Op 3 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in Paramaribo, Suriname. De verdachte was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd en werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. K. Blonk. De zaak betrof de tenlastelegging van diefstal in vereniging van verdovende middelen en het medeplegen van het vervoeren of aanwezig hebben van verdovende middelen. De officier van justitie, mr. W.A.J.A. Welten, had gevorderd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en een gevangenisstraf van 54 maanden.
De rechtbank heeft op basis van het onderzoek op de terechtzitting van 19 juni 2024 en de feiten die zich op 16 oktober 2023 hebben voorgedaan, geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om de verdachte als (mede)pleger van de ten laste gelegde feiten aan te merken. De verdachte werd in verband gebracht met een roofoverval waarbij cocaïne werd aangetroffen, maar de rechtbank kon niet vaststellen dat hij daadwerkelijk betrokken was bij de feiten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.
Daarnaast heeft de rechtbank beslist over de in beslag genomen voorwerpen. De officier van justitie had gevorderd de in beslag genomen iPhones terug te geven aan de verdachte, en de rechtbank heeft dit verzoek ingewilligd, aangezien er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd. Het vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting op 3 juli 2024.