ECLI:NL:RBROT:2024:7509

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2024
Publicatiedatum
15 augustus 2024
Zaaknummer
10-131040-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van overdragen van vuurwapens en pogingen tot overdracht

Op 7 augustus 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1989, die beschuldigd werd van het medeplegen van de overdracht van vuurwapens en pogingen tot overdracht. De verdachte was op het moment van de zitting preventief gedetineerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten via Snapchat betrokken was bij de verkoop van vuurwapens. De tenlastelegging omvatte het uitwisselen van informatie, het sturen van foto's van vuurwapens en het maken van concrete afspraken over de overdracht van deze wapens. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met medeverdachten handelde, en dat er voldoende bewijs was voor de bewezenverklaring van de feiten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van voorarrest, en de rechtbank verklaarde de iPhone 6S Plus verbeurd, omdat deze was gebruikt bij de strafbare feiten. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het risico dat vuurwapens met zich meebrengen voor de samenleving, en hield rekening met de recidive van de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf
Parketnummer: 10-131040-24
Datum uitspraak: 7 augustus 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres 1] [postcode] [woonplaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
Penitentiaire Inrichting [naam PI] ,
raadsvrouw mr. M. van Eck, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 24 juli 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Verdachte wordt verweten dat hij betrokken is geweest bij de verkoop van vuurwapens.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.A. Kloos heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren met aftrek van voorarrest;
  • verbeurdverklaring van de iPhone 6S Plus met goednummer [beslagnummer 1] .

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De tenlastegelegde feiten kunnen niet wettig en overtuigend bewezen worden. De verdachte moet daarom worden vrijgesproken van beide feiten. De chats van de verdachte waren grootspraak om op zijn gesprekspartners een stoere indruk te maken.
Met betrekking tot feit 1 kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte één of meer vuurwapens voorhanden heeft gehad of heeft overgedragen aan de medeverdachte of [medeverdachte 1] . Van medeplegen is geen sprake, omdat er geen sprake is van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ). De verdachte heeft [medeverdachte 2] als vriendendienst naar een afspraak gereden. Hij wist verder niet wat [medeverdachte 2] daar ging doen
Met betrekking tot feit 2 voert de verdediging aan dat de verdachte geen vuurwapens heeft verborgen en niet de bedoeling heeft gehad om vuurwapens over te dragen aan anderen. Er was sprake van informatie-uitwisseling, hetgeen onvoldoende is om te kunnen spreken van een begin van uitvoering. Om deze reden kan er geen sprake zijn van een poging tot het overdragen van vuurwapens. Van medeplegen is eveneens geen sprake.
4.1.2.
Gebeurtenissen
[medeverdachte 2] heeft op 21 februari 2024 ’s avonds aan een aantal snapchatcontacten het bericht gestuurd dat hij vuurwapens te koop heeft. Hij stuurt daarbij foto’s en prijzen mee. Op 22 februari 2024 heeft de verdachte, met de gebruikersnaam [gebruikersnaam 1] , via Snapchat ook contact met verschillende personen over vuurwapens, waaronder “ [gebruikersnaam 2] ”, “ [gebruikersnaam 3] ”, “ [gebruikersnaam 4] ”, “ [gebruikersnaam 5] ” en “ [gebruikersnaam 6] ”. Uit aantallen, kalibers en meegestuurde foto’s blijkt dat het telkens om dezelfde wapens gaat. De verdachte stuurt ook de prijzen van de verschillende wapens. Met “ [gebruikersnaam 2] ” en “ [gebruikersnaam 3] ” maakt hij afspraken om de vuurwapens te bekijken. Aan het begin van de middag stuurt [medeverdachte 2] een bericht naar de verdachte: “Heb 3 van die 765 nodig gana allemaal weg vandaag”. Later belt de verdachte met [medeverdachte 2] , die onder andere zegt: “We hebben drie van die dingen nodig man.” Waarna hij zegt dat de verdachte op zijn telefoon moet kijken. Op Snapchat stuurt [medeverdachte 2] vervolgens het bericht “Iemand kom nu voor 2”, waarbij hij een foto van een pistool stuurt en ook zegt “alle 2 van deze”. De verdachte vraagt in een chat vervolgens aan [medeverdachte 2] “Hoelaat ?” waarop [medeverdachte 2] zegt: “Nu”.
