Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 april 2023, met producties 1 tot en met 22;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 4;
- de oproepingsbrief van 22 augustus 2023 van deze rechtbank op grond waarvan partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling;
- de zittingsagenda van 15 december 2023;
- de brieven van 22 en 28 december 2023 van Bunker Partner c.s., met producties 23 tot en met 40;
- de akte overlegging productie van Golden Arrow, met een aanvulling op productie 4, door haar genoemd ‘productie 4 (vervolg)’;
- de spreekaantekeningen van partijen;
- de mondelinge behandeling van 11 januari 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2.De zaak in het kort
Pentadecylphenol), reden waarom de geleverde bunkerolie volgens haar niet voldeed aan de toepasselijke ISO-norm en in strijd is met internationale regelgeving.
Golden Arrow heeft de stellingen van Bunker Partner c.s. gemotiveerd bestreden. Zij betwist in het bijzonder dat de door haar geleverde VLSFO niet aan de normen voldeed en dat de motorproblemen van het schip door het gebruik van de VLSFO zijn ontstaan.
3.De feiten
very low sulphur fuel oil(hierna: VLSFO) geleverd aan boord van het schip. Voor die levering heeft zij middels een factuur aan ‘
Masters and/or Owners ao Managing Owners ao Operators of the M.V. Ulusoy-12’een prijs van USD 379.638,60 in rekening gebracht.
This transaction is subject to the General Terms & Conditions as agreed between buyer and seller.
bunker delivery note(hierna: BDN) van Golden Arrow van 16 januari 2022 blijkt dat van de geleverde VLSFO onder meer een monster is getrokken met zegelnummer [nummer 1] (zeeschip).
on specbevonden.
gedebunkerden is het restant van de door Golden Arrow geleverde (en ongebruikte) bunkers uit het schip verwijderd.
Total FAME content’ 347 ppm bedraagt en dat de contaminant Pentadec
enylphenol wordt genoemd terwijl deze ook wordt aangeduid als C21H34O
.In latere rapporten is vermeld dat dit monster lijkt te zijn genomen door het schip. Het wordt op de BDN niet genoemd.
4.Het geschil
5.De beoordeling
De rechtbank is bevoegd
(Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende lichamelijke zaken van 11 april 1980). Volgt de rechtbank Bunker Partner daarin niet, dan beroept Bunker Partner zich op het Nederlandse interne recht. Op de zitting is door Bunker Partner c.s. ook verduidelijkt dat Evomarine alleen vorderingen uit onrechtmatige daad instelt.
NOVE General Conditions Dutch Association of Independent Bunker Suppliers’ (hierna: NOVE-voorwaarden) en beroept zich op artikel 17.1 van die voorwaarden, dat als volgt luidt:
“The agreement entered into with the Buyer shall be governed by the laws of the Netherlands. (…) Applicability of [het Weens Koopverdrag, rechtbank] is excluded.”Zij meent dat enkel Nederlands intern recht van toepassing is op het geschil tussen partijen en dat de toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag is uitgesloten, wat Bunker Partner c.s. bestrijdt.
CISG Advisory Council(die tot doel heeft een uniforme interpretatie van het Weens Koopverdrag te bevorderen) specifiek voor de toepasselijkheid van algemene voorwaarden in ‘
Opinion 13 Inclusion of Standard Terms’ (hierna: Opinie 13) ‘
black letter rules’heeft geformuleerd die, voor zover relevant, als volgt luiden:
All our transactions are subject to our general terms and conditions as can be found on our website WWW.GOLDENARROW.NL.”
All our transactions and offers are subject to the NOVE general terms and conditions as can be found on our website. (…) https://goldenarrow.nl/pdf/golden-arrow-olieproducten-bv-terms-and-conditions.pdf.”
sales order confirmationsen de
NOVE General Conditions Dutch Associationzijn bijgevoegd.
e-mails vast dat Golden Arrow bij de eerdere transacties met Bunker Partner steeds de wens heeft geuit om te contracteren met toepasselijkheid van de NOVE-voorwaarden. Dat Golden Arrow later de indruk heeft gewekt dat zij dit niet langer wilde is niet gesteld of gebleken. Bunker Partner wist dus voor het sluiten van de aan de levering op 16 januari 2022 ten grondslag liggende koopovereenkomst dat Golden Arrow de NOVE-voorwaarden wilde toepassen op al haar (toekomstige) bunkerleveranties. In overeenstemming met artikelen 8 en 9 Weens Koopverdrag moest Bunker Partner begrijpen dat Golden Arrow bij het verkopen van VLSFO steeds de toepasselijkheid van de NOVE-voorwaarden voor ogen heeft gehad en dat enig aanbod van Golden Arrow de toepasselijkheid daarvan heeft geïmpliceerd. Niet is gebleken dat Bunker Partner op enig moment heeft geprotesteerd tegen die wens van Golden Arrow, met als gevolg dat zich het in Opinie 13
black letter rule2 bedoelde geval voordoet dat ‘
the parties have (…) impliedly agreed to their inclusion at the time of the formation of the contract’.
