ECLI:NL:RBROT:2024:7142

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 juli 2024
Publicatiedatum
31 juli 2024
Zaaknummer
FT RK\24.328
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsanering met afwijzing eerdere ingangsdatum

In deze zaak heeft de heer [verzoeker] een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) vanwege een problematische schuldensituatie. De rechtbank heeft op 11 juli 2024 geoordeeld dat de heer [verzoeker] voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP, maar heeft zijn verzoek om de ingangsdatum van de regeling te vervroegen naar 11 april 2024 afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] in de afgelopen maanden weliswaar een bedrag heeft afgedragen, maar dat er onvoldoende bewijs is geleverd dat hij aan de vereiste verplichtingen heeft voldaan om in aanmerking te komen voor een eerdere ingangsdatum. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 11 juli 2024, met een looptijd van 18 maanden, en benoemt mr. M. Aukema als rechter-commissaris. De bewindvoerder is belast met het toezicht op de naleving van de WSNP-verplichtingen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
insolventienummer: [nummer]
vonnis van:
11 juli 2024
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).
Dit verzoek wordt toegewezen. Daarnaast verzoekt de heer [verzoeker] om de ingangsdatum van de WSNP vast te stellen op 11 april 2024. Dit verzoek wordt afgewezen.
De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 4 juli 2024. Op de zitting zijn verschenen:
- de heer [verzoeker] ,
- mevrouw [persoon A] , schuldhulpverlener bij Kredietbank Rotterdam.
1.3.
Op verzoek van de rechtbank heeft mevrouw [persoon A] van de Kredietbank Rotterdam op 8 juli 2024 nadere stukken ingediend.

2.De beoordeling van het verzoek

De toelating

2.1.
De heer [verzoeker] kan worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
De heer De [verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen zijn: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan, de verplichting om schuldeisers niet te benadelen en een afdrachtverplichting. Er wordt een bewindvoerder benoemd. Deze bewindvoerder controleert of de verplichtingen worden nagekomen. Er wordt ook een rechter-commissaris benoemd. De taak van de rechter-commissaris is om toezicht te houden op de bewindvoerder.
2.4.
Als de heer [verzoeker] zich tijdens het WSNP-traject houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [verzoeker] kunnen verhalen.
2.5.
De eerste 13 maanden van het traject geldt een postblokkade. Dat betekent dat in die periode alle post naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post na controle door aan de heer [verzoeker] . Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt, stopt ook de postblokkade.
2.6.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van de heer [verzoeker] in Nederland ligt.
De ingangsdatum
2.7.
Het WSNP-traject duurt in principe 18 maanden. De Faillissementswet bepaalt dat de termijn van de WSNP ingaat op de dag van dit vonnis.
2.8.
De heer [verzoeker] verzoekt de looptijd van de WSNP te verkorten met drie maanden. Dit wordt gezien als een verzoek om de ingangsdatum te bepalen op 11 april 2024. Dat is dus drie maanden voorafgaand aan de datum van dit vonnis.
2.9.
Het verzoek om een eerdere ingangsdatum te bepalen wordt toegewezen als vanaf die eerdere datum de WSNP-verplichtingen (zie hiervoor onder 2.3.) zijn nagekomen. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de netto inkomsten van een schuldenaar en het vrij te laten bedrag (hierna: vtlb) aan de boedel moet worden betaald. Het vtlb wordt berekend met de vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus aansluitend maandelijks sprake zijn van aflossingen die tenminste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de netto inkomsten en het vtlb. Daarnaast moet er bij arbeidsgeschiktheid fulltime gewerkt worden of moet er aantoonbaar worden gesolliciteerd naar een fulltime baan.
2.10.
De heer [verzoeker] heeft in de maanden oktober, november en december € 720,20 per maand afgedragen. Vanaf januari was er sprake van beslag. Door het beslag is er vanaf januari niet meer afgedragen. De heer [verzoeker] heeft voor deze gehele periode fulltime gewerkt. Hij heeft hierdoor aan de inspanningsverplichting voldaan.
2.11.
De rechtbank kan op basis van de ingediende stukken en dat wat op de zitting is besproken niet vaststellen dat aan de vereiste verplichtingen is voldaan. Dat heeft twee redenen: ten eerste heeft de rechtbank niet de onderliggende stukken voor de vtlb berekeningen ontvangen terwijl deze tijdens de zitting expliciet zijn opgevraagd. Door het ontbreken van de onderliggende stukken kan het vtlb niet worden gecontroleerd. Hierdoor kan niet worden vastgesteld of de heer [verzoeker] voldoende heeft afgedragen en de afdrachtverplichting correct is nagekomen. Ten tweede heeft de heer [verzoeker] de door hem afgedragen bedragen weer terug ontvangen en is het onvoldoende gebleken dat deze bedragen nog ter beschikking staan aan de schuldeisers.
2.12.
De rechtbank komt dus tot de conclusie dat het verzoek om een eerdere ingangsdatum moet worden afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] -1970 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. M. Aukema
en tot bewindvoerder E.A. de Snoo,
gevestigd te Postbus 187,
3330 AD Zwijndrecht;
- stelt de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 11 juli 2024 en de einddatum op 11 januari 2026;
- draagt de bewindvoerder op om de komende 13 maanden de post van de heer [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Deze vergoeding is gelijk aan 1
/19e deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en,
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. M. Aukema, rechter, in samenwerking met E.M.C. de Cock, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2024. [1]

Voetnoten

1.