Diezelfde dag neemt [medeverdachte 2] deel aan een groepschat met onder andere [medeverdachte 1] , die gebruik maakt van de gebruikersnaam “ [gebruikersnaam 7] ”. In deze chat wordt door een van de deelnemers gezegd dat “ [gebruikersnaam 8] die 7.65 wilt hebben”, waarna deze gebruikersnaam aan de chat wordt toegevoegd. Hierna lijken [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] een afspraak te maken in Rotterdam-Overschie. [medeverdachte 1] vraagt daarna nog of [medeverdachte 2] “ballas” (de rechtbank begrijpt: munitie) heeft meegenomen, waarop [medeverdachte 2] bevestigend antwoordt. Om ongeveer 20.10 uur bericht [medeverdachte 2] dat hij er is, in een kleine Witte Hyundai, waarop [medeverdachte 1] bericht stuurt dat hij er ook is. Kort na deze berichtenwisseling bevestigt een andere deelnemer in de groepschat dat ”het” is gelukt.
Uit observaties die deze dag hebben plaatsgevonden blijkt dat de verdachte en [medeverdachte 2] om 19.50 uur uit de woning van [medeverdachte 2] komen en in een witte Hyundai stappen. Om 20.09 staan zij stil in Overschie, waar [medeverdachte 1] instapt, waarna de auto naar de Saenredamstraat rijdt. Daar stapt [medeverdachte 1] uit en gaat naar binnen in de woning met nummer [X] . Op 4 maart 2024 wordt bij een doorzoeking in deze woning onder andere een Cz Vzor70 7.65mm pistool met bijpassende munitie gevonden.
[medeverdachte 1] verklaart tijdens een politieverhoor dat hij dit vuurwapen ongeveer een maand heeft en verklaard in dat verband over kerels die door de politie werden gevolgd.
4.1.3.
Beoordeling
De rechtbank concludeert uit de observaties dat [medeverdachte 1] [medeverdachte 2] en de verdachte bedoelt met de “kerels”.
Alle feiten en omstandigheden overziend is de verklaring van de verdachte dat hij chatgesprekken over vuurwapens heeft gevoerd om stoer te doen niet geloofwaardig. De foto’s die [medeverdachte 2] en de verdachte naar hun contacten sturen zijn identiek. [medeverdachte 2] heeft contact met de verdachte over concrete deals, waarbij [medeverdachte 2] gewacht heeft tot de verdachte klaar was met zijn werk. [medeverdachte 2] hield de verdachte op de hoogte van de voortgang van deze vuurwapendeal. [medeverdachte 2] en de verdachte zijn samen naar de afspraak met [medeverdachte 1] gegaan, waarbij daadwerkelijk een vuurwapen is overgedragen. (feit 1)
Op basis van de verstuurde berichten is de rechtbank daarnaast van oordeel dat sprake is van een poging tot het overdragen van meerdere vuurwapens. (feit 2) De verdachte maakt concrete afspraken over de verkoop van de pistolen en de vraagprijs. Ook worden afspraken gemaakt over waar en wanneer de vuurwapens zullen worden overgedragen. Dat deze deals uiteindelijk niet verder dan chatgesprekken zijn gegaan is mede te danken aan het feit dat de verdachte diezelfde dag nog is aangehouden door de politie.
De door de verdachte verrichte gedragingen, bestaande uit het uitwisselen van informatie, het sturen van foto’s van vuurwapens, en het maken van concrete afspraken met betrekking tot de overdracht van deze vuurwapens zijn naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht op de daadwerkelijke overdracht van de aangeboden vuurwapens. Een en ander doet de rechtbank concluderen dat er in deze gevallen sprake is van een begin van uitvoering.
Op basis van deze overwegingen is de rechtbank van oordeel dat de verdachte geprobeerd heeft aan “ [gebruikersnaam 2] ” en “ [gebruikersnaam 3] ” pistolen over te dragen.
Net als bij de geslaagde overdracht van het vuurwapen heeft de verdachte hierbij samengewerkt met [medeverdachte 2] . Het gelijkwaardige contact tussen de verdachte en [medeverdachte 2] en het gegeven dat de verdachte met tegencontacten over [medeverdachte 2] praat alsof [medeverdachte 2] zijn zakenpartner is, doen de rechtbank concluderen dat zij deze pogingen tot het overdragen van vuurwapens in nauwe en bewuste samenwerking hebben gepleegd.
De verdachte zal worden vrijgesproken van het overdragen van automatische vuurwapens. De verdachte heeft deze vuurwapens niet (te koop) aangeboden en heeft geen afspraken gemaakt over de overdracht van dergelijke wapens. De contacten met “ [gebruikersnaam 4] ”, “ [gebruikersnaam 5] ” en “ [gebruikersnaam 6] ” hebben niet geleid tot verdergaande onderhandelingen over de verkoop van wapens, zodat de verdachte met betrekking tot deze personen van de pogingen tot overdracht van pistolen wordt vrijgesproken.
4.1.4.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 2] een pistool met munitie heeft overgedragen aan [medeverdachte 1] en tweemaal, eveneens in nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 2] , een poging heeft gedaan pistolen over te dragen aan “ [gebruikersnaam 2] ” en “ [gebruikersnaam 3] ”.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 22 februari 2024 te gemeente Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander, een wapen als bedoel in art. 1 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 van die wet in de vorm van
- een pistool van het merk CZ, model Vzor70, kaliber 7.65 mm en
voor dat vuurwapen geschikte munitie in de zin van art. 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten meerdere, kogelpatronen, heeft overgedragen aan [medeverdachte 1] ;
2
hij op 22 februari 2024 te Ridderkerk en/of te gemeente Rotterdam, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door hem, verdachte, en zijn mededader voorgenomen misdrijf om meerdere wapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten meerdere, vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van pistolen, over te dragen, hebbende hij, verdachte,
- met personen met de gebruikersnamen ' [gebruikersnaam 2] ' en ' [gebruikersnaam 3] ' , contact gehad via Snapchat en met hen afspraken gemaakt over de aankoop en/of de verkoop en/of de vraagprijs en/of de beschikbaarheid van bovengenoemde vuurwapens en
- afbeeldingen van deze vuurwapens aan voornoemde personen met de gebruikersnamen ' [gebruikersnaam 2] ' en ' [gebruikersnaam 3] ' verzonden en
- ( vervolgens) afspraken gemaakt over de levering van bovengenoemde vuurwapens en
- bovengenoemde vuurwapens verborgen en/of bewaard, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
medeplegen van, handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III
en
medeplegen van, handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
2.
medeplegen van poging tot handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft samen met zijn medeverdachte via Snapchat vijf pistolen te koop aangeboden. Tenminste één van deze pistolen is uiteindelijk daadwerkelijk verkocht en overgedragen, inclusief bijbehorende munitie. Het in omloop brengen van wapens vormt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen en brengt gevoelens van onveiligheid in de samenleving met zich mee. Vuurwapens worden niet alleen gebruikt om ernstige misdrijven mee te plegen, maar worden ook steeds vaker gebruikt om ruzies te beslechten, waarbij regelmatig (dodelijke) slachtoffers vallen. Tegen ongecontroleerd vuurwapenbezit en -handel dient, in het bijzonder vanuit het oogpunt van generale preventie, streng te worden opgetreden. De verdachte heeft zich bij het plegen van de bewezenverklaarde feiten uitsluitend laten leiden door zijn eigen financiële gewin en heeft zich niets aangetrokken van het risico dat vuurwapens voor de samenleving opleveren.
Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS).
De rechtbank houdt er in strafverzwarende zin rekening mee dat:
  • de verdachte en zijn mededader meerdere vuurwapens voorhanden hebben gehad;
  • de verdachte geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor de bewezenverklaarde feiten;
  • uit de justitiële documentatie van de verdachte blijkt dat hij drie keer eerder tot gevangenisstraffen is veroordeeld voor het bezit van dan wel handel in vuurwapens. Bij de laatste veroordeling, welke dateert van 24 september 2021, is de verdachte veroordeeld tot achttien maanden gevangenisstraf. Deze veroordelingen hebben de verdachte er kennelijk niet van weerhouden om weer soortgelijke strafbare feiten te begaan.
