Op 8 augustus 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de machtiging van een bewindvoerder en mentor, Fidinda CBM B.V., om de verblijfplaats van betrokkene te bepalen. Het verzoek is ingediend op 18 juni 2024, met als doel betrokkene te verhuizen van zorginstelling Infinitas naar zorginstelling Sula in Rotterdam. De mondelinge behandeling was oorspronkelijk gepland voor 6 september 2024, maar is vervroegd naar 6 augustus 2024 vanwege de spoedeisendheid van de situatie. Betrokkene was niet aanwezig op de zitting, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. S.D. Kürz, die zich ziek had gemeld.
Fidinda heeft aangevoerd dat de huidige zorgsituatie bij Infinitas onhoudbaar is. Er zijn ernstige tekortkomingen in de zorgverlening, zoals het ontbreken van communicatie met de mentor, een actueel zorgplan en adequate medische begeleiding. Bovendien heeft betrokkene zelf aangegeven te willen verhuizen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verhuizing noodzakelijk is om ernstig nadeel voor betrokkene te voorkomen, gezien de kwetsbare positie van betrokkene en de zorgen over de kwaliteit van zorg bij Infinitas.
De kantonrechter heeft de gevraagde machtiging verleend en verzocht aan Infinitas om medewerking te verlenen aan de verhuizing. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag.