ECLI:NL:RBROT:2024:7622
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting woning wegens drugshandel
Op 15 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, een moeder en haar zoon, een voorlopige voorziening vroegen tegen de sluiting van hun woning door de burgemeester van Rotterdam. De sluiting was gebaseerd op een overtreding van de Opiumwet, waarbij in de woning een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs, een vuurwapen en een groot geldbedrag waren aangetroffen. De burgemeester had besloten de woning voor drie maanden te sluiten, omdat er sprake was van drugshandel vanuit de woning en deze bekend was in het drugscircuit.
Verzoekers voerden aan dat de sluiting grote gevolgen voor hen had, vooral omdat verzoeker 1 lijdt aan multiple sclerose en er aanpassingen in de woning waren gedaan. De voorzieningenrechter erkende de nadelige gevolgen van de sluiting, maar oordeelde dat de belangen van de burgemeester zwaarder wogen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de aangetroffen spullen, waaronder de drugs en het vuurwapen, een ernstige situatie creëerden die de sluiting rechtvaardigde. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, waardoor de burgemeester de woning mocht sluiten. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en er stond geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.