Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw [persoon A] , schuldhulpverlener bij Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling door verzoekster, die te maken heeft met meerdere schuldeisers. Verzoekster heeft een verzoek ingediend op 29 maart 2024, waarin zij een schuldregeling heeft aangeboden aan haar veertien concurrente schuldeisers, met een totaalbedrag van € 21.606,74. De aangeboden regeling voorziet in een betaling van 22,751% aan de schuldeisers tegen finale kwijting. Dertien van de veertien schuldeisers hebben ingestemd met de regeling, maar Billink, een van de schuldeisers, heeft geweigerd in te stemmen.
Tijdens de zitting op 23 mei 2024 is Billink, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De rechtbank heeft op verzoek van de schuldhulpverlening aanvullende stukken ontvangen. De rechtbank heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat de vordering van Billink slechts 0,6% van de totale schuldenlast bedraagt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de belangen van verzoekster en de andere schuldeisers die hebben ingestemd met de regeling zwaarder wegen dan die van Billink.
De rechtbank heeft Billink bevolen in te stemmen met de schuldregeling en heeft de kosten van de procedure op nihil vastgesteld, aangezien verzoekster niet door een advocaat is bijgestaan. De rechtbank heeft ook bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers en heeft het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M. Aukema, rechter, en griffier L.M. Heinis.