ECLI:NL:RBROT:2024:7542

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 augustus 2024
Publicatiedatum
16 augustus 2024
Zaaknummer
C/10/677662 / KG ZA 24-354
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot inzage in VvE-administratie in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 augustus 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, eiseres, en een andere besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gedaagde. Eiseres vorderde inzage in de administratie van de Vereniging van Eigenaren (VvE) waar zij lid van is, op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De vorderingen van eiseres werden grotendeels afgewezen. De rechtbank oordeelde dat eiseres geen recht had op inzage in de stukken, omdat gedaagde niet langer de administrateur was en eiseres niet bevoegd was om namens de VvE op te treden. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiseres wel recht had op inzage in de e-mailcorrespondentie met de handhavend ambtenaar van de afdeling Bouw & Woningtoezicht over het pand, omdat zij een rechtmatig belang had bij deze informatie. Gedaagde werd veroordeeld om deze stukken binnen zeven dagen na betekening van het vonnis te verstrekken, op straffe van een dwangsom. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten, die door de rechtbank werden begroot op € 3.973,00. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/677662 / KG ZA 24-354
Vonnis in kort geding van 9 augustus 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. Th.C. Visser te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te Papendrecht,
gedaagde,
advocaat mr. J.W. Janssens te Houten.
Partijen worden hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 29 april 2024, met producties 1 tot en met 7;
  • de producties 1 tot en met 13 van [gedaagde];
  • de mondelinge behandeling op 8 mei 2024 en de toen overgelegde pleitaantekeningen van mr. Janssens;
  • de aanvullende producties 8 en 9 van [eiseres];
  • de aanvullende producties 13 tot en met 17 van [gedaagde];
  • de mondelinge behandeling op 26 juli 2024 en de toen overgelegde pleitaantekeningen van mr. Janssens.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is eigenaar van twee appartementen in het pand aan [adres] (hierna: het pand). Als eigenaar is zij lid van de VVE van het pand (hierna: de VVE). De VVE bestaat uit meerdere eigenaren. De directeur-grootaandeelhouder van [eiseres] is [naam 1] (hierna: [naam 1]). [eiseres] is lid van de kascommissie van de VVE.
2.2.
[gedaagde] is een professioneel VVE-beheerder. [gedaagde] was tot voor kort beheerder en tevens bestuurder van de VVE. De directeur-grootaandeelhouder van [gedaagde] is [naam 2].
2.3.
[gedaagde] heeft voor haar werkzaamheden voor de VVE gebruik gemaakt van Twinq, een veelgebruikt online portal dat wordt gebruikt voor het beheer van VVE’s.
2.4.
Op 26 mei 2024 heeft [naam 1] in een e-mail aan [gedaagde] het volgende geschreven:
“Namens de gezamenlijke eigenaren binnen [adres], kan ik u mededelen dat zij unaniem het besluit hebben genomen om uw bedrijf met onmiddellijke ingang te ontslaan als administrateur/beheerder/bestuurder.
Het ongenoegen is zeer groot omdat u zich in werkelijk niets als een professionele partij heeft gedragen. U doet maar wat, waarvoor u bovendien op geen enkele manier een volmacht of opdracht heeft ontvangen vanuit de eigenaren c.q. algemene ledenvergadering en u bent op vrijwel elk gebied tegen de wensen v n de eigenaren ingegaan. U informeerde niet, u communiceerde niet, u initieerde niet, u antwoordde niet, u adviseerde niet en presteerde niet. Alle waarschuwingen voor financiële en materiële schade sloeg u in de wind. De schade die u heeft veroorzaakt is inmiddels zeer hoog opgelopen en daarom hebben alle eigenaren unaniem ook besloten om een advocaat in te schakelen om een claim bij uw bedrijf en bij u als bestuurder van [gedaagde] Beheer in te dienen. Ook zal er bij de certificerende instantie een klacht worden ingediend. Dit mede ter bescherming van andere Verenigingen van Eigenaars.
Omdat u per direct bent ontslagen is het u ook uitdrukkelijk verboden om nog betalingen te
verrichten of om de VvE te verbinden voor bedragen waarvoor u als bestuurder bevoegd was op basis van de splitsingsakte of om de VvE op enigerlei manier te vertegenwoordigen.
