ECLI:NL:RBROT:2024:7140

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 juli 2024
Publicatiedatum
31 juli 2024
Zaaknummer
FT RK 24/450
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsanering in verband met problematische schuldensituatie en fraudevordering

Op 4 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de heer [verzoeker], die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, ondanks een vordering van VGZ die als fraudevordering werd aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] niet te goeder trouw was bij het ontstaan van deze vordering, maar heeft ook opgemerkt dat de omstandigheden zijn gewijzigd. De heer [verzoeker] heeft inmiddels beschermingsbewind aangevraagd en er is een betalingsregeling getroffen met VGZ, die echter niet meer kan worden nagekomen vanwege andere schulden. De rechtbank oordeelt dat deze wending ten goede voldoende is om de heer [verzoeker] toe te laten tot de WSNP.

De rechtbank heeft de verplichtingen vastgesteld waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen, waaronder een informatieverplichting en een afdrachtverplichting. Er wordt een bewindvoerder benoemd die toezicht houdt op de naleving van deze verplichtingen. De rechtbank heeft ook een rechter-commissaris benoemd om toezicht te houden op de bewindvoerder. De ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling is vastgesteld op 4 juli 2024, met een einddatum op 4 januari 2026. Gedurende de eerste dertien maanden geldt een postblokkade, waarbij alle post naar de bewindvoerder gaat. De rechtbank heeft de bevoegdheid om deze procedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van de heer [verzoeker] in Nederland ligt. De beslissing is openbaar uitgesproken op 4 juli 2024, en tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
insolventienummer: [nummer]
vonnis van:
4 juli 2024
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).
Dit verzoek wordt toegewezen.

1.De procedure

1.1.
De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 4 juli 2024. Op de zitting zijn verschenen:
- de heer [verzoeker]
- de heer S. Kaplan, beschermingsbewindvoerder.

2.De beoordeling van het verzoek

2.1.
De heer [verzoeker] kan worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
De heer [verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De rechtbank merkt daarbij op dat VGZ haar vordering, ontstaan in februari 2022, betreffende het teveel uitgekeerde Persoonsgebonden budget (PGB) als fraudevordering aanmerkt. Ter zitting heeft de rechtbank vragen over deze vordering gesteld. Het komt er kort samengevat op neer dat de heer [verzoeker] een PGB inkomen heeft ontvangen in verband met de (jarenlange) verzorging van zijn vrouw. De vrouw is in Marokko overleden tijdens de lockdown in verband met de Corona uitbraak. De PGB uitkering is na het overlijden doorgelopen enerzijds omdat het overlijden pas na terugkomst uit Marokko bij de gemeente werd gemeld en anderzijds omdat de heer [verzoeker] noch de gemeente het overlijden heeft (door-)gemeld aan de zorgverzekeraar. [verzoeker] zou bij staken van de uitkering een Participatiewet uitkering hebben moeten aanvragen maar heeft dat niet gedaan. De rechtbank stelt vast dat de goede trouw ten aanzien van het ontstaan van deze vordering niet is komen vast te staan en dit staat in beginsel in de weg aan toelating tot de schuldsaneringsregeling. De omstandigheden waaronder de vordering is ontstaan zijn gewijzigd en de heer [verzoeker] heeft inmiddels beschermingsbewind gevraagd ter ondersteuning van zijn verplichtingen. Beschermingsbewind heeft een betalingsregeling getroffen met VGZ die echter gelet op de aanwezige andere schulden niet langer kan worden nagekomen. Deze zogenaamde wending ten goede acht de rechtbank voldoende om de heer [verzoeker] toe te laten tot de WSNP.
2.4.
De verplichtingen waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen zijn: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan, de verplichting om schuldeisers niet te benadelen en een afdrachtverplichting. Er wordt een bewindvoerder benoemd. Deze bewindvoerder controleert of de verplichtingen worden nagekomen. Er wordt ook een rechter-commissaris benoemd. De taak van de rechter-commissaris is om toezicht te houden op de bewindvoerder.
2.5.
Als de heer [verzoeker] zich tijdens het WSNP-traject houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [verzoeker] kunnen verhalen.
2.6.
De eerste 13 maanden van het traject geldt een postblokkade. Dat betekent dat in die periode alle post naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post na controle door aan de heer [verzoeker] . Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt, stopt ook de postblokkade.
2.7.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van de heer [verzoeker] in Nederland ligt.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] -1965 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. M. Aukema
en tot bewindvoerder R.I. de Jong,
gevestigd te Postbus 2022,
4200 BA Gorinchem;
- stelt de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 4 juli 2024 en de einddatum op 4 januari 2026;
- draagt de bewindvoerder op om de komende dertien maanden de post van de heer
[verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Deze vergoeding is gelijk aan 1/19e deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en,
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. M. Aukema, rechter, in samenwerking met L.M. Heinis, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2024. [1]

Voetnoten

1.