ECLI:NL:RBROT:2024:7267

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 mei 2024
Publicatiedatum
6 augustus 2024
Zaaknummer
10/098433-23, 09/337668-22 en 10/084257-23 (ter terechtzitting gevoegd)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel na tussentijdse beoordeling

Op 30 mei 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een veroordeelde die een ISD-maatregel had opgelegd gekregen. De rechtbank had eerder, op 10 juli 2023, de maatregel voor de duur van één jaar opgelegd, welke op 14 juli 2023 onherroepelijk werd. De einddatum van deze maatregel was vastgesteld op 20 juli 2024. De veroordeelde verzocht op 27 oktober 2023 om een tussentijdse beoordeling van de noodzaak tot voortzetting van de ISD-maatregel, maar trok dit verzoek in. Op 16 april 2024 werd opnieuw een verzoek ingediend. Tijdens de openbare terechtzitting op 27 mei 2024 werd de zaak behandeld, waarbij de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman werden gehoord. De rechtbank concludeerde dat de voortzetting van de ISD-maatregel niet langer noodzakelijk was, gezien de gemotiveerde houding van de veroordeelde en het feit dat hij over voldoende middelen beschikte om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. De rechtbank besloot de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel te beëindigen, met ingang van één week na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/098433-23, 09/337668-22 en 10/084257-23 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak bij vervroeging: 30 mei 2024
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, naar aanleiding van een onderzoek als bedoeld in artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) in de zaak tegen de veroordeelde:
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam PI] , locatie [detentielocatie] ,
raadsman mr. R. van der Wal , advocaat te Zoetermeer.

1.Procesverloop

Bij vonnis van deze rechtbank van 10 juli 2023 is aan de veroordeelde de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van één jaar opgelegd. Het vonnis is op 14 juli 2023 onherroepelijk geworden. De einddatum van de ISD-maatregel is 20 juli 2024.
Bij verzoekschrift van 27 oktober 2023 is namens de veroordeelde verzocht om een tussentijdse beoordeling van de noodzaak tot voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel. Dit verzoekschrift is op 4 december 2023 ingetrokken.
Bij verzoekschrift van 16 april 2024 is namens de veroordeelde opnieuw verzocht om een tussentijdse beoordeling van de noodzaak tot voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel.
Op de griffie van de rechtbank is een tussenevaluatie van de ISD-maatregel ingekomen van 17 mei 2024 van de senior casemanager [persoon A] en de vestigingsdirecteur van de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie Hoogvliet. Ook is een verblijfsplan van de Penitentiaire Inrichting gedateerd 18 augustus 2023 ingekomen.
De zaak is behandeld op de openbare terechtzitting van 27 mei 2024. De officier van justitie, mr. N. Snoep, de veroordeelde en zijn raadsman zijn gehoord. Tevens is gehoord de deskundige [persoon A] , als senior casemanager en trajectbegeleider ISD verbonden aan de inrichting waar de veroordeelde verblijft.
De raadsman heeft ter terechtzitting een tweetal e-mailberichten overgelegd van de verdediging gericht aan de casemanager van de Penitentiaire Inrichting gedateerd 25 augustus 2023 en 23 april 2024 alsmede een e-mailbericht van [persoon B] werkzaam bij Tactus (een instelling voor verslavingszorg) gedateerd 24 mei 2024. Voorts is de eindrapportage van Stichting Ontmoeting gedateerd 17 februari 2024 overgelegd.

2.Standpunten van partijen

De veroordeelde en de raadsman hebben beëindiging van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel bepleit, omdat voortzetting van de ISD-maatregel niet langer noodzakelijk is. Daartoe is aangevoerd dat de rechtbank bij vonnis van 10 juli 2023 een ISD-maatregel voor de duur van één jaar heeft opgelegd, omdat dit - gelet op de eerder opgelegde ISD-maatregelen - afdoende werd geacht. In het kader van een eerder opgelegde ISD-maatregel was immers al het nodige aan diagnostiek gedaan en had verdachte al een aantal onderdelen doorlopen. Verdachte was bovendien gemotiveerd. Dit maakte dat de rechtbank van oordeel was dat de trajecten versneld konden worden ingezet en uitgevoerd. Na het onherroepelijk worden van voornoemd vonnis is echter een lange tijd geen aanvang gemaakt met de versnelde trajecten. Om die reden heeft de verdediging op 27 oktober 2023 verzocht om een tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel. Naar aanleiding hiervan heeft er een overleg met de Penitentiaire Inrichting plaatsgevonden, is de veroordeelde bij Stichting Ontmoeting geplaatst en heeft de verdediging het verzoekschrift ingetrokken. De veroordeelde heeft tot 13 februari 2024 bij Stichting Ontmoeting verbleven. Blijkens het overgelegde rapport van Stichting Ontmoeting verliep het traject goed. De veroordeelde is vroegtijdig bij Stichting Ontmoeting vertrokken vanwege het verlies van een dierbare. De veroordeelde is vervolgens aangehouden en terug in de Penitentiaire Inrichting in Rotterdam geplaatst. Aan de veroordeelde is door de casemanager (de heer [persoon A] ) medegedeeld dat hij de resterende duur van de hem opgelegde maatregel ‘kaal’ dient uit te zitten in de Penitentiaire Inrichting. De resterende tijd zou onvoldoende zijn om behandeling op te starten en af te ronden. Wel zou de veroordeelde nog ondersteuning kunnen krijgen op het gebied van huisvesting, ter bevordering van de resocialisatie en terugkeer in de maatschappij. Inmiddels moet worden geconstateerd dat ook op dat onderdeel nagenoeg geen progressie wordt geboekt. De verdediging heeft daarom (zelfstandig) alternatieve mogelijkheden onderzocht en is bij Tactus in Apeldoorn terechtgekomen. De maatschappelijk werker van Tactus, mevrouw [persoon B] , heeft op 24 mei 2024 in een emailbericht bevestigd dat de veroordeelde bij hen in zorg kan komen met een verwijzing van de huisarts, maar dat ook de casemanager van de Penitentiaire Inrichting hem kan aanmelden vanuit het forensische kader. Gelet op de weigerachtige houding vanuit de Penitentiaire Inrichting, heeft de veroordeelde zelf contact opgenomen met zijn huisarts, die bereid is de verwijzing te verstrekken. De veroordeelde heeft vanuit een erfenis voldoende vermogen, maar het is niet mogelijk om op korte termijn een huurwoning te vinden. Om die reden zal hij ter overbrugging in een chalet kunnen verblijven in de omgeving van de Piet Roordakliniek te Apeldoorn, zijnde de forensische verslavingskliniek van Tactus.
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot voortijdige beëindiging van de ISD-maatregel per medio juni. De veroordeelde heeft een concreet plan aan de rechtbank voorgelegd. Het is van belang dat hij de komende vier weken kan benutten om het een en ander hiervoor in gang te zetten.
In aanvulling op het voortgangsverslag heeft de heer [persoon A] ter terechtzitting verklaard dat de directeur van de Penitentiaire Inrichting voortzetting van de ISD-maatregel heeft geadviseerd vanwege het recidiverisico. De veroordeelde is wegens onttrekking opnieuw in de Penitentiaire Inrichting geplaatst ter stabilisatie. Het vinden van huisvesting heeft op dit moment de grootste prioriteit. De Penitentiaire Inrichting kan hierin echter niets betekenen voor de veroordeelde, zodat hij tot de einddatum van 20 juli 2024 de opgelegde maatregel zonder behandeling zal moeten uitzitten.