U zult benaderd worden door Exact Beheer b.v., [naam 3], die per direct als nieuwe
bestuurder is aangesteld, om een volledige en correcte overdracht te bewerkstelligen. Elke vorm van tegenwerking hierin zal worden meegenomen in de claim tegen uw bedrijf en u in persoon.
Ik stuur u deze mail namens alle eigenaren binnen de VvE;”
2.5.
De VVE heeft Exact Beheer aangesteld als opvolgend beheerder en bestuurder.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert – samengevat – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] inzage te verlenen in haar administratie, meer specifiek de volgende informatie zoals die is geconcretiseerd tijdens de mondelinge behandeling op 8 mei 2024:
a. de e-mailcorrespondentie met de handhavend ambtenaar van de afdeling Bouw & Woningtoezicht over het pand;
b. een onderbouwing van het budget van € 200.000,- uit het MJOP zoals door [gedaagde] is genoemd tijdens de vergadering van 19 december 2023, waaronder offertes en correspondentie die aan dat budget ten grondslag liggen;
c. het polisblad van de opstalverzekering en bewijs dat de premie is betaald;
d. de offerteaanvraag vanuit [gedaagde] richting Imto (niet de offerte zelf, die heeft [eiseres] al);
e. de financiële administratie van de VVE;
f. stukken uit de administratie, inclusief correspondentie, die zien op de lekkages.
(hierna gezamenlijk: de Bescheiden).
op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag met een maximum van € 50.000,-;
II. [gedaagde] te veroordelen de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[gedaagde] voert gemotiveerd verweer. Dit strekt tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van [eiseres] in de daadwerkelijke proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.

4.De beoordeling

Uitgangspunt voor de beoordeling

4.1.
[eiseres] is lid van de VVE en van de kascommissie van de VVE. Zij heeft een geschil met de VVE en [gedaagde] over schade door lekkages die [eiseres] wijt aan een gebrek aan onderhoud. Daarover loopt een bodemprocedure. Zij vordert de Bescheiden enerzijds vanwege het geschil met de VVE/[gedaagde] en anderzijds om als lid van de kascommissie toezicht te houden op uitgaven van de VVE.
4.2.
De grondslag van de vorderingen, zoals in de dagvaarding verwoord, is artikel 40 lid 6 van het toepasselijke modelreglement. Dat artikel bepaalt dat ieder lid van de VVE inzage in de administratie kan vragen aan de administrateur. Echter, [gedaagde] is geen administrateur meer want die functie had zij als VVE-beheerder/bestuurder en inmiddels is zij ontslagen. Als [eiseres] een beroep op artikel 40 wil doen, moet zij zich richten tot de opvolger van [gedaagde]. [eiseres] kan ook geen aanspraak op de stukken maken op de grond dat zij eigendom van de VVE zijn, want [eiseres] is niet de VVE en gesteld noch gebleken is dat zij gevolmachtigd is namens de VVE dit kort geding te voeren. [1] [eiseres] kan dus alleen aanspraak maken op de stukken op grond van en binnen de grenzen van artikel 843a Rv.
4.3.
Voordat wordt ingegaan op artikel 843a Rv, gaat de voorzieningenrechter in op de door [gedaagde] gevoerde formele verweren.
Spoedeisendheid
4.4.
De vorderingen zijn naar hun aard voldoende spoedeisend.
Hoedanigheid van [gedaagde]
4.5.
[gedaagde] betoogt dat het onduidelijk is of de vordering zich tegen haar als (voormalig) beheerder of als (voormalig) bestuurder van de VVE richt en dat [eiseres] daarom niet ontvankelijk is in haar vorderingen. Dit verweer slaagt niet omdat ook zonder die hoedanigheden een vordering uit hoofde van artikel 843a Rv mogelijk is.
Strijd met artikel 21 Rv
4.6.
[gedaagde] betoogt verder dat alle vorderingen moeten worden afgewezen omdat [eiseres] tijdens de zitting van 8 mei 2024 heeft verzwegen dat [gedaagde] door de ALV van 1 mei 2024 is ontslagen, terwijl het onderwerp dat partijen mogelijk afscheid van elkaar zouden moeten nemen op die zitting expliciet aan de orde is geweest.
4.7.
[gedaagde] stelt terecht dat [eiseres] in strijd met artikel 21 Rv nagelaten heeft op de zitting van 8 mei 2024 melding van het ontslag te maken, terwijl hier wel alle aanleiding toe was. De grondslag van de vordering uit de dagvaarding was immers dat [gedaagde] als administrateur gehouden was inzage te geven. Het feit dat er al een ALV is geweest waar tot ontslag is besloten (er werd blijkens de toelichting van [eiseres] op de mondelinge behandeling alleen nog gewacht op een paar volmachten) was dus een relevant gegeven.
4.8.
De voorzieningenrechter gaat niet zover dat de vorderingen om deze reden worden afgewezen. Artikel 843a Rv blijft immers ook zonder beheerder/bestuurderschap een grondslag voor de vordering. Wel is er reden om ook de overige stellingen van [eiseres] extra kritisch te beoordelen. Bovendien wordt er bij de beslissing over de proceskosten rekening mee gehouden dat een deel van de proceskosten vermeden had kunnen worden als [eiseres] direct duidelijkheid had gegeven. Waarschijnlijk had de tweede zitting vermeden kunnen worden.
Criteria en toetsing artikel 843 Rv
4.9.
Artikel 843a lid 1 Rv bepaalt dat hij die daarbij (i) rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel kan vorderen van (ii) bepaalde bescheiden aangaande (iii) een rechtsbetrekking waarbij hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden tot zijn beschikking of onder zijn berusting heeft. Indien aan deze voorwaarden is voldaan, is degene die de stukken waarvan afgifte wordt gevraagd niettemin niet gehouden deze af te geven indien (a) een gewichtige reden zich daartegen verzet of (b) redelijkerwijze aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder afgifte van de gevraagde stukken is gewaarborgd (artikel 843a lid 4 Rv).
a. de e-mailcorrespondentie met de handhavend ambtenaar van de afdeling Bouw & Woningtoezicht over het pand;
4.10.
Het pand heeft al jarenlang last van ernstige lekkages en op zitting is gebleken dat gepland grootschalig onderhoud aan het pand een forse vertraging heeft opgelopen. Dit kwam doordat het onderhoud vergunningsplichtig was en er geen vergunning was. Daarmee heeft [eiseres], in ieder geval als eigenaar van meerdere appartementen die last hebben van lekkages, er een rechtmatig belang bij om inzage te krijgen over de correspondentie met de handhavend ambtenaar van de afdeling Bouw & Woningtoezicht over het pand. Die stukken zijn ook voldoende bepaalbaar en [gedaagde] heeft op zitting verklaard deze e-mails te hebben en deze niet verstrekt te hebben. Daarmee is [gedaagde] op grond van artikel 843a Rv gehouden hiervan aan [eiseres] een afschrift te verstrekken.
b. een onderbouwing van het budget van € 200.000,- uit het MJOP
4.11.
[gedaagde] heeft op zitting verklaard dat het bedrag van € 200.000,00 een schatting is op basis van het onderhoud dat volgens het MJOP moet worden uitgevoerd. Volgens haar zijn er geen offertes en correspondentie die aan het budget ten grondslag lagen. [eiseres] heeft niet aannemelijk gemaakt dat deze stukken er wel zijn en de MJOP zelf heeft [eiseres]. Haar vordering kan op dit punt daarom niet worden toegewezen.
c.
polisblad en bewijs van betaling
4.12.
Deze stukken zijn na de zitting van 8 mei 2024 verstrekt door [gedaagde]. Toewijzing van de vordering op dit punt is daarmee niet meer aan de orde.
de offerteaanvraag vanuit [gedaagde] richting Imto
de financiële administratie van de VVE
stukken uit de administratie, inclusief correspondentie, die zien op de lekkages
4.13.
De resterende documenten lenen zich voor een gezamenlijke behandeling. [gedaagde] stelt dat deze documenten, voor zover zij daarover beschikte, zich in Twinq bevinden. Daartoe hebben zowel Exact Beheer als [eiseres] zelf als lid van de kascommissie toegang. Er is dus geen enkele reden dat [gedaagde] dit voor [eiseres] zou moeten regelen. Bovendien heeft [gedaagde] geen toegang meer tot de bestanden van de VVE in Twinq. Zij kan die toegang krijgen door zich in Twinq opnieuw aan te melden als beheerder van de VVE, maar zij stelt daartoe niet gehouden te zijn. [gedaagde] is immers geen beheerder van de VVE meer en wil niet het verwijt krijgen dat zij op onrechtmatige wijze toegang tot Twinq heeft verkregen. Zij wil dit alleen toen tegen betaling van de kosten en met een uitvoerige vrijwaring. Aldus steeds [gedaagde].
