Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- onder parketnummer 83-165166-21: bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder 1, 2 en 3 primair;
- onder parketnummer: 83-186934-21: bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- onder parketnummer: 83-165374-21: bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
Partiële vrijspraak onder parketnummer 83-165166-21:
271.98stuks sigaretten (garagebox Rotterdam) en
715.7stuks sigaretten (garageboxen Nieuwegein),
warenom tot bewijs van enig feit te dienen, te
hij en de medeverdachtegeen inkomsten had
denuit loon en/of geen inkomen uit zelfstandig bedrijf/beroep en/of geen vermogen had
den, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden;
- verklaart verbeurd de geldbedragen ter hoogte van in totaal € 46.990,- als bijkomende straf voor het onder 3 primair bewezenverklaarde onder parketnummer 83-165166-21.
op of omstreeks 18 april 2017 en/of 7 juni 2018,
te [plaatsnaam], althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(een) geschrift(en) dat/die bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te
weten;
- de inlichtingenstaat bij aanvraag bijstand als bedoeld in de Participatiewet (p. 5
van de bijlagen van het proces-verbaal) en/of;
- het vragenformulier aflossing (p. 32 van de bijlagen van het proces-verbaal),
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst door aan te geven dat hij geen
inkomsten had uit loon en/of geen inkomen uit zelfstandig bedrijf/beroep en/of
geen vermogen had,
met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te
doen gebruiken;
in of omstreeks de periode van 18 april 2017 tot en met 29 september 2019,
te [plaatsnaam], althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting,
te weten artikel 17 Participatiewet,
opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken,
en dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander,
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die
gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders
recht op een verstrekking of tegemoetkoming,
te weten een uitkering krachtens de Participatiewet,
dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming,
immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) niet (tijdig) doorgegeven aan het
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen dat hij, verdachte, en/of zijn
mededader(s), werkzaamheden heeft verricht en/of inkomsten heeft ontvangen
en/of vermogen had,
immers had hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (een) (contante)
geldbedrag(en), te weten
- (een) geldbedrag(en) van EUR 1.980,00 (AMB-029) en/of
- (een) geldbedrag(en) van EUR 5.950,00 (AMB-029) en/of
- (een) geldbedrag(en) van EUR 38.380,00 (AMB-029) en/of
- (een) geldbedrag(en) van EUR 680,00 (AMB-029),
althans een geldbedrag van (in totaal) EUR 46.990,00,
althans een of meer geldbedrag(en) voorhanden;