7.3.2.Rapportages en verklaring van de deskundige op de terechtzitting
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond(hierna: de jeugdreclassering) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 mei 2024. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De verdachte heeft goed meegewerkt met de begeleiding van de jeugdreclassering en heeft zich gehouden aan de schorsingsvoorwaarden. Toch heeft hij blijkbaar niet altijd volledige openheid van zaken gegeven, want de huidige verdenking was een verrassing voor de jeugdreclassering. De verdachte heeft doelen voor zichzelf gesteld. Hij is in september 2023 gestart met een mbo 4-opleiding maatschappelijke zorg en wil stage gaan lopen bij Stichting JOZ jongerenwerk. Hij is bezig met de aanvraag van een Verklaring Omtrent het Gedrag. De verdachte werkt momenteel niet, omdat hij zich wil concentreren op school. Thuis zijn er geen problemen. Daarnaast staat de verdachte nu wel open voor de inzet van een coach.
De verdachte heeft wederom recidive gepleegd en wordt nu verdacht van een strafbaar feit gepleegd na zijn achttiende verjaardag. De jeugdreclassering is van mening dat de verdachte niet in aanmerking komt voor toepassing van het jeugdstrafrecht. De verdachte heeft geen beperking, stoornis of verslaving en er zijn ook geen pedagogische redenen om het jeugdstrafrecht toe te passen. Wat hij buiten doet, blijft grotendeels uit het zicht van de ouders. De verdachte lijkt een weloverwogen keuze te hebben gemaakt om naar de haven te gaan om drugs uit te halen. Hij heeft voldoende capaciteiten om te begrijpen wat de gevolgen hiervan zijn. De jeugdreclassering is van mening dat de begeleiding vanuit de jeugdreclassering niet meer passend is voor de verdachte.
De jeugdreclassering adviseert een deels voorwaardelijke werkstraf op te leggen met aftrek van het voorarrest, met daarbij de voorwaarden:
- meewerken aan reclasseringstoezicht van een 3Ro organisatie (volwassen reclassering);
- het inzetten voor een vaste daginvulling, bij voorkeur een opleiding;
- meewerken aan hulpverlening, bijvoorbeeld coaching, zolang de reclassering dit nodig acht.
GGZ Fivoor(hierna: de reclassering) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 30 mei 2024. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De reclassering vindt het zorgelijk dat de verdachte wederom voor eenzelfde delict in aanraking met politie en justitie is gekomen. Er zijn zorgen over het criminele sociaal netwerk waarin de verdachte zich bevindt. Een financieel motief kan gelet op de onderhavige verdenking niet worden uitgesloten. Er zijn geen aanwijzingen voor een laag niveau van cognitief functioneren, middelengebruik dan wel psychopathologie naar voren gekomen.
De reclassering adviseert om het jeugdstrafrecht toe te passen en het toezicht te laten uitvoeren door de jeugdreclassering. Er zijn weinig aanwijzingen van beperkte handelingsvaardigheden naar voren gekomen. De verdachte wordt voldoende in staat geacht zijn eigen gedrag te organiseren. Ook zijn er geen indicaties voor een licht verstandelijke beperking. Daarentegen heeft de verdachte recentelijk de achttienjarige leeftijd bereikt en is er sprake van een goed lopend toezicht bij de jeugdreclassering. Daarnaast volgt de verdachte een mbo niveau 4 opleiding en is continuering van de schoolgang van belang. Hij woont bij zijn ouders thuis waar hij actief aan het gezin deelneemt en is voor zover nu bekend ontvankelijk voor sociale, emotionele en praktische ondersteuning door volwassenen. Ook zijn er op basis van de beschikbare informatie geen contra-indicaties voor toepassing van het jeugdstrafrecht waargenomen.
De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met de onderstaande bijzondere voorwaarden:
- begeleiding door de jeugdreclassering;
- een contactverbod met de medeverdachte;
- een locatieverbod voor het havengebied Vlissingen, Waalhaven en Maasvlakte (met elektronische monitoring);
- een locatiegebod op het verblijfadres voor de duur van zes maanden (met elektronische monitoring);
- dagbesteding;
- ambulante begeleiding door Stichting Welzijn E25 of soortgelijke instelling.
Aanvullend heeft de jeugdreclasseerder ter zitting aangegeven dat de verdachte nu volwassen is en bewust bezig is geweest met het plegen van een nieuw strafbaar feit. De verdachte valt niet binnen de doelgroep, waarvoor het jeugdstrafrecht is bedoeld. Toepassing van het jeugdstrafrecht is volgens hem niet meer aan de orde.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten en wat ter zitting naar voren is gebracht.