ECLI:NL:RBROT:2024:7425
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verstekvonnis in kort geding tot ontruiming en betaling van huur
In deze zaak heeft de kantonrechter op 9 juli 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een kort geding tussen de eiser en de gedaagde, waarbij de gedaagde niet is verschenen. De eiser heeft de gedaagde gedagvaard op 13 juni 2024, en op 25 juni 2024 is de zaak besproken tijdens een zitting. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een huurachterstand van meer dan vijf maanden, wat aanleiding geeft tot de veroordeling van de gedaagde tot ontruiming van de woning en betaling van achterstallige huur. De kantonrechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op 14 dagen en de proceskosten aan de kant van de eiser vastgesteld op € 1.062,72. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiser het vonnis onmiddellijk kan laten uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat. De gedaagde is verder veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de proceskosten, met wettelijke rente over deze bedragen vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis.