ECLI:NL:RBROT:2024:7381

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 augustus 2024
Publicatiedatum
10 augustus 2024
Zaaknummer
11006343 CV EXPL 24-8032
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde VvE-bijdragen en proceskosten door de Vereniging van Eigenaars

In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaars (VvE) een vordering ingesteld tegen een lid, [gedaagde], wegens onbetaalde VvE-bijdragen. De gedaagde erkent de vordering van € 53,67, maar is het niet eens met de proceskosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde in de proceskosten moet worden veroordeeld, omdat zij de verschuldigde bijdragen niet tijdig en volledig heeft betaald. De VvE heeft de gedaagde meerdere keren aangemaand en drie betalingsregelingen getroffen, die de gedaagde niet is nagekomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde pas na het uitbrengen van de dagvaarding de achterstallige bijdragen heeft betaald, wat niet kan leiden tot een ander oordeel over de proceskosten. De VvE heeft recht op de gevorderde bedragen, inclusief wettelijke rente, en de gedaagde is verplicht om de toekomstige bijdragen te blijven betalen zolang zij lid is van de VvE. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de kant van de VvE begroot op € 802,89, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11006343 CV EXPL 24-8032
datum uitspraak: 16 augustus 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Vereniging van Eigenaars [naam VvE]
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: BoitenLuhrs Incasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘de VvE’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 13 maart 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de akte van de VvE van 2 juli 2024, met bijlagen.
1.2.
Op 8 juli 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig [persoon A] namens de gemachtigde van de VvE en [gedaagde] .

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde] is lid van de VvE. Op grond van dit lidmaatschap is zij maandelijks bij vooruitbetaling een bijdrage verschuldigd. De VvE eist dat [gedaagde] achterstallige VvE-bijdragen betaalt met bijkomende kosten. In totaal vordert de VvE nog € 53,67 met rente en proceskosten.
2.2.
[gedaagde] erkent de vordering, maar zij is het niet eens met de proceskosten. De vraag is dus of zij die moet betalen. Zij wordt veroordeeld in de proceskosten. Hierna wordt uitgelegd waarom.
VvE-bijdragen
2.3.
[gedaagde] heeft erkend dat zij nog € 53,67 moet betalen, zodat dit bedrag wordt toegewezen. De vordering om de toekomstige, nog te vervallen VvE-bijdragen te betalen, en de wettelijke rente daarover in het geval [gedaagde] die bijdragen niet tijdig betaalt, wordt toegewezen tot het einde van het op de datum van dit vonnis lopende boekjaar. De reden van deze beperking is dat de hoogte van de VvE-bijdragen voor het nieuwe boekjaar nog niet vast staat.
Rente
2.4.
De wettelijke rente wordt toegewezen als hierna vermeld, omdat de VvE genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist.
Proceskosten
2.5.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). De proceskosten zijn niet ten onrechte gemaakt. Op het moment van het uitbrengen van de dagvaarding had [gedaagde] de verschuldigde VvE-bijdragen namelijk niet (volledig) betaald, terwijl zij dat wel had moeten doen. De VvE heeft haar ook nog meerdere keren aangemaand om te betalen en met haar drie keer een betalingsregeling afgesproken die zij telkens niet is nagekomen. Dat zij, zoals wordt gesteld, bepaalde brieven van de gemachtigde van de VvE niet zou hebben ontvangen, leidt niet tot een ander oordeel. Zij wist dat zij nog een betalingsachterstand had en zij heeft pas na het uitbrengen van de dagvaarding contact opgenomen met de gemachtigde van de VvE over die achterstand. Het is de verantwoordelijkheid van [gedaagde] om de verschuldigde VvE-bijdragen tijdig en volledig te betalen.
2.6.
De kantonrechter begroot de proceskosten aan de kant van de VvE op € 137,39 aan dagvaardingskosten, € 328,- aan griffierecht, € 270,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 135,-) en € 67,50,- aan nakosten. Dat is in totaal € 802,89. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
Uitvoerbaar bij voorraad
2.7.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat de VvE dat eist en [gedaagde] daar niet op heeft gereageerd (artikel 233 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan de VvE te betalen € 53,67 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf vandaag tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om de verplichting tot betaling van de in vergadering van de VvE vastgestelde (maandelijkse) bijdragen na te komen zolang zij lid is;
- welke verplichting vanaf 1 augustus 2024 tot eind 2024 inhoudt om maandelijks aan de VvE te betalen de bijdrage van € 125,60 en als [gedaagde] dit niet tijdig betaalt, wordt dit vermeerderd met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de eerste dag van de betreffende maand tot aan de dag dat volledig is betaald; en
- met de bepaling dat het bedrag zal worden aangepast naar de jaarlijkse verhogingen of verlagingen conform rechtsgeldig door de VvE genomen besluiten, een en ander (3.1. en 3.2.) een bedrag van € 25.000,- niet te boven gaand;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van de VvE worden begroot op € 802,89;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.F. Milders en in het openbaar uitgesproken.
53954