Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 24 mei 2024 en de daarin genoemde stukken;
- de akte na tussenvonnis van The Lee Towers, met bijlagen;
- de e-mail van de gemachtigde van [gedaagde] van 18 juli 2024, met een bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is er een geschil tussen The Lee Towers B.V. en een gedaagde over een huurprijswijzigingsbepaling die als oneerlijk wordt beschouwd. De uitspraak dateert van 16 augustus 2024 en betreft de zaak met nummer 10810886 CV EXPL 23-31361. De procedure begon met een tussenvonnis op 24 mei 2024, waarin werd geoordeeld dat de huurprijswijzigingsbepaling oneerlijk was, waardoor de oorspronkelijke huurprijs van € 1.110,- per maand bleef gelden. The Lee Towers heeft vervolgens een akte ingediend waarin zij stelt dat de gedaagde nog een bedrag van € 1.208,24 aan huurachterstand moet betalen. De gedaagde betwist deze claim en stelt dat hij juist een bedrag van € 4.024,96 teveel heeft betaald.
De kantonrechter heeft de eis van The Lee Towers tot betaling van € 1.208,24 toegewezen, waarbij werd vastgesteld dat er nog een huurachterstand van € 3.645,20 openstond, minus een oneerlijke verhoging van € 2.436,96. Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten van € 181,24 toegewezen, en is rente over het bedrag van € 1.208,24 toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst in stand blijft, omdat de huurachterstand niet ernstig genoeg was om de overeenkomst te beëindigen. De partijen zijn in het ongelijk gesteld, waardoor de proceskosten worden gecompenseerd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en alle andere vorderingen zijn afgewezen.