ECLI:NL:RBROT:2024:7393

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 augustus 2024
Publicatiedatum
12 augustus 2024
Zaaknummer
10/135261-23; 10/271123-23; 10/022923-23; 10/220059-22; 10/321560-22 (gev. ttz.)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van veelvuldig misbruik van een publiek alarmnummer, bedreiging en belediging van politieambtenaren, en vernieling van politie-eigendom met oplegging van tbs-maatregel

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 augustus 2024 uitspraak gedaan in een meervoudige strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1989, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder het veelvuldig misbruik maken van het alarmnummer 112, bedreiging en belediging van politieambtenaren, en het vernielen van een buitenspiegel van de Landelijke Politie. De verdachte is ontoerekeningsvatbaar verklaard voor zijn daden, die voortvloeien uit een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type, en is ontslagen van alle rechtsvervolging. De rechtbank heeft echter besloten tot oplegging van de tbs-maatregel met dwangverpleging, aangezien behandeling en begeleiding noodzakelijk zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet in staat is om zelfstandig de benodigde zorg te verlenen en dat de tbs-maatregel de enige optie is om de verdachte te behandelen en de maatschappij te beschermen. De benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de verdachte niet strafbaar is verklaard. De rechtbank heeft de nodige wettelijke voorschriften toegepast en de beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/135261-23; 10/271123-23; 10/022923-23; 10/220059-22; 10/321560-22 (gev. ttz.)
Datum uitspraak: 1 augustus 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1989,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] , 3122 GP [woonplaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam PI]
raadsman mr. M.R. de Kok, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 18 juli 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De teksten van de tenlasteleggingen zijn als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Kort gezegd komen de verdenkingen erop neer dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de volgende strafbare feiten:
Parketnummer 10/135261-23:
Het bedreigen van [slachtoffer 1] , werkzaam bij het Operationeel Centrum van de politie;
Het opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik maken van een alarmnummer voor publieke diensten;
Het bedreigen van [slachtoffer 2] ;
Het beledigen van ambtenaar in functie [slachtoffer 2] .
Parketnummer 10/271123-23:
Het bedreigen van meerdere centralisten van de meldkamer Driebergen;
Het opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik maken van een alarmnummer voor publieke diensten.
Parketnummer 10/022923-23:
Het bedreigen van politieambtenaar [slachtoffer 3] .
Parketnummer 10/220059-22:
Het vernielen van een buitenspiegel van de Landelijke Politie.
Parketnummer 10/321560-22:
Het opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik maken van een alarmnummer voor publieke diensten.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N. van der Meij heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 10/135261-23, 10/271123-23, 10/022923-23, 10/220059-22 en 10/321560-22 ten laste gelegde, met uitzondering van de telefoonnummers die niet onder de Telecommunicatiewet vallen;
  • ontslag van alle rechtsvervolging wegens volledige ontoerekeningsvatbaarheid van de verdachte;
  • oplegging van de maatregel terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met bevel tot dwangverpleging;
  • oplegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (Sr).

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 10/135261-23, 10/271123-23, 10/022923-23, 10/220059-22 en 10/321560-22 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van de meldingen die via 0900-8844 en de AIVD zijn gedaan, nu dit geen publieke alarmnummers zoals bedoeld in artikel 7.7 lid 2 van de Telecommunicatiewet betreffen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 10/135261-23, 10/271123-23, 10/022923-23, 10/220059-22 en 10/321560-22 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
Parketnummer 10/135261-231.
hij op 31 mei 2023 te Schiedam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1] , werkzaam bij het Operationeel Centrum van de politie, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "Ik woon in Schiedam, maar dat is niet de locatie van het noodgeval, dat is de Kop van Zuid. Ik kom jullie opzoeken en een aantal van jullie harder aanpakken" en "Hoe wil jij je einde tegemoet gaan?";
2.
hij op 31 mei 2023 te Schiedam opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, door meermalen, te bellen naar de meldkamer van de politie ;
3.
