ECLI:NL:RBROT:2024:7220

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 augustus 2024
Publicatiedatum
1 augustus 2024
Zaaknummer
24/7241
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening na woning sluiting door burgemeester wegens explosie

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 2 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, die haar woning huurt van Stichting Woonbron, heeft bezwaar gemaakt tegen de sluiting van haar woning door de burgemeester van Rotterdam. De sluiting volgde op een explosie bij haar woning op 18 juli 2024, waarbij de burgemeester het algemeen belang en de veiligheid van de buren zwaarder heeft laten wegen dan de belangen van verzoekster. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de burgemeester op basis van politie-informatie heeft mogen concluderen dat de explosie mogelijk een gerichte actie was op de woning van verzoekster. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was, maar dat de sluiting van de woning gerechtvaardigd was gezien de ernst van de situatie. Verzoekster had aangevoerd dat de sluiting een te zwaar middel was, maar de voorzieningenrechter vond de argumenten van de burgemeester aannemelijk. De voorzieningenrechter concludeerde dat het bestreden besluit in bezwaar waarschijnlijk in stand zal blijven, waardoor er geen aanleiding was voor het treffen van een voorlopige voorziening.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/7241

uitspraak van de voorzieningenrechter van 2 augustus 2024 in de zaak tussen

[naam verzoekster] , uit [plaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. G.R. Stolk),
en

de burgemeester van Rotterdam

(gemachtigde: mr. J.C. Avedissian).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: Stichting Woonbron uit Rotterdam.

Inleiding

1. Met het bestreden besluit van 18 juli 2024 heeft de burgemeester verzoeksters woning gesloten voor een maand. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Ook heeft zij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, de gemachtigde van verzoekster, de gemachtigde van de burgemeester en [persoon A] (namens de burgemeester).

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3. Verzoekster woont op het adres [adres] in Rotterdam. Zij huurt deze woning van Stichting Woonbron. Op het adres stonden tot voor kort ook een zoon, een dochter en twee minderjarige kinderen ingeschreven.
Wat is er gebeurd?
4. Op 18 juli 2024 heeft de politie een melding gekregen over een explosie bij verzoeksters woning. De politie zag dat de voordeur zwartgeblakerd was en roken een sterke brandlucht. Op de grond werd verschroeid plastic aangetroffen. Dit blijkt uit een bestuurlijke rapportage van de politie van 18 juli 2024.
Waar gaat het in deze zaak om?
5. De burgemeester heeft op basis van de bestuurlijke rapportage besloten om de woning per direct te sluiten voor de duur van een maand. Verzoekster is het niet eens met de sluiting van de woning. Zij wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat zij weer toegang krijgt tot de woning.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af

6. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Heeft verzoekster een spoedeisend belang?
7. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift.
De voorzieningenrechter dient eerst te bepalen of er sprake is van een spoedeisend belang, voordat de zaak inhoudelijk kan worden beoordeeld.
8. De voorzieningenrechter vindt dat het spoedeisend belang voldoende aannemelijk is. Als er geen voorlopige voorziening wordt getroffen, heeft verzoekster gedurende een maand geen toegang tot haar woning.
Waarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek af?
9. De burgemeester is (kort gezegd) bevoegd om een woning te sluiten als er door ernstig geweld een ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een ernstige verstoring van de openbare orde rond de woning.
10. De burgemeester heeft de woningsluiting gebaseerd op de volgende politie-informatie.
Er heeft op 4 januari 2024 een explosie plaatsgevonden bij de directe buren van verzoekster en dit zou te maken hebben met een online ruzie tussen een dochter van verzoekster en een onbekende man. Verzoeksters dochter zou tegen de man hebben gezegd dat hij maar een bom moest plaatsen bij de woning waar zij op dat moment verbleef, maar had daarbij per ongeluk het verkeerde huisnummer vermeld.
Daarnaast stond er voor verzoeksters andere dochter – die op verzoeksters adres stond ingeschreven – een afspraak op locatie in verband met een contactverbod voor haar
ex-partner. In een rapport van bevindingen van de toezichthouders staat dat de personen die op 18 juli 2024 in verzoeksters woning verbleven (verzoekster en haar ex-man) tegen de politie hebben gezegd dat de explosie mogelijk te maken had met de persoonlijke situatie rond deze dochter.
Verder zijn in het verleden (op 16 juni 2022) een vuurwapen en verdovende middelen aangetroffen in verzoeksters woning en deze spullen zouden volgens verzoekster van één van haar zoons zijn.
Tot slot heeft er op 10 juli 2024 een schietincident plaatsgevonden op de [naam locatie] . Hierbij zijn er patronen door een raam van een woning gegaan van een ouder echtpaar.
Dit is gebeurd in de directe nabijheid van verzoeksters woning. De politie kon nog niet zeggen of dit incident verband hield met de explosie bij verzoeksters woning.
11. Verzoekster heeft aangevoerd dat het niet aannemelijk is dat de door de politie genoemde incidenten te maken hebben met de explosie bij haar woning. Dit omdat deze incidenten te lang geleden zijn gebeurd, zij al langere tijd geen contact meer heeft met haar zoon, haar dochter weer samen is met haar partner en er geen reden is om te veronderstellen dat de schietpartij met verzoekster te maken heeft. De wijk waar verzoekster woont, is namelijk één van de beruchtste wijken van Rotterdam. Verzoekster gaat er daarom van uit dat er sprake is van een vergissing, zodat er geen aanleiding bestaat om haar woning te sluiten en nog langer gesloten te houden.
12. De voorzieningenrechter overweegt dat de burgemeester uit de in de bestuurlijke rapportage genoemde zaken heeft mogen afleiden dat de explosie mogelijk een gerichte actie was op de woning van verzoekster. Of dit werkelijk zo is, wordt op dit moment door de politie onderzocht. De omstandigheid dat de door de politie genoemde incidenten met name zien op de kinderen van verzoekster en zij zelf niet gelinkt kan worden aan deze incidenten, leidt niet tot een ander oordeel. Veel explosies vinden namelijk plaats bij familieleden of andere naasten van het beoogde doelwit, om zo druk uit te oefenen op deze persoon. Bovendien stonden verzoeksters zoon en dochter tot voor kort wel op haar adres ingeschreven, zodat er een link is met verzoeksters woning. De voorzieningenrechter vindt dat de burgemeester op basis van de politie-informatie de sluiting van verzoeksters woning noodzakelijk heeft mogen achten.
13. Verzoekster heeft verder aangevoerd dat de woningsluiting een te zwaar middel is en dat de burgemeester had kunnen volstaan met cameratoezicht of surveillance.
Daarnaast vindt zij de sluiting niet evenwichtig. Zij heeft geen alternatieve verblijfplaats en ze heeft niet de financiële middelen om in een hotel te verblijven.
14. De burgemeester heeft in het bestreden besluit overwogen dat er niet kan worden volstaan met minder verstrekkende maatregelen. Tijdens de zitting heeft de burgemeester hierop aangevuld dat de ervaring leert dat het plaatsen van camera’s en het inzetten van extra surveillance onvoldoende effectief is als het gaat om het risico op herhaling van het plaatsen van explosieven. De (vaak jonge) daders laten zich niet weerhouden door camera’s en het plaatsen en laten afgaan van een explosief is binnen een minuut gedaan, zodat het plaatsen van camera’s en het inzetten van extra surveillance een nieuw incident niet kan voorkomen. De voorzieningenrechter vindt dit standpunt van de burgemeester aannemelijk.
15. Hoewel de sluiting ingrijpend is en vervelende consequenties heeft voor verzoekster, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de burgemeester in de gegeven omstandigheden het algemeen belang en het belang van de buren zwaarder heeft mogen wegen dan de door verzoekster naar voren gebrachte belangen. Daarbij komt dat verzoekster onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet tijdelijk bij één van haar kinderen of haar ex-man zou kunnen verblijven. Verder is van belang dat het gaat om een woning-sluiting voor een beperkte periode tot 18 augustus 2024.
16. De voorzieningenrechter verwacht dat het bestreden besluit in bezwaar in stand zal blijven, zodat er op dit moment geen aanleiding is voor het treffen van een voorlopige voorziening.

Conclusie en gevolgen

17. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de burgemeester verzoekster vooralsnog geen toegang hoeft te geven tot haar woning. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. Rutten, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van E.C. Petrusma, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 2 augustus 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.