ECLI:NL:RBROT:2024:7373

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 augustus 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
10/661061-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor de duur van twee jaar

Op 1 augustus 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die in 1980 is geboren en verblijft in een tbs-instelling. De terbeschikkingstelling was eerder gelast op 15 juni 2021 na een veroordeling voor doodslag, en de termijn was begonnen op 29 augustus 2022. Het Openbaar Ministerie heeft op 4 juli 2024 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, welke op de openbare zitting van 1 augustus 2024 is behandeld. De ter beschikking gestelde, die de Roemeense taal spreekt, werd bijgestaan door een raadsman en een tolk. De instelling adviseerde in een rapport van 26 juni 2024 om de terbeschikkingstelling te verlengen, gezien de diagnose schizofrenie en vermoedens van een gokstoornis. De ter beschikking gestelde is sinds 18 april 2024 in de instelling en heeft zich in de eerste weken aangepast aan het afdelingsklimaat. De rechtbank oordeelde dat er sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde, en dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De rechtbank verlengde de tbs-maatregel met twee jaar, en deze beslissing kan door het openbaar ministerie en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen worden aangevochten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/661061-20
Datum uitspraak: 1 augustus 2024
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde] ,de ter beschikking gestelde,
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1980,
verblijvende in [naam instelling] ,
[verblijfadres] , [postcode] te [verblijfplaats] (de instelling),
raadsman mr. J.E. Kötter, advocaat te Amsterdam.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 15 juni 2021 is de terbeschikkingstelling van
[ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van doodslag.
De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 29 augustus 2022.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 4 juli 2024 van het Openbaar Ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 1 augustus 2024 behandeld. De officier van justitie mr. J. Berton, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsman, en als deskundige mevrouw [persoon A] , als waarnemend behandelcoördinator werkzaam bij de instelling, zijn gehoord. De ter beschikking gestelde, die de Nederlandse taal onvoldoende machtig is maar wel de Roemeense taal spreekt, is gehoord met behulp van de telefonische tolk M. Chendler (tolkennummer 21286), tolk in die taal.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 26 juni 2024, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
Bij de ter beschikking gestelde is in de Pro Justitia rapportage van 2022 de diagnose schizofrenie vastgesteld. Op basis van het dossier zijn er ook vermoedens van een gokstoornis.
De ter beschikking gestelde is op 18 april 2024 opgenomen in de instelling. De eerste weken stonden in het teken van wennen aan het afdelingsklimaat en het opbouwen van een werkrelatie met het behandelteam. De ter beschikking gestelde is vriendelijk in contact, neemt actief deel aan het dagprogramma en voert gesprekken met de psychiater. Er is minder contact met medepatiënten. Dit wordt mogelijk belemmerd door de taalbarrière (de ter beschikking gestelde spreekt gebrekkig Nederlands). Binnen zes maanden na opname wordt een risicotaxatie ingevuld door het behandelteam, waarna het recidiverisico voor einde tbs en een eventueel verlofkader worden bepaald. Dat is nog niet gebeurd. De komende periode zal de ter beschikking gestelde deelnemen aan het assessment om te komen tot een zo accuraat mogelijke diagnose met betrekking tot zijn (psychiatrische) problematiek en de samenhang met het delict.
Door zijn verblijf in een tbs-kliniek worden risicofactoren als psychotische kwetsbaarheid, middelengebruik en inadequate coping op dit moment voldoende ingekaderd en gecontroleerd om recidive te voorkomen. Het recidiverisico bij (voorwaardelijke) beëindiging van de maatregel wordt ingeschat als hoog. De ter beschikking gestelde is nog onvoldoende in beeld. Zijn problematiek lijkt wat ‘ongrijpbaar’ en de delictdynamiek is onvoldoende duidelijk. Daarnaast is er beperkt zicht op zijn functioneren vóór de tbs-maatregel, wat hem en de situatie onvoorspelbaar maakt. De ter beschikking gestelde staat aan het begin van zijn behandeling, waardoor uitspraken over een resocialisatietraject op dit moment nog prematuur zijn.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [persoon A] heeft haar advies op de terechtzitting toegelicht. Zij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat de ter beschikking gestelde voor wat betreft de diagnostiek nog voor veel onderdelen op de wachtlijst staat. Op 20 augustus 2024 staat de eerste assessmentbespreking gepland.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling.

5.Beoordeling

Op grond van het advies van de instelling, de toelichting daarop door de deskundige ter zitting en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De ter beschikking gestelde is sinds enkele maanden opgenomen in de tbs-instelling en staat nog aan het begin van zijn behandeltraject. De diagnostiek, de risicotaxatie en het risicomanagement moeten nog in kaart worden gebracht. De behandeling zal nog zeker meer dan een jaar in beslag nemen. De rechtbank verlengt de tbs-maatregel daarom met twee jaar.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. A.M.G. van de Kragt, voorzitter,
en mrs. L. Stevens en S.W.H. Bootsma, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.D. Schmahl, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.