hij op 29 mei 2023 te Veldhoven en/of Schiedam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "Je moet even niet op gaan hangen, want dan ga ik jou ophangen" en "Ik ga jouw ogen eruit halen he, kankerhoer";
4.
hij op 29 mei 2023 te Veldhoven opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer 2] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door haar de woorden toe te voegen: "kankertrut bij de fucking politie" en "kankerhoer";
Parketnummer 10/271123-231.
hij in de periode van 12 september 2023 tot en met 21 september 2023 te Schiedam, in elk geval in Nederland, meerdere centralisten meldkamer Driebergen, werkzaam bij het Operationeel Centrum van de politie, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door dreigend de woorden toe te voegen: "Dit is terreur, iedereen ga ik doodschieten, roze in blauw, met regenboog en alles wat tegen Moses is zal met de sharia gestraft worden, iedereen die in de kont geneukt wordt zal ik door de kop schieten" en “ ik ga iedereen van de politie liquideren als er niets aan meneer ' [naam] ' wordt gedaan.”;
2.
hij in de periode van 8 september 2023 tot en met 5 oktober 2023 te Schiedam, in elk geval in Nederland opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, door meermalen, te bellen naar de meldkamer van het Operationeel Centrum van de politie;
Parketnummer 10/022923-23hij op meer tijdstippen op 4 december 2022 te Schiedam en/of Rotterdam, althans in Nederland, ten overstaan van een medewerker van het Regionale Service Centrum (RSC) van de politie Eenheid Rotterdam, [slachtoffer 3] en een of meerdere andere politieambtenaaren van politie Eenheid Rotterdam heeft bedreigd met verkrachting en met enig misdrijf tegen het leven gericht en met gijzeling , door voornoemde medewerkers van het Regionale Service Centrum (RSC) van de politie Eenheid Rotterdam dreigend de woorden toe te voegen:
- "Nee kijk, ik ga die agent echt echt echt. Als ik hem gaat vinden, dan maak ik hem dood." en
- “Dat ik die ene agent met zijn kale kop en waarschijnlijk een cocaïneverslaving, best wel, in een hele diepe graf kan steken en zijn hoerenmoeder ook kan neuken.” en
- “Ik weet niet wie die agent was en wie zijn hoerenmoeder is, maar ik maak die agent dood en heel zijn kankerfamilie.” en
- "Ik bel Al-Qaida/El Aïda, de Saoedische regering. Groter maar geheimste klootzakken op aarde, vind die kankeragent." en- “Als er een gijzeling gaat vormen, nee luister even, dit is een bedreiging. Dit is de grootste bedreiging die je hebt gekregen.” en- “Maar als je agent dood wilt geneukt zien worden, door een kanker grote monster, dan ga ik deze even agent aanpakken.” en
- “Als jij een dode agent in het nieuws wilt zien, die kanker hard geneukt is, dan ga je dat nu niet doorgeven.”,
van welke bedreiging/dreigende woorden voornoemde [slachtoffer 3] en een of meerdere andere politieambtenaarenvan politie Eenheid Rotterdam nadien kennis hebben genomen, terwijl dit feit werd gepleegd tegen die [slachtoffer 3] en een of meerdere andere politieambtenaaren van politie Eenheid Rotterdam in diens/hun hoedanigheid van ambtenaar van politie;
Parketnummer 10/220059-22hij op 30 augustus 2022 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk een buitenspiegel, die geheel aan de Landelijke Politie, toebehoorde heeft vernield;
Parketnummer 10/321560-22hij op 28 augustus 2022 te Schiedam, opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, door meermalen, 112 te bellen met de melding dat hij voornemens is aanslagen te plegen en de melding dat er aanslagen gaan plaatsvinden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/135261-23:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
het opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, gebruik maken van een alarmnummer voor publieke diensten, meermalen gepleegd;
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Parketnummer 10/271123-23:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
het opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, gebruik maken van een alarmnummer voor publieke diensten, meermalen gepleegd.
Parketnummer 10/022923-23:
bedreiging met verkrachting, gijzeling en enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
Parketnummer 10/220059-23:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
Parketnummer 10/321560-22:
het opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, gebruik maken van een alarmnummer voor publieke diensten, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Naar aanleiding van het onder 10/135261-23 ten laste gelegde is door [persoon A] , psychiater, op 10 oktober 2023 een Pro Justitia rapportage uitgebracht. Hieruit blijkt dat de verdachte kampt met een schizo affectieve stoornis van het bipolaire type. Ook was en is er sprake van een manie met psychotische kenmerken. Dit beïnvloedde de gedragskeuzes en de gedragingen van de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde. De manie met psychotische kenmerken heeft zijn denken en handelen volledig bepaald. Hij was hierdoor ontremd en is mogelijk eerder overgegaan tot het uiten van bedreigingen. Geadviseerd wordt dan ook om het ten laste gelegde niet aan de verdachte toe te rekenen.
De officier van justitie en de raadsman hebben zich, gelet op de rapportage van de psychiater, op het standpunt gesteld dat de verdachte ontoerekeningsvatbaar moet worden geacht voor de gepleegde feiten. Dat geldt volgens beiden niet alleen voor de meest recente strafbare feiten zoals ten laste gelegd onder 10/135261-23, waarop het advies is gebaseerd, maar ook voor de overige parketnummers. De rapportage en de documentatie van de verdachte bevatten aanwijzingen dat er bij de verdachte ook vóór het plegen van de onder 10/135261-23 ten laste gelegde feiten sprake was van een ernstige ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Het gaat bovendien om dezelfde soort feiten.
De rechtbank is van oordeel dat de conclusies van de gedragsdeskundige wordt gedragen door een gemotiveerde onderbouwing. De conclusie van de gedragsdeskundige over de toerekenbaarheid van het onder 10/135261-23 bewezenverklaarde neemt de rechtbank daarom over. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank, in lijn met de officier van justitie en de raadsman, zeer aannemelijk dat ook de overige bewezenverklaarde feiten niet aan de verdachte kunnen worden toegerekend.
Gelet hierop wordt de verdachte geheel ontoerekeningsvatbaar geacht. De verdachte is derhalve niet strafbaar en wordt daarom ontslagen van alle rechtsvervolging.

7.Opleggen tbs-maatregel of verlenen zorgmachtiging?

7.1.
Algemene overweging
Bij de bepaling van de op te leggen maatregelen dan wel een zorgmachtiging wordt rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde feit en de omstandigheden waaronder deze is begaan. Ook wordt rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van de verdachte.
7.2.
Feiten waarop de maatregel is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks strafbare feiten. Zo heeft hij veelvuldig misbruik gemaakt van het publieke alarmnummer 112 en heeft hij de centralisten die de telefoon opnamen telefonisch bedreigd. Ook heeft hij tijdens één van deze gesprekken een medewerker van de politie beledigd door haar kankerhoer te noemen. De verdachte heeft met zijn handelen getoond geen enkel respect te hebben voor politieambtenaren die bezig zijn met de uitvoering van hun taak. In algemene zin geldt dat medewerkers van de politie hun werk op een veilige manier moeten kunnen doen, zonder te worden geconfronteerd met verbaal agressieve personen (zoals de verdachte) die hen angst aanjagen. Misbruik van het alarmnummer 112 is daarnaast zeer kwalijk. Bij de meldingen wordt gereageerd met kostbare inzet van de politie. Ook worden op deze manier lijnen bezet gehouden, die niet kunnen worden gebruikt voor noodsituaties.
Ten slotte heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het vernielen van een buitenspiegel van de Landelijke Politie. Met zijn handelen geeft hij aan geen respect te hebben voor de eigendommen van anderen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 7 mei 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
[persoon B] , psycholoog, heeft op 21 december 2023 een Pro Justitia rapportage over de verdachte uitgebracht. Hieruit volgt dat de verdachte niet aan het persoonlijkheidsonderzoek heeft willen meewerken. Als gevolg daarvan heeft de psycholoog de onderzoeksvragen niet kunnen beantwoorden.
