In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 6 augustus 2024, wordt de wijziging van voorlopige voorzieningen in een echtscheidingszaak behandeld. De man en vrouw, die op 20 augustus 2007 zijn gehuwd, hebben vier minderjarige kinderen. De vrouw is sinds 23 mei 2024 in voorlopige hechtenis wegens verdenking van het voorbereiden van een moordaanslag op de man. De rechtbank heeft eerder voorlopige voorzieningen getroffen, waaronder de toevertrouwing van de kinderen aan de vrouw en een kinderalimentatie van de man aan de vrouw.
De rechtbank constateert dat de omstandigheden sinds de eerdere beschikking aanzienlijk zijn veranderd. De vrouw is feitelijk niet in staat om voor de kinderen te zorgen, en de man heeft om wijziging van de voorlopige voorzieningen verzocht. De rechtbank oordeelt dat de toevertrouwing van de kinderen aan de vrouw niet in stand kan blijven en wijst het verzoek van de man om de kinderen aan hem toe te vertrouwen af, omdat er nog een kinderbeschermingsonderzoek loopt.
Wat betreft de zorgregeling wordt de invulling aan de jeugdbeschermer overgelaten, en de rechtbank wijzigt de kinderalimentatie op basis van de afspraken tussen partijen. De man krijgt toestemming om onder begeleiding van de tante van de vrouw zijn spullen uit de echtelijke woning op te halen. De rechtbank compenseert de proceskosten, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.