2.8.DSW heeft haar eerste bevindingen bij brief van 25 juli 2022 aan [EISERES 1], ter attentie van [eiseres 2], kenbaar gemaakt en [EISERES 1] in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Deze brief, die ook betrekking heeft op zorg die door [EISERES 1]/[eiseres 2] was verleend aan een andere vrouw op leeftijd, luidt – aangehaald voor zover relevant – als volgt:
“Geachte mevrouw [eiseres 2],
Wij hebben afgelopen week een zeer ernstige melding gekregen van zorgverwaarlozing
en geestelijke mishandeling door u en uw zorgbedrijf. Deze melding wordt ondersteund
door een verklaring van de politie.
De ontvangen melding duidt geen verder uitstel, zodat DSW Zorgverzekeraar en Stad
Holland Zorgverzekeraar u en uw zorgbedrijf per direct uitsluiten van vergoeding. Dit
betekent dat u geen vergoeding meer zult krijgen voor uw diensten. Op grond van art.
38 en 39 Wmg en de NZa beleidsregel Transparantie zorgaanbieders (TH/BR-012) bent u
verplicht om onze verzekerden voorafgaand aan de levering van enige dienst erop te
wijzen dat er geen vergoeding zal plaatsvinden. Indien u dit nalaat, rust eveneens geen
betalingsverplichting op onze verzekerden.
Thans is uw `zorg' aan de heer en [bejaarde vrouw] uit Vlaardingen gestopt, evenals de
zorg aan [A]. Momenteel heeft u volgens onze informatie geen verzekerden
van DSW Zorgverzekeraar of Stad Holland Zorgverzekeraar in zorg.
Hieronder lichten wij dit besluit toe.
Bevindingen t.a.v. de heer [bejaarde heer] en [bejaarde vrouw]
Voor [bejaarde heer] en [bejaarde vrouw] zijn declaraties ontvangen voor
wijkverpleging die [eiseres 1] vanaf 10 maart 2022 zou hebben
geleverd.
Bij de eerste declaratie voor [bejaarde heer], is een zorgplan gevoegd. Blijkens dit
zorgplan, die geldig is van 10 maart tot en met 10 juni, heeft [eiseres 2] [eiseres 2],
wijkverpleegkundige en tevens bestuurster van [eiseres 1], 17 uur
en 30 minuten persoonlijke verzorging en 1 uur en 10 minuten verpleging per week
geïndiceerd. Per e-mail d.d. 21 juni jl. heeft [eiseres 1] opnieuw een
zorgplan ten behoeve van [bejaarde heer] aangeleverd. Deze is inhoudelijk gelijk aan
het eerste zorgplan, echter is de geldigheidsduur gewijzigd naar 14 maart tot en met 13
september 2022 en daarnaast is het eerste zorgplan ondertekend door [bejaarde heer]
of een vertegenwoordiger en het tweede zorgplan niet. Beide documenten zouden zijn
opgesteld op 2 april 2022, zodat onduidelijk is of hier sprake is van een herindicatie.
Desondanks is DSW gezien de complexe zorgvraag akkoord gegaan met het vergoeden
van genoemde tijdseenheden voor de periode van 10 maart 2022 tot en met 13
september 2022.
Ook ten aanzien van [bejaarde vrouw] geldt dat bij de eerste declaratie een zorgplan is
gevoegd, met een geldigheidsduur van 10 maart tot en met 9 juni 2022. Desgevraagd is
ook een herindicatie aangeleverd door [eiseres 1]. DSW is akkoord
gegaan met het vergoeden van 10 uur en 30 minuten persoonlijke verzorging en 11 uur
en 20 minuten verpleging per week voor de periode van 10 maart 2022 tot en met 9 juni
2022.
[bejaarde heer] en [bejaarde vrouw] zijn per brief d.d. 11 juli jl. bericht over de beoordeling
van de door [eiseres 2] [eiseres 2] gestelde indicatie.