bunker delivery noteseen verwijzing naar algemene voorwaarden met een iets andere naam (namelijk:
the General Conditions of the Dutch Association of Independent Bunker Suppliers) is opgenomen, is van ondergeschikt belang omdat Golden Arrow in haar hiervoor gegeven e-mails aan Bunker Partner steevast heeft verwezen naar de NOVE-voorwaarden en ook steeds het pdf-bestand met de naam ‘
NOVE General Conditions Dutch Association’ heeft meegezonden. Dat er geen sprake is van een
clear reference, zoals Bunker Partner betoogt, ziet de rechtbank dan ook niet.
black letter rule3.4 dus ook geen onderdeel zijn geworden van de onderhavige koopovereenkomst voor de bunkerleverantie van 16 januari 2022. Dat betoog gaat er echter aan voorbij dat Golden Arrow de NOVE-voorwaarden bij de eerdere transacties steeds als bijlagen bij e-mails aan Bunker Partner heeft toegestuurd en dat Bunker Partner daardoor reeds bekend was met de NOVE-voorwaarden voor de totstandkoming van de koopovereenkomst voor de bunkerleverantie op 16 januari 2022. In overeenstemming met
black letter rule3.3 waren de NOVE-voorwaarden aldus ‘
made available to and retrievable electronically’ en ‘
accessible at the time of negotiating the contract’. De beweerde ontijdigheid van het toezenden van de NOVE-voorwaarden bij de voorgaande transacties is niet relevant want het doet niet af aan de vaststelling dat Bunker Partner meermalen een pdf-bestand met de NOVE-voorwaarden toegestuurd heeft gekregen en dat zij die voorwaarden daardoor voor het sluiten van de koopovereenkomst voor de bunkerleverantie van 16 januari 2022 kon raadplegen.
off-hire, kosten in verband met het uitwijken van het schip tijdens de reis, diverse leveringen van extra bunkerolie, kosten van de niet-gebruikte bunkerolie, vertragingsschade, schade aan de motor, diverse agencykosten, kosten van diverse survey’s en kosten voor
debunkeringen testen. Zij stellen dat deze schadeposten steeds aan ofwel Evomarine, ofwel Bunker Partner zijn gefactureerd en dat Evomarine schadeposten die niet rechtstreeks aan Bunker Partner zijn gefactureerd, zelf aan Bunker Partner heeft door gefactureerd. Dit roept de vraag op welke rol of positie Evomarine had in de exploitatieketen van het schip ten tijde van de levering van de VLSFO en of zij de gevorderde schade als een gevolg van de (gestelde) levering van verontreinigde VLSFO wel in haar eigen vermogen heeft geleden (hetgeen Golden Arrow betwist).
back-to-back sub-charters. Op basis van de stukken en de ter zitting gegeven (en niet door Golden Arrow gemotiveerd weersproken) toelichting van Bunker Partner c.s. stelt de rechtbank vast dat Evomarine de tijdbevrachter was van het schip en dat zij het schip voor langere tijd in bevrachting heeft verkregen van de eigenaar van het schip [naam 2]). Evomarine heeft op haar beurt het schip in (onder)tijdbevrachting gegeven aan Bunker Partner. Bunker Partner heeft verder toegelicht dat zij het schip vanaf 5 april 2022 heeft onderverhuurd aan [naam 3] (hierna: MBA) en dat daaronder nog meerdere reisbevrachtingen golden.
International Convention for the Prevention of Pollution from Ships(hierna: MARPOL). Ter onderbouwing van haar stelling dat de geleverde VLSFO non-conform is en niet toegestane hoeveelheden FAME en Cardanol Monoene bevatte verwijst zij naar (deel 1 - over monster [nummer 2] - van) de analyse van Viswalab, naar het expertiserapport van Evdemon & Partners (hierna: het Evdemon-rapport) en naar het rapport van CWA (een deskundige die in opdracht van Golden Arrow onderzoek heeft gedaan naar de kwaliteit en samenstelling van de geleverde VLSFO, hierna het CWA-rapport). Daarnaast wijst Bunker Partner c.s. op berichtgeving in de branche en wijst erop dat zich in de ARA-regio in 2022 een groot aantal gevallen heeft voorgedaan waarbij VLSFO was vervuild met FAME en Cardanol Monoene (pentadecylphenol) en dat deze vervuilingen hebben geleid tot motorproblemen bij diverse schepen, in het bijzonder tot problemen met de brandstoftoevoer. Zij stelt dat het schip precies dezelfde problemen ondervond na de ingebruikname van de VLSFO van Golden Arrow.
Regulation 18 – Fuel Oil Availability and Quality(….)
