ECLI:NL:RBROT:2024:7161

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juli 2024
Publicatiedatum
1 augustus 2024
Zaaknummer
10.010688.23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontuchtige handelingen met minderjarige, kinderporno en dierenporno

Op 16 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met een minderjarige, het bezit van kinderporno en dierenporno. De verdachte, geboren in 1976, werd bijgestaan door raadsman mr. R.F. Nelisse. De rechtbank oordeelde dat de verdachte meermalen ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een negenjarig meisje, dat regelmatig bij hem thuis kwam. De verklaringen van het slachtoffer werden als betrouwbaar beschouwd, ondersteund door getuigenverklaringen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, waaronder het bezit van een aanzienlijke hoeveelheid kinderpornografisch materiaal en dierenporno. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van negen maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, alsook een taakstraf van 128 uur. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en oordeelde dat de verdachte misbruik had gemaakt van het vertrouwen van het slachtoffer. De vordering van de benadeelde partij werd gedeeltelijk toegewezen, met een schadevergoeding van € 1.500,- voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10.010688.23
Datum uitspraak: 16 juli 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1976,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
raadsman mr. R.F. Nelisse, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 2 juli 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W. van Prooijen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijsuitsluiting
4.1.1.
Standpunt verdediging
De resultaten van de doorzoeking van de woning van de verdachte moeten van het bewijs worden uitgesloten, omdat deze op onrechtmatige wijze zijn verkregen. Voorafgaande aan de doorzoeking was immers slechts sprake van de verdenking van het eerste ten laste gelegde feit. Deze verdenking rechtvaardigde geen inbeslagname van alle gegevensdragers van de verdachte. Daarnaast was de verdachte overdonderd door de doorzoeking en verleende hij daartoe zijn toestemming in de veronderstelling dat er een machtiging was. Een machtiging ontbreekt echter, waardoor de toestemming geacht moet worden niet te zijn gegeven.
4.1.2.
Beoordeling rechtbank
Ingevolge artikel 359a Sv kan de rechtbank, indien blijkt dat bij het voorbereidend onderzoek vormen zijn verzuimd die niet meer kunnen worden hersteld en de rechtsgevolgen hiervan niet uit de wet blijken, bepalen dat de resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen, niet mogen bijdragen aan het bewijs van de ten laste gelegde feiten. Bewijsuitsluiting kan slechts aan de orde komen indien het bewijsmateriaal door het verzuim is verkregen en komt in aanmerking indien door de onrechtmatige bewijsvergaring een belangrijk (strafvorderlijk) voorschrift of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate is geschonden.
De Hoge Raad heeft in zijn standaardarrest concrete eisen gesteld waaraan een verweer ex artikel 359a Sv dient te voldoen (ECLI:NL:HR:2013:BY5322), wil het nopen tot beoordeling. Het verweer zoals door de verdediging gevoerd, voor zover bedoeld als een beroep op artikel 359a Sv, voldoet niet aan deze eisen en behoeft daarom geen verdere bespreking.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat indien en voor zover sprake zou zijn geweest van een vormverzuim als bedoeld in genoemd artikel, dit slechts bij hoge uitzondering, die zich in dit geval niet voordoet, kan leiden tot bewijsuitsluiting.
4.2.
Bewijswaardering feit 1
4.2.1.
Standpunt verdediging
De verdachte dient te worden vrijgesproken vanwege gebrek aan bewijs. De aangifte staat op zichzelf en vindt onvoldoende steun in ander bewijsmateriaal. Het bewijsminimum bepaalt dat een bewezenverklaring niet mag berusten op één bewijsmiddel. Dit maakt dat het feit niet kan worden bewezen. Daarnaast heeft het betasten of kietelen van de borsten en billen van het slachtoffer, zoals ten laste gelegd, niet zonder meer een ontuchtig karakter. Tevens is het lastig om bij het optillen van een kind de bilstreek te ontwijken.
4.2.2.
