ECLI:NL:RBROT:2024:7252

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juni 2024
Publicatiedatum
5 augustus 2024
Zaaknummer
10/312722-23 (herstelvonnis)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en poging tot zware mishandeling

Op 27 mei 2024 heeft de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, een vonnis uitgesproken in de zaak tegen een verdachte, geboren in 1996 en ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd. De verdachte is veroordeeld voor medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en poging tot zware mishandeling. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van twaalf maanden opgelegd, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Tevens zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd en is de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Na de uitspraak bleek dat het dictum van het vonnis een kennelijke fout bevatte, namelijk dat de beslissing op de voorlopige hechtenis niet was opgenomen. Dit heeft geleid tot een herstelvonnis, waarin de fout is hersteld en de beslissing op de voorlopige hechtenis is toegevoegd. Het herstelvonnis is op 13 juni 2024 gewezen door de rechters A.M.H. Geerars, M.I. Blagrove en S. Wahedi, in tegenwoordigheid van griffier V.D. Beenakker.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 3
Parketnummer: 10/312722-23
Op 27 mei 2024 heeft de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, een vonnis uitgesproken in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] te ( [postcode] ) [woonplaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in
de Penitentiaire Inrichting [naam PI] , locatie: [detentielocatie] ,
raadsman mr. F.T. Sakrak, advocaat te Zaandam.
Na de uitspraak is gebleken dat het dictum van het vonnis een onmiddellijk kenbare fout bevat, die zich leent voor eenvoudig herstel.
In het dictum van het vonnis is abusievelijk de beslissing op de voorlopige hechtenis niet opgenomen.
Het dictum van het vonnis zal daarom bij deze beslissing worden hersteld.

Beslissing

De rechtbank:
- herstelt de kennelijke fout in het dictum als volgt;
- de volgende alinea wordt toegevoegd:
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf;
- beveelt de griffier deze beslissing aan te tekenen op en te hechten aan het origineel van het vonnis dat is hersteld.
Dit herstelvonnis is op 13 juni 2024 gewezen door
mr. A.M.H. Geerars, voorzitter,
en mr. dr. M.I. Blagrove en mr. dr. S. Wahedi, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Beenakker, griffier.
De jongste rechter is buiten staat dit herstelvonnis mede te ondertekenen.