ECLI:NL:RBROT:2024:7252
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Herstelvonnis inzake medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en poging tot zware mishandeling
Op 27 mei 2024 heeft de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, een vonnis uitgesproken in de zaak tegen een verdachte, geboren in 1996 en ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd. De verdachte is veroordeeld voor medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en poging tot zware mishandeling. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van twaalf maanden opgelegd, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Tevens zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd en is de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Na de uitspraak bleek dat het dictum van het vonnis een kennelijke fout bevatte, namelijk dat de beslissing op de voorlopige hechtenis niet was opgenomen. Dit heeft geleid tot een herstelvonnis, waarin de fout is hersteld en de beslissing op de voorlopige hechtenis is toegevoegd. Het herstelvonnis is op 13 juni 2024 gewezen door de rechters A.M.H. Geerars, M.I. Blagrove en S. Wahedi, in tegenwoordigheid van griffier V.D. Beenakker.