ECLI:NL:RBROT:2024:7844

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 juli 2024
Publicatiedatum
21 augustus 2024
Zaaknummer
83.263571.23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van opzettelijk voorhanden hebben van professioneel vuurwerk en een vuurwapen, gebrek aan bewijs voor beschikkingsmacht en wetenschap

Op 31 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het opzettelijk voorhanden hebben van professioneel vuurwerk en een vuurwapen (gaspistool). De officier van justitie, mr. K. Broere, eiste een gevangenisstraf van 12 maanden en onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen voorwerpen. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat op 4 november 2022 in de kelderbox van de verdachte een vuurwapen en een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk waren aangetroffen. De verdachte had echter wisselend verklaard en er waren geen vingerafdrukken of DNA van hem op de aangetroffen voorwerpen gevonden. De rechtbank oordeelde dat het enkele feit dat de verdachte op het adres stond ingeschreven, niet voldoende was om te concluderen dat hij beschikkingsmacht had over de aangetroffen zaken. De omstandigheden waaronder het vuurwerk en het vuurwapen waren aangetroffen, waren onvoldoende om wettig en overtuigend bewijs te leveren voor de beschuldiging. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de tenlastelegging.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer/s: 83.263571.23
Datum uitspraak: 31 juli 2024
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
Adres: Vertrokken Onbekend Waarheen (VOW).

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 31 juli 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K. Broere heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest;
  • onttrekking aan het verkeer van inbeslaggenomen vuurwerk, vuurwapen en verdovende middelen.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat bewezen kan worden dat de verdachte het tenlastegelegde professioneel vuurwerk en een vuurwapen (gaspistool) voorhanden heeft gehad en voert daartoe het volgende aan.
In de kelderbox van de woning van de verdachte aan [adres 1] is op 4 november 2022 door de politie een vuurwapen in een doosje en een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk aangetroffen. In de kruipruimte van de gang, waar de drie kelderboxen van de woningen [adres 1], [adres 2] en [adres 3] gelegen zijn, is eveneens een hoeveelheid professioneel vuurwerk aangetroffen.
Deze drie kelderboxen waren slechts toegankelijk met een sleutel via pand [adres 4] dat afgesloten was. De kelderbox van [adres 1] is bij de verdachte in gebruik en het vuurwerk en het doosje met daarin het vuurwapen stonden in het zicht bij het betreden van zijn kelderbox. De politie trof in de woning van de verdachte weliswaar drie personen aan, maar die hadden geen sleutel van de bovengenoemde toegang tot de drie kelderboxen. In een WhatsApp-gesprek van 23 april 2022 in de telefoon van verdachte heeft hij tegen zijn gesprekspartner gezegd dat, wanneer hij een pistool nodig heeft, de verdachte er één in huis heeft. Daarnaast heeft de verdachte op essentiële onderdelen wisselend verklaard.
4.1.2.
Beoordeling
Hoewel het professioneel vuurwerk en het vuurwapen onder bedenkelijke omstandigheden zijn aangetroffen, is het enkele feit dat de verdachte stond ingeschreven op voornoemd adres [adres 1] onvoldoende om te kunnen concluderen dat de verdachte beschikkingsmacht had over en wetenschap had van de aanwezigheid van het professioneel vuurwerk en het vuurwapen.
Daarop zijn geen vingerafdrukken of DNA van de verdachte aangetroffen. Toen de politie binnentrad, stond de deur van de kelderbox van de verdachte op een kier en die box was daarmee ook voor anderen toegankelijk. De bewoners van de woningen [adres 2] en [adres 3], die eveneens toegang hadden tot de drie kelderboxen en de tussenliggende gang via het afgesloten pand [adres 4], zijn niet gehoord door de politie. Daarom kan niet met voldoende zekerheid uitgesloten worden dat anderen dan de verdachte toegang kunnen hebben gehad tot de kelderbox van [adres 1] of de gang, waaronder zich de kruipruimte bevond.
Het bovengenoemde WhatsApp-gesprek vond geruime tijd (een half jaar) vóór het aantreffen van het vuurwapen plaats en uit dat gesprek kan niet worden afgeleid dat het specifiek ging om het later aangetroffen vuurwapen. De enkele mededeling van de verdachte dat hij een vuurwapen heeft, is dan ook onvoldoende.
Gelet al het voorgaande acht de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden dat de verdachte het tenlastegelegde professioneel vuurwerk en vuurwapen voorhanden heeft gehad.
4.1.3.
Conclusie
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5.In beslag genomen voorwerpen

5.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het professionele vuurwerk, het vuurwapen en de verdovende middelen (XTC-pillen en MDNA), zoals in beslag genomen, te onttrekken aan het verkeer.
5.2.
Beoordeling
Het vuurwerk, het vuurwapen en de verdovende middelen zullen worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet en het algemeen belang. De voorwerpen zijn aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar strafbare feiten waarvan de verdachte werd verdacht.

6.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
beslist ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
- professioneel vuurwerk:
- 29 kilo Red Bastard, enkelschots buizen;
- 4 kilo Dumbum Black Edition;
- 700 stuks Dumbum;
- 195 stuks Cobra 6;
- een gaspistool van het merk Zoraki, model 917, kaliber 9 mm;
- verdovende middelen:
- een zakje met vier XTC-pillen;
- twee zakjes met MDMA.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. Bouter, voorzitter,
en mrs. C.G. van de Grampel en A.J.P. van Essen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. van Puffelen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij, op of omstreeks 4 november 2022, te [plaatsnaam], in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- één of meer stuks knalvuurwerk (Cobra6 en/of DumBum en/of DumBum Black
Edition) en/of
- één of meer stuks enkelshotsbui(s)(z)en (Red Bastards)
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad in een kelderbox behorende bij de
woning aan de [adres 1];
(art 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit)
2
hij, op of omstreeks 4 november 2022, te [plaatsnaam], in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
in een kelderbox behorende bij de woning aan de [adres 1],
een wapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie,
te weten:
- een gaspistool van het merk Zoraki, model 917, serienummer [nummer]
, kaliber 9mm knal
zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool
voorhanden heeft gehad;
(art 26 lid 1 Wet wapens en munitie)