Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde01] .
[gedaagde02],
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 juli 2023, met bijlagen;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, met bijlage;
- het antwoord in het incident.
2.De eis in de hoofdzaak
- een verklaring voor recht dat het gebruiksrecht van [gedaagde01] bij het perceel eindigt bij het oogsten van de tarwe in 2023;
- een verklaring voor recht dat [gedaagde02] geen enkel recht heeft op gebruik van het perceel;
- [gedaagde01] en [gedaagde02] te veroordelen het perceel te ontruimen, te verlaten en niet meer te betreden, binnen 24 uur primair na genoemde oogst, subsidiair na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag per overtreding;
- subsidiair de overeenkomst met [gedaagde01] en/of [gedaagde02] te ontbinden, met veroordeling van hen tot ontruiming van het perceel zoals primair gevorderd;
- hoofdelijke veroordeling van [gedaagde01] en [gedaagde02] in de proceskosten, waaronder rente en nakosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.De eis in het incident
4.De beoordeling in incident
5.De beslissing
vrijdag 1 maart 2024;
dinsdag 20 februari 2024 om 11.30 uurmoeten laten weten op welke ochtenden/middagen in de maanden maart, april en mei 2024 zij echt niet naar een zitting kunnen komen en hun e-mailadres moeten opgeven;
dinsdag 20 februari 2024 om 10.00 uurvoor antwoord mogen reageren op de dagvaarding.