Beoordeling rechtbank
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] (hierna: [voornaam slachtoffer] ). De verdachte is de vader van een klasgenootje van [voornaam slachtoffer] en woonde bij [voornaam slachtoffer] in de buurt. [voornaam slachtoffer] kwam een periode regelmatig bij het gezin van de verdachte over de vloer en is ook een aantal keer met de verdachte alleen thuis geweest, hetgeen de verdachte ook heeft bevestigd ter terechtzitting. [voornaam slachtoffer] heeft allereerst aan haar halfzus verteld dat de verdachte haar vaker heeft aangeraakt. Zij vertelde aan haar halfzus dat de verdachte in zulke gevallen zijn handen op haar bovenbenen legt, over haar benen wrijft, omhoog beweegt en haar ‘plasser’ aanraakt. Ook zou de verdachte [voornaam slachtoffer] op zijn schoot hebben getrokken en haar billen hebben aangeraakt. [voornaam slachtoffer] heeft dit daarna ook aan haar moeder, [persoon A] , verteld en tijdens haar eigen verhoor bij de politie herhaald. Uit de verklaringen van [voornaam slachtoffer] , afgelegd op verschillende momenten en tegenover verschillende personen en de politie, blijkt dat [voornaam slachtoffer] steeds helder en consistent verklaart over wat er tussen de verdachte en haar zou zijn gebeurd. In zoverre acht de rechtbank haar verklaring dan ook betrouwbaar.
De verklaring van [voornaam slachtoffer] wordt ondersteund door de verklaring van getuige [naam getuige] , die heeft verklaard dat zij heeft gezien dat de verdachte [voornaam slachtoffer] regelmatig op zijn schoot trok, kusjes gaf, haar kietelde op plekken rondom haar borststreek en haar optilde met zijn handen onder haar billen. Deze verklaring acht de rechtbank authentiek en voldoende betrouwbaar.
De verdachte heeft steeds stellig ontkend dat zijn omgang met [voornaam slachtoffer] een seksuele lading had. Achteraf noemt hij zijn omgangsvorm ‘onbetamelijk’, maar weerspreekt dat sprake was van ontucht.
De vraag is of het handelen van de verdachte een ontuchtige handeling oplevert in de zin van artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht.
Ontuchtige handelingen
Ontuchtige handelingen zijn handelingen gericht op seksueel contact, althans contact van seksuele aard in strijd met de sociaal-ethische norm. Een precieze afbakening van wat wel en niet onder ‘ontuchtige handelingen’ valt, kan niet worden gegeven. De beoordeling of een handeling als ontuchtig heeft te gelden, hangt niet alleen af van de subjectieve beleving van het slachtoffer, maar ook van de aard van de gedraging en de omstandigheden van het geval. Ook de bedoeling van de dader is daarbij een relevante factor.
De rechtbank heeft bij de beoordeling van de vraag of het handelen van de verdachte in deze specifieke casus een ontuchtige handeling oplevert, acht geslagen op het volgende. In de in beslag genomen gegevensdragers van de verdachte is een aanzienlijke hoeveelheid kinderpornografisch beeldmateriaal aangetroffen. De verdachte heeft bekend dat hij kinderporno in zijn bezit had en ook dat hij hier actief naar op zoek was. Daarnaast werden in de telefoon van de verdachte chatberichten aangetroffen die de verdachte heeft geschreven en die onmiskenbaar uiting gaven van seksuele opwinding in relatie tot (jonge) kinderen. De rechtbank plaatst de omgang van de verdachte met [voornaam slachtoffer] in die context, waarmee de handelingen van de verdachte een ontuchtig karakter krijgen.
Aldus acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich aan het onder 1 ten laste gelegde feit schuldig heeft gemaakt.
4.3.
