ECLI:NL:RBROT:2024:7920

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 augustus 2024
Publicatiedatum
23 augustus 2024
Zaaknummer
10810886 CV EXPL 23-31361
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oneerlijke huurprijswijzigingsbepaling in huurovereenkomst

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is er een geschil tussen The Lee Towers B.V. en een gedaagde over een huurprijswijzigingsbepaling die als oneerlijk wordt beschouwd. De uitspraak dateert van 16 augustus 2024 en betreft de zaak met nummer 10810886 CV EXPL 23-31361. De procedure begon met een tussenvonnis op 24 mei 2024, waarin werd geoordeeld dat de huurprijswijzigingsbepaling oneerlijk was, waardoor de oorspronkelijke huurprijs van € 1.110,- per maand bleef gelden. The Lee Towers heeft vervolgens een akte ingediend waarin zij stelt dat de gedaagde nog een bedrag van € 1.208,24 aan huurachterstand moet betalen. De gedaagde betwist deze claim en stelt dat hij juist een bedrag van € 4.024,96 teveel heeft betaald.

De kantonrechter heeft de eis van The Lee Towers tot betaling van € 1.208,24 toegewezen, waarbij werd vastgesteld dat er nog een huurachterstand van € 3.645,20 openstond, minus een oneerlijke verhoging van € 2.436,96. Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten van € 181,24 toegewezen, en is rente over het bedrag van € 1.208,24 toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst in stand blijft, omdat de huurachterstand niet ernstig genoeg was om de overeenkomst te beëindigen. De partijen zijn in het ongelijk gesteld, waardoor de proceskosten worden gecompenseerd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en alle andere vorderingen zijn afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10810886 CV EXPL 23-31361
datum uitspraak: 16 augustus 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
The Lee Towers B.V.
vestigingsplaats: Eindhoven,
eiseres,
gemachtigde: Active Collecting Control & Services B.V.,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
gemachtigde: [naam].
De partijen worden hierna ‘The Lee Towers’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het tussenvonnis van 24 mei 2024 en de daarin genoemde stukken;
  • de akte na tussenvonnis van The Lee Towers, met bijlagen;
  • de e-mail van de gemachtigde van [gedaagde] van 18 juli 2024, met een bijlage.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het voornoemde tussenvonnis is geoordeeld dat de huurprijswijzigingsbepaling oneerlijk is en dat daarom de eerste huurprijs van € 1.110,- per maand is blijven gelden. Dit is de kale huurprijs, exclusief service- en overige kosten. The Lee Towers is in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de eventuele huurachterstand op basis van deze huurprijs. Zij heeft daarna een akte genomen en namens [gedaagde] is daarop gereageerd. Ook heeft [gedaagde] een machtiging overgelegd waaruit blijkt dat mevrouw [naam] hem in deze procedure verder mag vertegenwoordigen.
2.2.
The Lee Towers heeft berekend en met stukken onderbouwd dat [gedaagde] volgens haar nog € 1.208,24 aan haar moet betalen. Zij handhaaft haar eis tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, omdat partijen sinds 2021 meerdere keren tegenover elkaar hebben gestaan in een procedure over een huurachterstand. [gedaagde] is het niet eens met de stellingen van The Lee Towers en meent dat hij juist € 4.024,96 teveel heeft betaald.
[gedaagde] moet nog € 1.208,24 aan The Lee Towers betalen
2.3.
De (gewijzigde) eis van The Lee Towers tot betaling van € 1.208,24 wordt toegewezen. Zoals blijkt uit het door The Lee Towers overgelegde overzicht staat er nog € 3.645,20 aan huurachterstand en servicekosten open en daarop strekt € 2.436,96 aan oneerlijke verhoging in mindering. De kantonrechter gaat uit van de juistheid van dit overzicht, omdat [gedaagde] niet heeft uitgelegd waarom hij het daarmee niet eens is.
[gedaagde] moet incassokosten betalen
2.4.
Als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt € 181,24 toegewezen. Aan alle voorwaarden om een vergoeding voor deze kosten te krijgen is voldaan (artikel 6:96 BW). Wel zijn de buitengerechtelijke incassokosten alleen berekend over de toewijsbare hoofdsom van € 1.208,24.
[gedaagde] moet rente betalen
2.5.
De rente wordt toegewezen over € 1.208,24 op de wijze zoals vermeld onder de beslissing. The Lee Towers heeft namelijk voor dit bedrag genoeg gesteld waaruit volgt deze rente moet worden betaald en [gedaagde] heeft dat niet betwist.
De huurovereenkomst blijft in stand en [gedaagde] hoeft de woning niet te verlaten
2.6.
Rekening houdende met de eerste huurprijs van € 1.110,- per maand is er geen sprake van een huurachterstand die ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te beëindigen. Meestal is het pas ernstig genoeg bij een achterstand van meer dan drie maanden. In dit geval is de huurachterstand lager, maar de kantonrechter moet rekening houden met alle omstandigheden. [1] Volgens The Lee Towers is [gedaagde] eerder ook al veroordeeld om een huurachterstand te betalen. Daar houdt de kantonrechter geen rekening mee, omdat in de betreffende zaak bij de berekening van de huurachterstand geen rekening is gehouden met de huurprijswijzigingsbepaling die in de onderhavige zaak als oneerlijk wordt beschouwd.
Verder geen oneerlijke bepalingen
2.7.
De kantonrechter heeft onderzocht of er nog andere oneerlijke bepalingen zijn, maar die zijn er niet. Daarbij is alleen gekeken naar bepalingen die voor deze zaak van belang zouden kunnen zijn. Bepalingen die voor beoordeling van de eis niet relevant zijn, heeft de kantonrechter dus niet getoetst.
De proceskosten worden gecompenseerd
2.8.
De kantonrechter bepaalt dat de partijen de eigen proceskosten dragen, omdat zij over en weer in het ongelijk zijn gesteld. Dat betekent dat zij geen vergoeding hoeven te betalen voor de kosten die de andere partij heeft gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan The Lee Towers te betalen € 1.389,48 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag dat aan huurachterstand vanaf de dag van dagvaarding heeft opengestaan tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
bepaalt dat de partijen de eigen proceskosten dragen;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en in het openbaar uitgesproken.
43416

Voetnoten

1.Hoge Raad 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810