoekster kan binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep instellen, waarbij dit uitsluitend door een advocaat kan worden gedaan.