Bewijswaardering feit 2 en 3
Het onder 2 en 3 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juli 2019 tot en met 14 augustus 2022 te Puttershoek, gemeente Hoeksche Waard, meermalen telkens met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2013), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het meermalen
- betasten van en wrijven over de binnenkant van haar benen (vanaf haar knieën naar haar schaamstreek) en
- betasten van en duwen tegen haar schaamstreek en vagina en
- betasten en kietelen van haar borststreek en
- betasten van haar billen en
- kussen van haar en
- op zijn schoot nemen van haar;
2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2015 tot en met 28 december 2022 te Puttershoek, meermalen telkens gegevensdragers (mobiele telefoons (Samsung S21 en Samsung S7) en
harddisks en usb-stick en desktop), bevattende afbeeldingen (foto's
en films) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven, in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen — zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het
lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de penis vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(toonmap foto 1/bestand [bestandsnaam 1] en/of foto 5/bestand [bestandsnaam 2] en/of film 5/bestand “ [bestandsnaam 3] ”)
en
het met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(toonmap foto 3/bestand “ [bestandsnaam 4] ” en/of film 7)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(toonmap foto [bestandsnaam 5] ” en/of foto
[bestandsnaam 6] en/of film 4/bestand “ [bestandsnaam 7] ”)
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(toonmap foto 2/bestand “- [bestandsnaam 8] en/of foto 8/bestand “ [bestandsnaam 9] ’’);
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
3
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juli 2018 tot en met
28 december 2022 te Puttershoek, althans in Nederland, meermalen telkens gegevensdragers (mobiele telefoons (Samsung S21 en Samsung S7) en harddisk) bevattende afbeeldingen (foto‘s) in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding ontuchtige handelingen zichtbaar zijn waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit het (onder andere):
- door (een) hond(en) likken van/aan het geslachtsdeel van een vrouw en
- door een hond laten betasten van het geslachtsdeel van een man en
- door een paard/dier penetreren van het geslachtsdeel van een vrouw en
- door een slang penetreren van het geslachtsdeel van een vrouw
(Toonmap bestandsna(a)m(en) “- [bestandsnaam 10] " en/of “ [bestandsnaam 11] ” en/of
“ [bestandsnaam 12] ");
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Feit 1:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen
Feit 2:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt
Feit 3:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken in bezit hebben
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft ontucht gepleegd met de negenjarige [voornaam slachtoffer] . [voornaam slachtoffer] kwam regelmatig bij de verdachte thuis en speelde met de zoontjes van de verdachte. De verdachte heeft met zijn handelen de lichamelijke integriteit van [voornaam slachtoffer] ernstig aangetast. Dit soort feiten kan langdurige negatieve gevolgen hebben voor de psychische, emotionele en seksuele ontwikkeling van jonge slachtoffers. Door de wetgever wordt de geestelijke en lichamelijke integriteit van jeugdigen jonger dan zestien jaar uitdrukkelijk beschermd. De rechtbank rekent het de verdachte zeer aan dat hij misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat [voornaam slachtoffer] in hem had en van de kwetsbare positie waarin [voornaam slachtoffer] zich bevond. Verder neemt de rechtbank het de verdachte kwalijk dat hij geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen.
Daarnaast is bij de verdachte thuis een hoeveelheid kinderporno en dierenporno aangetroffen op verschillende gegevensdragers. Voor de productie van kinderporno worden kinderen seksueel misbruikt en uitgebuit. Zij worden voor een camera gezet om te poseren en seksuele handelingen bij zichzelf en anderen te verrichten en/of te ondergaan. Handelingen, die gelet op hun geestelijke en lichamelijke ontwikkeling, niet passend zijn voor hun leeftijd. Kinderen die seksuele handelingen moeten verrichten ten behoeve van de kinderporno-industrie kunnen aanzienlijke psychische schade oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Ook kunnen zij nog lange tijd achtervolgd worden door de gevolgen van de verspreiding van de beelden, doordat het vrijwel onmogelijk is om een afbeelding of video die op het internet is gezet, daarvan af te halen. Dit vergroot de schade voor deze kinderen. Voor de vervaardiging van dierenporno zijn dieren misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van personen. Het bezit van dierenporno is door de wetgever strafbaar gesteld ter bescherming van de goede zeden en de integriteit van het dier. Ook deze norm heeft de verdachte met het bezit van dierenporno geschonden. Door het handelen van de verdachte blijft de productie van kinderporno en dierenporno in stand. Dat rekent de rechtbank hem aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 22 mei 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Psycholoog [naam psycholoog] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 3 maart 2023. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport. Uit het onderzoek blijkt van een ongezonde seksuele ontwikkeling bij de verdachte. De rechtbank volgt het rapport niet, voor zover wordt gesteld dat geen sprake is van een parafilie in de zin van een intense en aanhoudende seksuele interesse die afwijkt van het normale.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 10 november 2023. Dit rapport houdt – onder meer – het volgende in.