Tot slot heeft de rechtbank acht geslagen op de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van twintig maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Beoordeling
De officier van justitie heeft gevorderd dat het in beslag genomen contante geldbedrag van € 2020,00 met goednummer [beslagnummer 2] en de iPhone 13 Pro met goednummer [beslagnummer 3] terug worden gegeven aan de verdachte. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd dat de iPhone 6S Plus met goednummer [beslagnummer 1] verbeurd wordt verklaard.
De iPhone 6S Plus met goednummer [beslagnummer 1] zal verbeurd worden verklaard omdat de bewezenverklaarde feiten met dit voorwerp zijn begaan.
Ten aanzien van het in beslag genomen contante geldbedrag van € 2020,00 met goednummer [beslagnummer 2] en de iPhone 13 Pro met goednummer [beslagnummer 3] zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 45, 47, 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 31 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten: de iPhone 6S Plus met goednummer [beslagnummer 1] ;
- gelast de teruggave aan verdachte van: het in beslag genomen contante geldbedrag van € 2020,00 met goednummer [beslagnummer 2] en de iPhone 13 Pro met goednummer [beslagnummer 3] ;
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
en mrs. S.M. Den Hollander en J.C. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.S. Westhof, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 7 augustus 2024.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 22 februari 2024 te Rotterdam en/of te Hoogvliet Rotterdam, gemeente Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meerdere, althans een, wapen(s) als bedoel in art. 1 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens
en munitie, te weten meerdere, althans een, vuurwapen(s) in de zin van artikel 1, onder 3 van die wet in de vorm van een pistool, waaronder,
- een pistool van het merk Tula, model TT1933, kaliber 7,63x25 Tokarev en/of
- een pistool van het merk CZ, model Vzor70, kaliber 7.65 mm en/of
(voor dat/die vuurwapen(s) geschikte) munitie in de zin van art. 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten meerdere, althans een, kogelpatro(o)n(en), voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] ;
(Artikel art 31 lid 1 Wet wapens en munitie)
2
hij op of omstreeks 22 februari 2024 te Ridderkerk en/of te Hoogvliet Rotterdam, gemeente Rotterdam, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om meerdere wapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II en/of
Categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten meerdere, althans een,
vuurwapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van (een)
automatisch vuurwapen(s) en/of (een) pist(o)ol(en), voorhanden te hebben en/of
over te dragen, hebbende hij, verdachte,
- met [medeverdachte 2] en/of met meerdere, althans een, perso(o)n(en) met, onder
andere, de gebruikersnamen ' [gebruikersnaam 2] ' en/of ' [gebruikersnaam 4] ' en/of
' [gebruikersnaam 3] ' en/of ' [gebruikersnaam 5] ' en/of ' [gebruikersnaam 6] ',
contact gehad via Snapchat en/of met hen afspraken gemaakt over de aankoop
en/of de verkoop en/of de vraagprijs en/of de beschikbaarheid van bovengenoemde
vuurwapens en/of onderdelen van deze wapens en/of
- afbeeldingen en/of video’s van deze en/of andere vuurwapens en/of onderdelen
van deze vuurwapens aan voornoemde [medeverdachte 2] en/of aan meerdere, althans
een, perso(o)n(en) met, onder andere, de gebruikersnamen ' [gebruikersnaam 2] ' en/of
' [gebruikersnaam 4] ' en/of ' [gebruikersnaam 3] ' en/of ' [gebruikersnaam 5] ' en/of ' [gebruikersnaam 6] verzonden en/of
- ( vervolgens) met voornoemde [medeverdachte 2] afspraken gemaakt over de levering van
bovengenoemde vuurwapens en/of (vervolgens) voornoemde [medeverdachte 3]
naar de woning aan de [adres 2] te Hoogvliet Rotterdam laten komen en/of
- bovengenoemde vuurwapens en/of onderdelen van deze vuurwapens verborgen
en/of bewaard,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Artikel art 31 lid 1 Wet wapens en munitie)