ECLI:NL:RBROT:2024:7372

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 augustus 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
10/031474-99
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging terbeschikkingstelling en afwijzing vordering tot verlenging

Op 1 augustus 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die sinds 17 september 2001 onder deze maatregel valt. De rechtbank ontving op 19 juli 2024 een vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. De ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, en deskundigen zijn gehoord tijdens de openbare zitting. De reclassering en psycholoog adviseerden beide tot beëindiging van de terbeschikkingstelling, waarbij werd opgemerkt dat de ter beschikking gestelde sinds mei 2022 actief betrokken is bij een resocialisatietraject en dat hij sinds april 2023 werkt en een eigen woning heeft. Ondanks eerdere terugvallen in cocaïnegebruik, is er geen recidive in delictgedrag geconstateerd. De rechtbank heeft, na afweging van de adviezen en het verlaagde recidiverisico, besloten de vordering van het Openbaar Ministerie af te wijzen. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen niet langer eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. A.M.G. van de Kragt, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/031474-99
Datum uitspraak: 1 augustus 2024
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde] ,de ter beschikking gestelde,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
formeel verblijvende in [naam instelling] ,
[verblijfadres] , [postcode 1] te [verblijfplaats] (de instelling),
feitelijk verblijvende op het adres: [adres] , [postcode 2] te [plaats] ,
raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, advocaat te Haarlem.

1.Inleiding

Bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 17 juli 2000 is de terbeschikkingstelling van
[ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van verkrachting (meermalen gepleegd), diefstal voorafgegaan van bedreiging met geweld, afpersing, brandstichting en diefstal door middel van inklimming. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 17 september 2001.
Bij beslissing van deze rechtbank van 28 september 2022 is de terbeschikkingstelling laatstelijk met twee jaar verlengd en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 19 juli 2024 van het Openbaar Ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 1 augustus 2024 behandeld. De officier van justitie mr. J. Berton, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en als deskundige mevrouw [persoon A] , als reclasseringsambtenaar werkzaam bij Reclassering Nederland, zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport, gedateerd 11 juli 2024, de terbeschikkingstelling te beëindigen.
Sinds mei 2022 is de reclassering bij het resocialisatietraject betrokken in het kader van forensisch psychiatrisch toezicht (FPT). In de periode december 2022 tot juli 2023 heeft de ter beschikking gestelde terugvallen gehad in cocaïnegebruik. Alhoewel dit in het dwangkader werd gezien als een reden voor terugplaatsing, acht de reclassering een terugval inherent aan zijn verslavingsgevoeligheid. De reclassering heeft hem dan ook een kans gegeven om zich te herpakken in de maatschappij. Hij is ondanks de terugvallen niet gerecidiveerd in delictgedrag. Nadien heeft hij zich actief ingezet om spanningen effectiever te reguleren en zijn coping te versterken. Daarnaast zijn de beschermende factoren bestendigd en is stabiliteit op alle leefgebieden gecreëerd. Hiermee is een periode van stabiliteit aangebroken, die hij langere tijd heeft weten vast te houden. De ter beschikking gestelde werkt sinds april 2023 in een kringloopwinkel en heeft sinds september 2023 een eigen woning. Zijn broer beheert zijn financiën en zal dit blijven doen, omdat financiële ruimte een trigger is voor een terugval in middelengebruik. De ambulante behandeling is in maart 2024 positief afgerond, omdat alle behandeldoelen waren behaald en er geen behandelindicatie meer werd gezien. Er is sprake van een steunend netwerk en de ter beschikking gestelde kan – indien nodig – zijn hulpvragen neerleggen bij de begeleiding van F-RIBW De Blink of de psychiater van AC Fivoor. De reclassering heeft er vertrouwen in dat hij zijn leven blijvend stabiel zal weten vorm te geven als hij de spanningen op aangeleerde wijze blijft reguleren, zijn financiën worden beheerd door zijn broer en hij tijdig zijn hulpvragen kan neerleggen bij familie en/of hulpverlening. Gezien het positieve beloop, de aanwezigheid van voldoende beschermende factoren en het lage recidiverisico, is de tbs-maatregel niet langer noodzakelijk.
Advies psycholoog
Psycholoog [persoon B] adviseert in het rapport, gedateerd 23 mei 2024, de terbeschikkingstelling te beëindigen.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met borderline en antisociale trekken, een stoornis in het gebruik van cocaïne (in vroege remissie) en een andere gespecificeerde parafiele stoornis (in lange remissie). Bij het huidige niveau van functioneren wordt de kans op recidive ingeschat als laag. De behandeling bij AC Fivoor is afgerond en er zijn geen verdere behandelindicaties. Bij een eventuele terugval in middelengebruik in de toekomst zal de ter beschikking gestelde zelf in staat moeten zijn om hulp in te schakelen. Met de medicatie waarvoor hij gemotiveerd is, uitbesteding van de financiën aan zijn broer, stabiliteit op meerdere levensgebieden (alhoewel pas kort) en het feit dat zijn fetisj niet meer zijn denken en handelen bepaalt, wordt het risico op een zedendelict overeenkomstig de indexdelicten ingeschat als laag. Er zal in zijn geval altijd een risico blijven op destabilisatie, al dan niet met een terugval in cocaïnegebruik, maar destabilisatie leidt niet automatisch tot een acuut gevaar op herhaling van de indexdelicten. Een eventuele terugval in middelengebruik leidt niet direct tot seksueel grensoverschrijdend gedrag en niet automatisch tot acuut gevaar op herhaling van delicten waar de maatregel voor is opgelegd.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [persoon A] heeft haar advies op de terechtzitting toegelicht. Zij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat de ter beschikking gestelde geen zorg meer krijgt en een eigen woning heeft. Verschillende factoren zijn daarnaast bestendigd. De ter beschikking gestelde weet spanningen beter te reguleren en hij is voor het eerst in het hele traject langere tijd clean. De verslavingsgevoeligheid blijft maar er is geen sprake geweest van recidive, ook niet tijdens terugvallen. De ter beschikking gestelde heeft zelf een belangrijk aandeel gehad in het creëren van de balans.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. In de vordering is aangekondigd dat, voor zover de ter beschikking gestelde zijn huidige gedrag zou voortzetten, tot afwijzing van de vordering zou worden gerekwireerd. Dat is het geval, waardoor er vertrouwen is dat de ter beschikking gestelde zonder tbs-kader kan.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben afwijzing van de vordering bepleit.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de reclassering en de psycholoog, de toelichting van de reclasseringsambtenaar ter zitting en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank net als de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat de vordering van de officier van justitie dient te worden afgewezen. Het recidiverisico is dusdanig teruggebracht dat niet langer kan worden gezegd dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

6.Beslissing

De rechtbank:
wijst afde vordering van de officier van justitie.
Deze beslissing is genomen door mr. A.M.G. van de Kragt, voorzitter,
en mrs. L. Stevens en S.W.H. Bootsma, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.D. Schmahl, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.