Na schorsing uit voorarrest houdt de verdachte zich goed aan de schorsingsvoorwaarden. Uit de risicotaxatie blijkt dat bij de verdachte sprake is van een onveilig hechtingspatroon, een verhoogde angst voor intimiteit en een hoge vermijdingsgerichte copingstijl. De verdachte heeft een negatief zelfbeeld en is geneigd problemen uit de weg te gaan. Dit heeft er mede toe geleid dat hij het seksuele misbruik in het verleden nooit heeft verwerkt. De verdachte is hiervoor gestart met een behandeling bij De Waag. De kans op recidive wordt door alle betrokkenen als laag ingeschat. Veilig Thuis concludeert dat de kinderen van de verdachte geen gevaar lopen en acht inzet van Jeugdzorg niet noodzakelijk. De vrouw van de verdachte wordt daarbij gezien als belangrijke beschermde factor. Indien de ernst van het delict het toelaat, wordt geadviseerd tot het opleggen van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf om de volgende redenen. De verdachte is first offender en de kans op herhaling wordt als laag ingeschat. Daarnaast ervaart de verdachte behoorlijke consequenties van zijn vervolging: het gezin zal verhuizen en de verdachte is zijn huidige functie verloren. Het gezin lijdt onder de dreiging van een mogelijke celstraf. De psychische impact van de afwezigheid van de verdachte zal groot zijn op het gezin. Ook kan bij een voorwaardelijke straf de behandeling bij De Waag worden voortgezet. Ten aanzien van de voorwaardelijke gevangenisstraf worden de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd: meldplicht en ambulante behandeling. Tot slot wordt de verdachte in staat geacht een taakstraf uit te voeren.
Reclassering Nederland heeft een voortgangsverslag over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 juni 2024. Dit verslag houdt – onder meer - het volgende in.
De verdachte heeft een aantal ingrijpende wijzigingen doorgemaakt in zijn persoonlijke leefsituatie. Het gezin is verhuisd, verdachte is zijn baan verloren en de moeder van de verdachte is recent overleden. Reclassering Nederland komt tot een gewijzigd strafadvies. Zij adviseren bij veroordeling een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, zonder oplegging van bijzondere voorwaarden. Nu de verdachte zijn therapie bij De Waag positief heeft afgerond en de reclassering al anderhalf jaar toezicht heeft gehouden op de verdachte, zijn zij van mening dat het voorzetten van het toezicht niet langer noodzakelijk is.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsadvies en zal zij de gevangenisstraf geheel voorwaardelijk opleggen. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Anders dan is geadviseerd, ziet de rechtbank wel aanleiding tot het opleggen van bijzondere voorwaarden, inhoudende een meldplicht en een ambulante behandeling die gericht is op de seksualiteit van de verdachte en daarmee op het voorkomen van vergelijkbare delicten. Gelet op de aard en ernst van de feiten acht de rechtbank het van belang dat de reclassering betrokken blijft in het leven van de verdachte gedurende de proeftijd. Daarnaast zal de rechtbank gezien de ernst van de feiten een taakstraf van na te noemen duur opleggen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen voorwerpen te onttrekken aan het verkeer.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de voorwerpen onrechtmatig in beslag zijn genomen. Verder staan op de HP desktop familiefoto’s die de echtgenote van de verdachte graag terug wil.
8.3.
Beoordeling
Voor de beoordeling met betrekking tot de rechtmatigheid van het beslag verwijst de rechtbank naar overweging 4.1. Ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen onder 9 en 11 op de beslaglijst zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte. De overige in beslag genomen voorwerpen zullen worden verbeurd verklaard. De bewezen feiten 2 en 3 zijn met betrekking tot deze voorwerpen begaan.

9.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde] als wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer] ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit en waarmee bij de strafoplegging rekening is gehouden. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 4.000,- aan immateriële schade. Tevens wordt de wettelijke rente gevorderd en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van de vordering geconcludeerd tot gehele toewijzing, te vermeerderen met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2.
Standpunt verdediging
Gelet op de bepleite vrijspraak, is primair aangevoerd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering. Subsidiair is aangevoerd dat de vordering gematigd dient te worden tot een bedrag van € 1.000,- omdat de bij de vordering gevoegde jurisprudentie niet vergelijkbaar is met onderhavige zaak.