3.BeoordelingOp 10 juli 2023 heeft de rechtbank ten aanzien van de op te leggen straf het navolgende overwogen:

“In beginsel is oplegging van de ISD-maatregel voor de duur van twee jaar noodzakelijk voor het terugdringen van het herhalingsgevaar en een goede re-integratie van de verdachte in de maatschappij. De rechtbank gaat er echter vanuit dat in dit geval, gelet op de eerder ten uitvoer gelegde ISD-maatregelen, een ISD-maatregel van één jaar afdoende is. Bij de uitvoering van die maatregelen is al het nodige aan diagnostiek gedaan en onderzocht welk traject dient te worden ingezet. Bepaalde vaste onderdelen, zoals het beschrijven van zijn levensverhaal, heeft de verdachte al doorlopen. Gelet daarop en op de huidige gemotiveerde houding van de verdachte op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat het traject versneld kan worden ingezet en uitgevoerd.”

De rechtbank leidt uit de tussenevaluatie van 17 mei 2024 af dat de veroordeelde pas op 19 december 2023 is overgeplaatst vanuit de Penitentiaire Inrichting naar de beschermd wonen locatie van Stichting Ontmoeting te Epe. Kennelijk is deze overplaatsing pas in gang gezet nadat de verdediging op 27 oktober 2023 had verzocht om een tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel. Tot die tijd was er geen aanvang gemaakt met de uitvoering van een versneld traject, zoals de rechtbank had bedoeld.
Bij Stichting Ontmoeting heeft de veroordeelde zich op meerdere momenten niet aan de afspraken gehouden, hetgeen ertoe heeft geleid dat hij weer is teruggeplaatst in de Penitentiaire Inrichting.
Uit de tussenevaluatie van de ISD-maatregel volgt verder dat er nu onvoldoende tijd resteert om het traject van de veroordeelde nog vorm te geven en dat daarom enkel (nog) wordt ingezet op nazorg in de vorm van ondersteuning bij het verkrijgen van een eigen woning. De heer [persoon A] heeft echter ter terechtzitting verklaard dat de Penitentiaire Inrichting niets kan betekenen in het vinden van huisvesting voor de veroordeelde, hetgeen ertoe leidt dat de veroordeelde nu enkel nog zijn tijd uitzit.
De rechtbank is van oordeel dat uit de tussenevaluatie van de ISD-maatregel en de toelichting van de heer [persoon A] op de zitting de noodzaak van de voortzetting van de ISD-maatregel vanwege recidiverisico onvoldoende is gebleken. De veroordeelde heeft ter terechtzitting toegelicht dat hij inmiddels over een zodanig vermogen beschikt dat het niet (meer) nodig is om vermogensdelicten te plegen. Ook heeft hij een concreet plan aan de rechtbank voorgelegd en heeft hij laten zien gemotiveerd te zijn. Dat beëindiging van de maatregel op dit moment zal leiden tot onveiligheid, ernstige (drank-/drugs)overlast en/of verloedering van het publieke domein, kan gelet hierop niet worden vastgesteld. Evenmin is gebleken van een omstandigheid die overwegend buiten de macht van de veroordeelde ligt, waardoor het aan de veroordeelde zou zijn te wijten dat het (behandel)traject (nog) niet (voldoende) van de grond is gekomen.
De rechtbank komt daarmee tot de conclusie dat voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel niet noodzakelijk is, zodat tot beëindiging van de tenuitvoerlegging van deze maatregel moet worden overgegaan. In navolging van het eigen voorstel van de veroordeelde ter zitting zal de tenuitvoerlegging van de maatregel één week na de datum van de uitspraak voortijdig worden beëindigd.

4.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek toe;
beëindigt de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders met ingang van één week na heden.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. P.E. van Althuis, voorzitter,
en mrs. P. Joele en R.B. Schiphuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Beenakker, griffier,
en in het openbaar vervroegd uitgesproken op 30 mei 2024.
De voorzitter en de jongste rechter zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.