Een familielid van het echtpaar heeft in reactie op deze brieven op 20 juli jl. telefonisch
contact gezocht met DSW. Naar aanleiding van dit telefoongesprek en een schriftelijke
verklaring van een wijkagent van de gemeente Vlaardingen die bij de familie thuis is
geweest, heeft DSW het volgende geconstateerd:
- Namens [eiseres 1] kwam nagenoeg altijd de bestuurster
[eiseres 2] [eiseres 2] als thuiszorgmedewerkster bij [bejaarde heer] en [bejaarde vrouw]. Zij
komt, anders dan uit de door [eiseres 1] aangeleverde
documentatie blijkt, niet op vaste momenten. De wijkagent heeft eind juni rond
het middaguur een bezoek gebracht aan de heer en [bejaarde vrouw]. Zij
hadden op dat moment nog niet ontbeten en liepen nog in hun pyjama. Ook
hadden zij op dat moment nog geen medicatie gehad. [bejaarde heer] en [bejaarde vrouw]
zijn hiervoor afhankelijk van de thuiszorg. Deze bevinding van de
wijkagent strookt niet met de door [eiseres 1] aangeleverde
urenregistraties, waaruit is af te leiden dat [eiseres 2] [eiseres 2] altijd om 11:00 uur
of eerder bij het echtpaar aanwezig zou zijn. Overigens zien wij ook discrepanties
tussen de urenregistratie en de rapportages. Bijvoorbeeld: in de rapportage van
18 maart 2022 staat aangegeven dat u, mevrouw [eiseres 2], om 9.00 uur aanwezig
was om bij de familie zorg te leveren, terwijl in de urenregistratie op die dag
staat aangegeven dat u eerst om 11.00 uur met de zorg startte. Dit komt niet
overeen. De door u aangeleverde urenregistraties kunnen dan ook niet authentiek
zijn.
- Sinds [eiseres 2] [eiseres 2] bij de heer en [bejaarde vrouw] komt, wordt er door [eiseres 2] [eiseres 2] geen visite meer toegestaan bij het echtpaar. Naasten van het
echtpaar hebben dit ook bevestigd aan de wijkagent. In de rapportages wordt
daarentegen opgemerkt dat het de wens zou zijn van [bejaarde heer] om geen
visite meer binnen te laten.
- [ [eiseres 2] [eiseres 2] nodigt daarentegen wel eigen kennissen en/of vrienden uit bij
het echtpaar thuis. In hun bijzijn wordt [bejaarde heer] dan gewassen door
[eiseres 2] [eiseres 2], die daar dan grapjes over maakt. Deze 'zorg' voldoet uiteraard
niet aan de professionele standaard en wordt dan ook niet vergoed.
- De heer en [bejaarde vrouw] worden door [eiseres 2] [eiseres 2] onder druk gezet om
naar haar te luisteren. Zo zou [eiseres 2] [eiseres 2] bijvoorbeeld zeggen dat als ze dat
niet doen, ze uit elkaar zullen worden gehaald of niet naast elkaar mogen slapen.
De wijkagent heeft dit ook bevestigd en heeft zelf ook geconstateerd dat u het
echtpaar isoleerde van hun omgeving.
- Het echtpaar is via [eiseres 2] [eiseres 2] onder beschermingsbewind geplaatst, de
wijkagent vermoedt onder valse voorwendselen. De wijkagent heeft onderzocht
en geconcludeerd dat er voldoende geld bij het echtpaar aanwezig was en dat zij
met behulp van het wijkteam hun financiën voldoende onder controle hadden. Er
is vanwege het beschermingsbewind een aparte rekening aangemaakt op naam
van het echtpaar. Het echtpaar heeft hier nimmer voor getekend. [eiseres 2]
[eiseres 2] heeft volgens de wijkagent bovendien meerdere malen aangedrongen bij
het echtpaar om de bankpassen af te geven, omdat deze zouden zijn verlopen.
De wijkagent heeft echter geconstateerd dat hier geenszins sprake van is.
Conclusie en vervolg
Ten aanzien van [het echtpaar] geldt dat DSW niet kan vertrouwen op de
juistheid van de aangeleverde documenten, nu de documenten onderling niet met elkaar
stroken. Bovendien komen ze niet overeen met de verklaringen van het familielid van
het echtpaar en de constateringen van de politie. Bovenal is DSW geschokt door de ernst
van de bevindingen ten aanzien van de kwaliteit van zorg en de wijze waarop [eiserees1] - meer in het bijzonder [eiseres 2] [eiseres 2] - omgaat met cliënten die
afhankelijk zijn van zorg. Gelet op de ernst van de bevindingen zal DSW de ten behoeve
van de heer en [bejaarde vrouw] uitbetaalde bedragen bij [eiseres 1]
terugvorderen.
Gelet op het voorgaande kan DSW er niet op vertrouwen dat [eiseres 1]
een ander beleid hanteert ten aanzien van andere cliënten, zodat ook declaraties die
ten behoeve van andere verzekerden zijn - of worden - ingediend niet voor vergoeding in
aanmerking komen.
Tot slot beraden wij ons over overige te nemen maatregelen jegens [eiseres 1]
en meer in het bijzonder jegens [eiseres 2] [eiseres 2].
Wij stellen u tot uiterlijk 12 augustus a.s. in de gelegenheid schriftelijk op deze brief te
reageren. Indien wij binnen de gestelde termijn geen reactie van u ontvangen, zullen wij
de definitieve maatregelen gaan nemen op grond van het huidige dossier.”