9.3.
Beoordeling
De verdachte heeft met de benadeelde partij ontucht gepleegd. Vanzelfsprekend leidt dit tot psychische schade bij een minderjarig slachtoffer. Daarmee is vast komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 1 bewezen verklaarde feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Ter terechtzitting is gebleken dat professionele hulpverlening nog niet is gestart. De rechtbank is van oordeel dat de bij de vordering overgelegde jurisprudentie daarom niet vergelijkbaar is met de onderhavige zaak. Ook mede gelet op de duur en intensiteit van de ontuchtige handelingen zijn de zaken niet vergelijkbaar.
De schade zal op dit moment op basis van de nu gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 1.500,- zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen. De benadeelde partij zal voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan daarom slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 1 juli 2019. Tevens legt de rechtbank de maatregel tot schadevergoeding op.
Nu de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
9.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 1.500,-vermeerderd met de wettelijke rente. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 36f, 57, 240b, 247 en 254a van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden,
bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
3 (drie) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
de veroordeelde laat zich behandelen door polikliniek De Waag, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 128 (honderdachtentwintig) uren,waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
120 (honderdtwintig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
  • gelast de teruggave aan verdachte van voorwerpen 9 en 11;
  • verklaart de overige voorwerpen verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 2 en 3;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde] als wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer] , te betalen een bedrag van
€ 1.500,- (zegge: vijftienhonderd), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde] als wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer] te betalen
€ 1.500,-(hoofdsom,
zegge: vijftienhonderd), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1500,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
Dit vonnis is gewezen door mr.drs. K.Th. van Barneveld, voorzitter,
en mrs. P.C. Tuinenburg en M. Mahmoudi, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. H. Tchang en V.J.H. Mooren, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juli 2019 tot en met 14 augustus 2022 te Puttershoek, gemeente Hoeksche Waard, (meermalen) (telkens) met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2013), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het (meermalen)
- betasten van en/of wrijven over de binnenkant van haar be(e)n(en) (vanaf haar knieën naar haar schaamstreek) en/of
- betasten van en/of duwen tegen haar schaamstreek en/of vagina en/of
- betasten en/of kietelen van haar borst(en)/borststreek en/of
- betasten van haar bil(len) en/of
- kussen van haar en/of
- op zijn schoot nemen van haar;
2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2015 tot en met 28 december 2022 te Puttershoek, althans in Nederland, (meermalen) (telkens) gegevensdragers ((een) mobiele telefoon(s) (Samsung S21 en Samsung S7) en/of
harddisk(s) en/of usb-stick en/of desktop), bevattende afbeeldingen ((een) foto('s)
en/of film(s)) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen — zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het
lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de penis vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(toonmap foto 1/bestand [bestandsnaam 1] en/of foto 5/bestand [bestandsnaam 2] en/of film 5/bestand “ [bestandsnaam 3] ” )
en/of
het met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(toonmap foto 3/bestand “ [bestandsnaam 4] ” en/of film 7)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(toonmap foto 12/bestand “ [bestandsnaam 5] ” en/of foto
15/bestand “ [bestandsnaam 6] en/of film 4/bestand “ [bestandsnaam 7] ”)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(toonmap foto 2/bestand “- [bestandsnaam 8] en/of foto
8/bestand “ [bestandsnaam 9] ’’);
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
3
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juli 2018 tot en met
28 december 2022 te Puttershoek, althans in Nederland,
(meermalen) (telkens) (een) gegevensdrager(s) ((een) mobiele telefoon(s) (Samsung
S21 en Samsung S7) en/of harddisk(s)) bevattende (een) afbeelding(en) ((een) foto(‘s)) in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit het (onder andere):
- door (een) hond(en) likken van/aan het geslachtsdeel van een vrouw en/of
- door een hond laten betasten van het geslachtsdeel van een man en/of
- door een paard/dier penetreren van het geslachtsdeel van een vrouw en/of
- door een slang penetreren van het geslachtsdeel van een vrouw
(Toonmap bestandsna(a)m(en) “- [bestandsnaam 10] " en/of “ [bestandsnaam 11] ” en/of
“ [bestandsnaam 12] ");