.1 except as provided in paragraph 3.2 of this regulation:
.1.1 the fuel oil shall be blends of hydrocarbons derived from petroleum refining. This shall not preclude the incorporation of small amounts of additives intended to improve some aspects of performance;
.1.2 the fuel oil shall be free from inorganic acid; and
.1.3 the fuel oil shall not include any added substance or chemical waste that:
.1 jeopardizes the safety of ships or adversely affects the performance of the machinery, or (…).”
parts per million). In deel 2 van het Viswalab-rapport (waarop Bunker Partner c.s. zich overigens niet heeft beroepen) bedraagt die hoeveelheid 499 ppm voor het BDN-monster met zegelnummer [nummer 1]. Tussen partijen is niet (langer) in geschil dat die hoeveelheden vele malen lager liggen dan de toegestane limiet uit de ISO-norm uit 2017. Dat de VLSFO vanwege de geconstateerde hoeveelheid FAME niet aan geldende norm ISO 8217:2017 voldeed, is dan ook onvoldoende onderbouwd. Bunker Partner c.s. heeft ter zitting nog gesteld dat uit de ISO-norm volgt dat er niet bewust FAME in de VLSFO mag worden bijgemengd (
‘no deliberate blending of FAME’), maar niet concreet gesteld of doen blijken dat hiervan in dit geval sprake is. In het CWA-rapport wordt daarvan ook niet uitgegaan:
cashew shell nut liquid– en de vraag of de VLSFO in dat opzicht aan de geldende normen voldeed.
‘hydrocarbons from synthetic or renewable sources’). Zonder een verdere toelichting van Bunker Partner c.s. waaruit dan concreet blijkt dat de aanwezigheid van Cardanol Monoene een schending van de ISO-norm oplevert of welk percentage Cardanol Monoene een schending oplevert, is het CWA-rapport onvoldoende als onderbouwing voor het standpunt van Bunker Partner c.s. In de analyse van Viswalab wordt weliswaar - op grond van onderzoek verricht volgens de verouderde norm uit 2010 - geconstateerd dat er een hoge hoeveelheid Cardanol Monoene is gemeten in de VLSFO, maar waarom en waaruit blijkt dat die hoeveelheid
tehoog is en in strijd is met de ISO-norm uit 2017 is niet verder toegelicht. Het Evdemon-rapport verwijst voor de normschending naar het CWA-rapport. De hiervoor in r.o. 5.18 geciteerde conclusie in het CWA-rapport is geen harde conclusie omdat daarin de woorden ‘
likely’en ‘
would have’worden gebruikt. De rechtbank verstaat dit rapport zo - gelet op het in ISO 8217:2017 ontbreken van specifieke eisen ter zake van Cardanol Monoene - dat CWA het geleverde meer in het algemeen in strijd acht met de norm en MARPOL omdat de VLSFO in haar visie, kort gezegd, ongeschikt was en motorschade heeft veroorzaakt. Dit standpunt valt - net als over de FAME is overwogen - samen met de vraag naar het causaal verband en wordt hieronder behandeld.
cashew nut shell liquid- in welke concentratie dan ook - in de VLSFO al een schending zou zijn van Regulation 18 MARPOL is niet gebleken en niet onderbouwd gesteld. Bij die stand van zaken is het aan Bunker Partner c.s. om concreet te stellen en voldoende te motiveren dat de in de VLSFO aanwezige Cardanol Monoene de motorschade heeft veroorzaakt.
in the absence of any other evidence to the contrary’. Golden Arrow heeft als bezwaren tegen het Evdemon-rapport ingebracht dat geen onderzoek is gedaan naar andere oorzaken van de (motor)schade, zoals eerdere motorproblemen, het vermengd kunnen zijn geraakt van de geleverde VLSFO met andere (restanten van) bunkerolie in de tanks van het schip en het ontbreken van metallurgisch onderzoek aan de onderdelen van de brandstofpompen en de onderdelen van de verstuivers.
wherein the presence of pentadecylphenol and associated compounds were associated with excessive abrasion wear/pitting of the fuel injectors/fuel pumps” bevat ook geen toelichting en onderbouwing van het vermeende verband tussen het gebruik van de VLSFO met Cardanol Monoene en de motorschade in dit concrete geval.
chief engineeraan te leveren over de technische staat van de motoren voorafgaand aan de ingebruikname van de VLSFO. Ook had zij nader in moeten gaan op het verweer dat de VLSFO mogelijk vermengd is geraakt aan boord voordat het in gebruik werd genomen. In de zittingsagenda is Bunker Partner c.s. concreet verzocht om (onder meer) toe te lichten wat de inhoud van diverse opslagtanks was toen daar de geleverde VLSFO in werd gepompt en vanuit welke (brandstof)tank de bewuste VLSFO op 13 april 2022 in gebruik is genomen en wat op dat moment de inhoud daarvan was. In zaken waarin ter discussie staat of ontstane motorproblemen zijn te wijten aan ingebruikname van VLSFO, is het immers van belang om vast te stellen welke brandstof precies is verstookt in de periode voorafgaand aan de motorproblemen, en ook in dit geval is relevant of het inderdaad de door Golden Arrow Bunker Partner c.s. geleverde (onvermengde) VLSFO is die op/vanaf 13 april 2022 in de motor(en) is terechtgekomen. Op de zitting is namens Bunker Partner c.s. wel verklaard welke hoeveelheden volgens haar in de tanks aanwezig waren en dat de door Golden Arrow geleverde VLSFO werd bewaard in afzonderlijke tanks, maar haar redenen van wetenschap zijn onduidelijk gebleven.
€ 178,00(plus de verhoging als vermeld in de beslissing)