Zoals reeds onder 6 besproken, heeft psychiater [persoon A] op 10 oktober 2023 een Pro-Justitia rapport over de verdachte opgemaakt. Naast hetgeen hiervoor is vermeld, houdt het rapport het volgende in.
Het risico op recidive wordt als hoog ingeschat. De manie met psychotische kenmerken vormt de voornaamste delictfacor. De gemiddelde intelligentie, het medicatiegebruik en de huisvesting zouden beschermend kunnen zijn, maar zijn door de ernst van de manie met psychotische kenmerken onvoldoende om recidive te voorkomen. Het is dan ook nodig dat deze manie met medicatie volledig of zoveel mogelijk in remissie gaat. Vanuit daar kan worden geprobeerd het ziektebesef bij de verdachte te vergroten, waardoor het risico op recidive kan worden verlaagd. Het risico op een manische psychose, waarbij wederom agressie kan ontstaan, blijft echter bestaan.
De psychiater adviseert de verdachte klinisch te behandelen voor het manisch psychotische toestandsbeeld. Het is van belang dat hij met gebruik van geneesmiddelen wordt behandeld en dit wordt doorgezet als de verdachte zelf niet meer wil. Hoewel het zorgelijk is dat eerdere behandelingen er niet voor hebben gezorgd dat de ziekte in remissie is gegaan, kan deze behandeling in beginsel plaatsvinden binnen de reguliere GGZ. Het advies is dan ook om te laten onderzoeken of een zorgmachtiging volgens artikel 2.3 Wet forensische zorg (Wfz) in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (WvGGZ) tot de mogelijkheden behoort. Indien dit niet mogelijk is, dan rest enkel de tbs-maatregel. Een tbs-maatregel met voorwaarden behoort waarschijnlijk niet tot de mogelijkheden, omdat de verdachte momenteel niet wil worden behandeld en dus niet zal instemmen met voorwaarden. Een behandeling op basis van een voorwaardelijk strafdeel wordt ten slotte niet geadviseerd, omdat de verdachte niet voldoende is gemotiveerd en hij mogelijk zonder behandeling zal terugkeren in de maatschappij.
Reclassering Nederland heeft op 9 juli 2024 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt het volgende in.
In gesprekken met de reclassering geeft de verdachte nauwelijks antwoord en is hij zeer associatief. Hij heeft geen structurele, zinvolle dagbesteding en in het verleden was er sprake van overmatig middelengebruik. Er is daarnaast sprake van schuldenproblematiek en de woningcorporatie heeft een procedure uithuiszetting gestart vanwege huurschulden en langdurig overlast. Dit vormt een risico verhogende factor. Hoewel de verdachte inmiddels medicatiegetrouw is en enig (ziekte)inzicht toont, heeft hij nog steeds denkfouten en lijkt hij geen realistisch beeld te hebben van de werkelijkheid of zijn delictgedrag. Hij is bovendien tijdens een vorig schorsingstoezicht gerecidiveerd en hield zich niet aan de afspraken met de reclassering. Volgens de reclassering zijn er dan ook teveel risicofactoren die zij niet kunnen beheersen. Conform het advies van de psychiater wordt dan ook de tbs-maatregel met dwangverpleging geadviseerd.
7.4.
Standpunt officier van justitie
Naar aanleiding van het psychiatrisch rapport van [persoon A] heeft de officier van justitie op verzoek van de rechtbank de mogelijkheden tot het verlenen van een zorgmachtiging op grond van artikel 2.3 Wfz onderzocht. De officier van justitie heeft naar aanleiding hiervan een notitie, gedateerd 10 juni 2023 (de rechtbank begrijpt: 10 juni 2024) overgelegd. Hieruit volgt, kort samengevat, dat er door de negatieve bevindingen van de geneesheer-directeur van GGZ Delfland geen verzoekschrift voor een zorgmachtiging kan worden ingediend. Meer specifiek is er niet voldaan aan de criteria voor een zorgmachtiging zoals bedoeld in artikel 3:3 WvGGZ, namelijk dat niet redelijkerwijs kan worden verwacht dat het verlenen van verplichte zorg effectief zal zijn. Gelet daarop heeft de officier van justitie oplegging van de tbs-maatregel met dwangverpleging geëist.