4.14.
[eiseres] betwist dat deze gegevens zich in Twinq bevinden, althans zij stelt dat Exact Beheer en zij deze documenten in Twinq niet kunnen terugvinden. Zij beroept zich op een overgelegde verklaring van Exact Beheer (productie 9) met daarbij een overzicht van wat er wel en niet is aangetroffen.
4.15.
De voorzieningenrechter wijst deze vordering af. Deze vordering is er in feite op gericht om er voor te zorgen dat Exact Beheer de beschikking krijgt over de administratie van de VVE. Het ligt op de weg van de VVE en niet van [eiseres] als lid van de VVE om daar actie op te ondernemen. Het belang van de financiële administratie is voor [eiseres] niet anders dan voor andere leden van de VVE. Ook als lid van de kascommissie heeft [eiseres] – voor zover gesteld of gebleken – geen vertegenwoordigingsbevoegdheid van de VVE. Bij deze beslissing wordt meegewogen dat [eiseres] tegen de VVE procedeert in een bodemprocedure bij deze rechtbank. Dat maakt dat er mogelijk sprake is van een tegenstrijdig belang, zodat er te meer aanleiding is om de VVE zelf verantwoordelijk te laten zijn voor haar eigen administratie.
4.16.
Bij het voorgaande komt nog voor de stukken bedoeld onder f dat deze te onbepaald zijn. Dit deel van de vordering heeft het karakter van een
fishing expedition.
4.17.
De voorzieningenrechter wil [gedaagde] wel op het volgende wijzen. [gedaagde] is een professionele VVE-beheerder en bestuurder en vervulde die functies tot voor kort bij de VVE. Een VVE-beheerder en bestuurder is bij ontslag gehouden om de door hem/haar beheerde informatie van de VVE over te dragen aan de VVE of een opvolger. Die verplichting volgt, ook als dat niet expliciet overeengekomen is, uit de aard van een overeenkomst van opdracht tussen een VVE en een VVE-beheerder/bestuurder. Wanneer de vertrekkende beheerder die informatie in Twinq heeft opgeslagen en ook zijn opvolger daarvan gebruik maakt (zoals in dit geval), dan ligt het voor de hand dat invulling aan die verplichting kan worden gegeven door de volledige in Twinq opgenomen administratie aangaande de VVE in of via Twinq toegankelijk te maken voor de opvolger. [gedaagde] stelt dit gedaan te hebben (zij het in twee stappen) en [eiseres] stelt dat dit niet zo is, althans dat Exact Beheer de gegevens niet kan vinden. In een dergelijke situatie mag van [gedaagde] als professionele partij verwacht worden dat zij zich inspant om haar opvolger op weg te helpen.
proceskosten
4.18.
[eiseres] wordt als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter ziet geen basis voor een veroordeling van [eiseres] in de volledige daadwerkelijke proceskosten van dit kort geding. Ook zonder de schending van artikel 21 Rv was het immers tot een kort geding gekomen. Wel neemt de voorzieningenrechter in de proceskosten een opslag op. Zonder de schending van artikel 21 Rv had een gerichter debat kunnen plaatsvinden en was de tweede mondelinge behandeling vermoedelijk niet nodig geweest.
4.19.
De kosten van [gedaagde] worden begroot op:
4.20.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.21.
Het vonnis wordt zoals gevorderd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
a. veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis inzage te verlenen in de e-mailcorrespondentie met de handhavend ambtenaar van de afdeling Bouw & Woningtoezicht over het pand, op verbeurte van een dwangsom van € 100,- per werkdag met een maximum van € 2.500,- dat [gedaagde] aan deze veroordeling geen gevolg geeft;
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 3.973,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [eiseres] € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;
veroordeelt [eiseres] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. Doorduijn en in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2024.
[1876/3070]

Voetnoten

1.[eiseres] heeft notulen van de ALV overgelegd waarin [gedaagde] is ontslagen. Daarin staat [naam 1] wordt gemachtigd om het contract met [gedaagde] te beëindigen, dat er een juridisch adviseur gezocht zal worden om [gedaagde] aansprakelijk te stellen en dat over de persoon van die juridisch adviseur bij een volgende vergadering gesproken zal worden. Hieruit blijkt niet dat de VVE ermee heeft ingesteld dat [eiseres] namens haar een kort geding zou voeren.