Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam 1]en
[handelsnaam 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 november 2023, met bijlagen;
- het antwoord (zowel mondeling als schriftelijk), met bijlagen;
- de brief van de gemachtigde van Laurenskerk, met bijlagen.
2.De beoordeling
€ 13.394,50 waren. Laurenskerk ging er in de eindfactuur vanuit dat [gedaagde] een aanbetaling had gedaan van € 8.098,50, met tot gevolg dat op de eindfactuur € 5.296,- als nog openstaand bedrag stond vermeld. De Laurenskerk vordert in deze procedure een bedrag van € 3.394,50. Dit bedrag is, zo begrijpt de kantonrechter, het op de eindfactuur nog openstaande bedrag van € 5.296,- met daarop in mindering gebracht een bedrag van
€ 1.901,50, omdat Laurenskerk er in de eindfactuur ten onrechte van uitging dat de aanbetaling van [gedaagde] € 8.098,50 bedroeg in plaats van € 10.000,-.
€ 3.394,50. [gedaagde] voert het verweer dat Laurenskerk een korting heeft verleend op de kosten van de inhuur van de techniek van € 850,- ten opzichte van het geoffreerde bedrag van € 2.830,-, zonder enige restrictie en zonder voorwaarden. Laurenskerk brengt daar tegenin dat zij slechts een voorstel heeft gedaan tot het verlenen van een coulancekorting, maar dat dit voorstel door [gedaagde] van de hand is gewezen en daarmee is komen te vervallen. De kantonrechter volgt [gedaagde] in haar verweer dat Laurenskerk een korting heeft verleend zonder restricties, om de volgende redenen.
Zijn visie is dat er voor 3332,95 euro aan diensten is geleverd, jullie geaccordeerde offerte voor de techniek is 2850 euro. Dan ga ik uit van 2850 euro wat we zwart op wit hebben en dan is 2000 euro ex btw is mijns inziens een mooi voorstel. Wij zullen de aangepaste factuur aan jullie verzenden.” Laurenskerk stuurt kennelijk, zo volgt uit de brief van 19 oktober 2023 van de gemachtigde van Laurenskerk, de creditfactuur op 30 maart 2023 aan [gedaagde].
inmiddels hebben we al een deel gecrediteerd(onderstreping Ktr.), maar er blijft nog een bedrag open staan van € 1359,50 te voldoen.” Bij die e-mail is de creditfactuur gevoegd als bijlage, waarin het bedrag van
€ 1.359,50 ook staat vermeld als nog openstaand bedrag.
€ 4.035,- voor inhuur techniek op de eindfactuur en het in de e-mail van 22 maart 2023 genoemde bedrag van € 2.000,-), komt het bedrag dat Laurenskerk maximaal van [gedaagde] kan vorderen dus uit op € 1.359,50 (€ 3.394,50 -/- € 2.035,-), zijnde het nog openstaande bedrag vermeld op de creditfactuur.
€ 1.359,50 geen verband meer houdt met de kosten voor de inhuur van de techniek, maar met andere posten (namelijk medewerker toilet, portier, F&B toeslag, stooktoeslag, energietoeslag en stoelen) die hoger uitkwamen op de eindfactuur dan op de offerte. Dit is ook begrijpelijk, aangezien de kosten die uiteindelijk in rekening zijn gebracht voor de inhuur van de techniek (€ 2.000,-) lager zijn dan het daarvoor oorspronkelijk geoffreerde bedrag (€ 2.830,-).