Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Inleiding
2.De procedure
- de beschikking en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- het definitieve advies van de deskundigen van 18 oktober 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de e-mail van 28 november 2022, waarin de deskundigen opgave doen van hun kosten;
- de brief van 2 december 2022, waarin de gemeente de rechtbank vraagt de deskundigen te verzoeken de berekening van de residuele grondwaarde nader te motiveren. Als een overtuigende motivering uitblijft, vraagt de gemeente de rechtbank in het kader van een second opinion minimaal één taxateur te benoemen;
- de brief van 12 december 2022, waarin de deskundigen reageren op de bezwaren van de gemeente tegen hun definitieve advies;
- de oproepbrieven van de rechtbank van 11 januari 2023 voor de mondelinge behandeling op 18 april 2023;
- de e-mails van 24 maart 2023, waarin partijen een verzoek tot uitstel van de mondelinge behandeling doen;
- de brief van 6 april 2023, waarin de gemeente het verzoek tot prijsbepaling intrekt;
- de brief van 12 februari 2024 met 24 bijlagen, waarin Remise 010 de rechtbank verzoekt overeenkomstig artikel 13 lid 6 Wvg te beslissen over de door de gemeente aan haar te vergoeden kosten;
- de brief van 11 maart 2024, waarin de gemeente reageert op de kostenopgave van Remise010;
- de oproepbrieven van de rechtbank van 29 maart 2024 voor de mondelinge behandeling op 10 juni 2024;
- de e-mail van 15 april 2024, waarin de gemeente de rechtbank laat weten dat zij de kosten van de door de rechtbank benoemde deskundigen heeft voldaan;
- de e-mail van de rechtbank van 6 mei 2024, met nadere informatie ten behoeve van de mondelinge behandeling op 10 juni 2024;
- de brief van 3 juni 2024 van Remise010, met bijlagen 25 tot en met 33;
- de spreekaantekeningen van partijen voor de mondelinge behandeling op 10 juni 2024;
- de brief van Remise010 van 24 juni 2024, met bijlage 34, een aanvulling op de kostenopgave van Remise010;
- de brief van de gemeente van 3 juli 2024, met een reactie op de aanvulling kostenopgave van Remise010.
3.De beoordeling
Inleiding
“een volumestudie wordt so wie so gedaan om te bezien of een ontwikkeling commercieel haalbaar is”, onderschrijft dit. De gemeente heeft aangegeven dat de plannen van Remise010 op basis van de volumestudies van De Bruijn niet te realiseren waren. Door Remise010 is niet weersproken dat het voor haar ontwikkelingsplannen niet uitmaakte of er ‘een witte vlek’ was, omdat haar (oorspronkelijke) ontwikkelingsplannen hoe dan ook niet aan de geldende parkeernormen en bezonningsnormen voldeden. Daarbij komt dat per peildatum (18 oktober 2022) een ontwerpbestemmingsplan “het stedenbouwkundig plan Schiekadeblok” voorhanden was. De rechtbankdeskundigen zijn bij hun definitieve prijsbepalingsadvies uitgegaan van wat er volgens dat ontwerpbestemmingsplan mogelijk is. De witte vlek speelt in dit verband geen rol. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt onder deze omstandigheden niet in te zien waarom de kosten van De Bruijn voor vergoeding in aanmerking dienen te komen. Het argument dat de werkzaamheden van De Bruijn de deskundigen hebben doen inzien dat meer bouwvolume mogelijk was dan waarvan zij in hun conceptadvies uitgingen, leidt niet tot een andere conclusie. Remise010 heeft niet onderbouwd waarom dit punt niet even goed zonder volumestudie kon worden gemaakt in reactie op het conceptadvies. De gevraagde vergoeding van de kosten van De Bruijn acht de rechtbank dan ook niet redelijk.