7.5.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft primair verzocht te volstaan met ontslag van alle rechtsvervolging, omdat de verdachte voldoende in staat is om zelfstandig de benodigde zorg vorm te geven. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat niet wordt voldaan aan het gevaarscriterium en daarmee de vereisten voor het opleggen van de tbs-maatregel. Het opleggen van een dergelijke maatregel is bovendien niet proportioneel en dient enkel als ultimum remedium. De verdediging heeft de rechtbank ten slotte gewezen op de mogelijkheid van het ambtshalve verlenen van een zorgmachtiging.
7.6.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Tbs-maatregel met dwangverpleging
Mede naar aanleiding van het rapport van de gedragsdeskundige, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte behandeling en begeleiding nodig heeft. Nu de bewezenverklaarde feiten niet aan de verdachte kunnen worden toegerekend en hij wordt ontslagen van alle rechtsvervolging, kan in die benodigde behandeling evenwel niet in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijke straf worden voorzien.
De verdediging heeft subsidiair gewezen op de mogelijkheid van het ambtshalve verlenen van een zorgmachtiging. De rechtbank is echter van oordeel dat de behandeling om de hiervoor genoemde redenen evenmin kan plaatsvinden in dit kader. De geneesheer-directeur van GGZ Delfland heeft immers te kennen gegeven dat het verlenen van zorg via een zorgmachtiging niet voldoende effectief zal zijn. Behandeling in het kader van een zorgmachtiging is dus geen optie. Voorts is – gelet op het advies van de deskundige – oplegging van tbs met voorwaarden geen mogelijkheid.
Nu de optie van behandeling binnen een zorgmachtiging is komen te vervallen, plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis sinds de invoering van de WvGGZ niet langer mogelijk is, en de tbs-maatregel met voorwaarden niet haalbaar wordt geacht, is naar het oordeel van de rechtbank oplegging van de tbs-maatregel met dwangverpleging de enige mogelijkheid die overblijft om de verdachte te behandelen en daarmee het hoge recidiverisico te beteugelen en de maatschappij tegen de verdachte te beschermen. Voornoemde omstandigheden maken dat de rechtbank anders dan de verdediging van oordeel is dat de oplegging van de tbs-maatregel met dwangverpleging noodzakelijk en proportioneel is.
Aan de formele vereisten voor de oplegging van een tbs-maatregel is voldaan. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van
personen of goederen de tbs-maatregel met dwangverpleging eisen. Dat oordeel is gegrond op de ernst en aard van de bewezen verklaarde feiten en het gevaar voor herhaling, zoals geschetst in de hiervoor besproken rapportages. Hoewel de verdachte nog niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, blijkt het gevaar op herhaling naar het oordeel van de rechtbank eveneens uit de hoeveelheid bewezenverklaarde feiten.
Voorts bestond bij de verdachte blijkens de inhoud van bovenstaande rapporten tijdens het begaan van het bewezen feit een psychische stoornis. De bewezen verklaarde feiten onder 10/135261-23 (feiten 1 en 3), 10/271123-23 (feit 1) en 10/220059-23 zijn daarnaast misdrijven als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 1, Sr.
Ingevolge artikel 38e, eerste lid, Sr gaat de totale duur van de tbs-maatregel met bevel tot dwangverpleging een periode van vier jaar niet te boven, tenzij de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, kort gezegd: een geweldsmisdrijf. In het onderhavige geval wordt de maatregel opgelegd ter zake van bedreigingen die niet gepaard zijn gegaan met daadwerkelijk (fysiek) geweld tegen de bedreigde personen. De tbs-maatregel kan daarom de totale duur van een periode van vier jaar niet te boven gaan.
Gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, in het bijzonder de door de deskundige geadviseerde intensieve, klinische behandeling van de verdachte, is de rechtbank van oordeel dat de reële kans aanwezig is dat het recidiverisico na afloop van de gemaximeerde duur van de tbs-maatregel nog niet tot een aanvaardbaar niveau is teruggedrongen. De rechtbank is daarom van oordeel dat het noodzakelijk is om de verdachte daarnaast de gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr op te leggen. Hiermee wordt de mogelijkheid gecreëerd om de verdachte ook na de tbs-maatregel, indien dat nodig blijkt, onder toezicht te stellen, zodat het risico op recidive kan worden verkleind. Aan de wettelijke vereisten voor de oplegging van deze maatregel is voldaan. Aan de verdachte wordt immers de tbs-maatregel opgelegd en de oplegging van de maatregel van artikel 38z Sr is naar het oordeel van de rechtbank in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen.
Gelet op het voorgaande zal de maatregel langdurig toezicht worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen maatregelen passend en geboden.

8.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: Landelijke Politie ter zake van het onder 10/220059-22 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 299,13 aan materiële schade.
Ten aanzien van het onder 10/022923-23 heeft daarnaast [slachtoffer 3] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 230,00 aan immateriële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van [slachtoffer 3] , te vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel. Ten aanzien van de vordering van de Landelijke Politie is niet bekend wie de vordering heeft ingediend.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen gelet op artikel 361 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering bij ontslag van alle rechtsvervolging niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard.
8.3.
Beoordeling
Landelijke Politie
De rechtbank constateert dat een machtiging ontbreekt, waardoor niet is gebleken dat de persoon die de vordering heeft ingediend, bevoegd was tot het indienen daarvan. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering
kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[slachtoffer 3]
De rechtbank overweegt dat de wet slechts in bepaalde gevallen recht geeft op vergoeding van immateriële schade, zoals geregeld in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Nu er bij de benadeelde partij geen sprake is van lichamelijk letsel of aantasting in hun eer of goede naam, dient voor toewijzing van de vordering vastgesteld te worden dat de benadeelde partij “op andere wijze” in de persoon is aangetast. Nu deze nadere onderbouwing ontbreekt, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard.
8.4.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 37a, 37b, 38z, 57, 142, 266, 267, 285 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 10/135261-23, 10/271123-23, 10/022923-23, 10/220059-22 en 10/321560-22 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging;
gelast dat de verdachte voor de feiten in de zaken met parketnummers 10/135261-23 (feiten 1 en 3), 10/271123-23 (feit 1) en 10/220059-23
ter beschikking wordt gesteld;
beveelt dat de terbeschikkinggestelde
van overheidswege wordt verpleegd;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
verklaart de benadeelde partijen Landelijke Politie en [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. van Kralingen, voorzitter,
en mrs. C.H.M. Pastoors en E.A. van Beelen, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. J.R. de Graaf en E.P. de Jong, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Parketnummer 10/135261-231.
hij op of omstreeks 31 mei 2023 te Schiedam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1] , in elk geval een of meer centralisten, werkzaam bij het Operationeel Centrum van de politie, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "Ik woon in Schiedam, maar dat is niet de locatie van het noodgeval, dat is de Kop van Zuid. Ik kom jullie opzoeken en een aantal van jullie harder aanpakken" en/of "Hoe wil jij je einde tegemoet gaan?", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 31 mei 2023 te Schiedam opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een
alarmnummer voor publieke diensten, door meermalen, althans eenmaal, te bellen naar de meldkamer(s) van de politie en/of de Koninklijke Marechaussee;
3.
hij op of omstreeks 29 mei 2023 te Veldhoven en/of Schiedam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "Je moet even niet op gaan hangen, want dan ga ik jou ophangen" en/of "Ik ga jouw ogen eruit halen he, kankerhoer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4.
