ECLI:NL:RBROT:2024:7622

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 augustus 2024
Publicatiedatum
20 augustus 2024
Zaaknummer
24/7488
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting woning wegens drugshandel

Op 15 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, een moeder en haar zoon, een voorlopige voorziening vroegen tegen de sluiting van hun woning door de burgemeester van Rotterdam. De sluiting was gebaseerd op een overtreding van de Opiumwet, waarbij in de woning een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs, een vuurwapen en een groot geldbedrag waren aangetroffen. De burgemeester had besloten de woning voor drie maanden te sluiten, omdat er sprake was van drugshandel vanuit de woning en deze bekend was in het drugscircuit.

Verzoekers voerden aan dat de sluiting grote gevolgen voor hen had, vooral omdat verzoeker 1 lijdt aan multiple sclerose en er aanpassingen in de woning waren gedaan. De voorzieningenrechter erkende de nadelige gevolgen van de sluiting, maar oordeelde dat de belangen van de burgemeester zwaarder wogen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de aangetroffen spullen, waaronder de drugs en het vuurwapen, een ernstige situatie creëerden die de sluiting rechtvaardigde. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, waardoor de burgemeester de woning mocht sluiten. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en er stond geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/7488
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 augustus 2024 op het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker 1] en M. [verzoeker 2], uit [plaatsnaam 1], verzoekers

(gemachtigde: mr. M.H. Bahreman),
en

de burgemeester van Rotterdam

(gemachtigde: mr. R. Duivenvoorde).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [derde-partij] uit [plaatsnaam 2].

Inleiding

1. Met het bestreden besluit van 31 juli 2024 heeft de burgemeester de woning van verzoekers gesloten vanwege een overtreding van de Opiumwet. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt. Ook hebben zij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 15 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekers, de gemachtigde van verzoekers, de gemachtigde van de burgemeester, [naam 1] (namens de burgemeester) en mr. E.J. Lichtenveldt (namens [derde-partij]).
3. Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

4. Verzoekers (moeder en zoon) wonen op het adres [adres]. Zij wonen daar met de echtgenoot van verzoekster [verzoeker 1] en een tweede zoon ([naam 2]). Zij huren deze woning van [derde-partij].
5. Op 27 mei 2024 heeft de politie de woning doorzocht in het kader van een onderzoek naar bedreiging. In de woning is onder meer het volgende aangetroffen: netto 1.090,1 gram heroïne, netto 402,8 gram 2-MMC [1] , netto 37,5 gram hasjiesj, 23,3 gram paracetamol, € 32.325,-, een geladen vuurwapen met daarin zes patronen, 42 losse patronen, twee boksbeugels, meerdere telefoons en simkaarten, drie GPS-trackers (om heimelijk voertuigen te volgen) en twee bivakmutsen. Dit blijkt uit een bestuurlijke rapportage van de politie van 6 juni 2024.
6. Op dit moment zitten de echtgenoot en [naam 2] nog in voorarrest.
Waar gaat het in deze zaak om?
7. Naar aanleiding van de bestuurlijke rapportage heeft de burgemeester besloten om de woning van verzoekers te sluiten voor drie maanden op grond van het bepaalde in artikel 13b van de Opiumwet. Verzoekers zijn het hier niet mee eens en zij willen met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat hun woning voorlopig open blijft. De burgemeester heeft toegezegd dat de woning open blijft tot de uitspraak van de voorzieningenrechter.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af
8. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
9. Gelet op de grote hoeveelheid harddrugs die in de woning is aangetroffen, is de burgemeester bevoegd de woning te sluiten. Dit wordt ook niet door verzoekers betwist. Verzoekers betwisten wel de noodzaak om de woning te sluiten. De burgemeester heeft in het bestreden besluit de noodzaak van de sluiting goed gemotiveerd. Er is niet alleen een grote hoeveelheid harddrugs aangetroffen, maar ook een vuurwapen en een groot geldbedrag dat verspreid lag op verschillende plekken in de woning. Verzoekers hebben tijdens de zitting verklaard dat dit geld afkomstig is van de verkoop van een auto door [naam 2]. De voorzieningenrechter vindt het niet aannemelijk dat het bedrag van € 32.325,- alleen afkomstig is van de verkoop van een auto. Gelet op alles wat er in de woning is aangetroffen en het feit dat de spullen, waaronder het geld, verspreid door de woning lagen, maakt het aannemelijk dat er sprake is van drugshandel vanuit de woning en dat de woning bekend is in het drugscircuit. De omstandigheid dat er geen ‘loop’ naar de woning is en dat er geen overlast wordt ervaren, maakt dit niet anders. Verder bevindt de woning zich in een voor drugscriminaliteit kwetsbare wijk. Het is daarom belangrijk dat er een signaal wordt afgegeven dat daar tegen wordt opgetreden. De burgemeester kon daarom niet met een lichtere maatregel volstaan.
10. De voorzieningenrechter is zich ervan bewust dat de sluiting van de woning nadelige gevolgen heeft voor verzoekers. Zij zullen op zoek moeten gaan naar een andere woning, in ieder geval voor de komende drie maanden, maar mogelijk ook voor de periode daarna. De voorzieningenrechter is van oordeel dat ook verzoekers een verwijt kan worden gemaakt van wat zich in de woning heeft afgespeeld. Daarbij is met name van belang dat de aangetroffen spullen verspreid over de woning lagen. Verzoeker heeft multiple sclerose en er zijn voor hem aanpassingen gedaan in de woning, zoals handgrepen in de badkamer en een verhoging op de bril van het toilet. Deze aanpassingen kunnen echter ook meegenomen worden naar een andere woning. De huidige woning heeft verder geen drempels en is bereikbaar met een lift. Alhoewel het moeilijk zal zijn om een andere woning te vinden, zijn er ook andere woningen zonder drempels en met een lift. Dit zijn geen bijzondere aanpassingen die maken dat verzoekers gebonden zijn aan de huidige woning. De voorzieningenrechter vindt daarom dat de belangen van de burgemeester in dit geval zwaarder wegen dan de belangen van verzoekers. Er is een grote hoeveelheid harddrugs aangetroffen, een geladen vuurwapen en een groot geldbedrag. Dit maakt dat er sprake is van een ernstige situatie, zodat de gevolgen van de sluiting in dit geval niet onevenwichtig zijn.

Conclusie en gevolgen

10. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de burgemeester de woning mag sluiten. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 augustus 2024 door mr. M.H.L. van Dijkman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van E.C. Petrusma, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.2-MMC is een designerdrug die nog niet op de Opiumwetlijst staat.