hij op of omstreeks 29 mei 2023 te Veldhoven opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer 2] , gedurende of ter zake van de
rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door haar de woorden toe te voegen: "kankertrut bij de fucking politie" en/of "kankerhoer", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Parketnummer 10/271123-231.
hij in of omstreeks de periode van 12 september 2023 tot en met 21 september 2023 te Schiedam, in elk geval in Nederland, meerdere centralisten meldkamer Driebergen, in elk geval een of meer centralisten, werkzaam bij het Operationeel Centrum van de politie, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door dreigend de woorden toe te voegen: "Dit is terreur, iedereen ga ik doodschieten, roze in blauw, met regenboog en alles wat tegen Moses is zal met de sharia gestraft worden, iedereen die in de kont geneukt wordt zal ik door de kop schieten" en/of “ ik ga iedereen van de politie liquideren als er niets aan meneer ' [naam] ' wordt gedaan.”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij in of omstreeks de periode van 8 september 2023 tot en met 5 oktober 2023 te Schiedam, in elk geval in Nederland opzettelijk,
zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, door meermalen, althans eenmaal, te bellen naar de meldkamer(s) van het Operationeel Centrum van de politie;
Parketnummer 10/022923-23hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 4 december 2022 te Schiedam en/of Rotterdam, althans in Nederland, ten overstaan van (een) medewerker(s) van het Regionale Service Centrum (RSC) van de politie Eenheid Rotterdam, [slachtoffer 3] en/of een of meerdere (andere) politieambtena(a)r(en) van politie Eenheid Rotterdam heeft bedreigd met verkrachting en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met gijzeling en/of met zware mishandeling, door voornoemde medewerker(s) van het Regionale Service Centrum (RSC) van de
politie Eenheid Rotterdam dreigend de woorden toe te voegen:
- "Nee kijk, ik ga die agent echt echt echt. Als ik hem gaat vinden, dan maak ik hem dood." en/of
- “Dat ik die ene agent met zijn kale kop en waarschijnlijk een cocaïneverslaving, best wel, in een hele diepe graf kan steken en zijn hoerenmoeder ook kan neuken.” en/of
- “Ik weet niet wie die agent was en wie zijn hoerenmoeder is, maar ik maak die agent dood en heel zijn kankerfamilie.” en/of
- "Ik bel Al-Qaida/El Aïda, de Saoedische regering. Groter maar geheimste klootzakken op aarde, vind die kankeragent." en/of
- “Als er een gijzeling gaat vormen, nee luister even, dit is een bedreiging. Dit is de grootste bedreiging die je hebt gekregen.” en/of
- “Maar als je agent dood wilt geneukt zien worden, door een kanker grote monster, dan ga ik deze even agent aanpakken.” en/of
- “Als jij een dode agent in het nieuws wilt zien, die kanker hard geneukt is, dan ga je dat nu niet doorgeven.”,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, van welke bedreiging/dreigende woorden voornoemde [slachtoffer 3] en/of een of
meerdere (andere) politieambtena(a)r(en) van politie Eenheid Rotterdam nadien kennis heeft/hebben genomen, terwijl dit feit werd gepleegd tegen die [slachtoffer 3] en/of een of meerdere (andere) politieambtena(a)r(en) van politie Eenheid Rotterdam in diens/hun hoedanigheid
van ambtenaar van politie;
Parketnummer 10/220059-22hij op of omstreeks 30 augustus 2022 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk een buitenspiegel, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Landelijke Politie, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Parketnummer 10/321560-22hij op of omstreeks 28 augustus 2022 te Schiedam, althans in Nederland, opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, door meermalen, althans eenmaal, 112 en/of een telefoonnummer van de AIVD (079-3205050) en/of het Landelijk Telefoonnummer Politie (0900-8844) te bellen met de melding dat hij voornemens is aanslagen te plegen en/of de melding dat er aanslagen gaan plaatsvinden;