ECLI:NL:RBROT:2024:7137

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 juli 2024
Publicatiedatum
31 juli 2024
Zaaknummer
FT RK\24.393
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsanering in verband met problematische schuldensituatie en verslaving

In deze zaak heeft de heer [verzoeker] op 17 april 2024 een verzoekschrift ingediend om ontruiming te voorkomen, waarbij hij ook een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) heeft ingediend. De ontruiming was gepland op 23 april 2024. Tijdens de zitting op 17 mei 2024 is het moratoriumverzoek behandeld, waarna de rechtbank op 24 mei 2024 een beschikking heeft afgegeven die de ontruiming schorste tot er een beslissing op het WSNP-verzoek zou worden genomen. De behandeling van het WSNP-verzoek vond plaats op 4 juli 2024, waarbij de heer [verzoeker] en zijn schuldhulpverleners aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] zich in een problematische schuldensituatie bevindt en dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden. De rechtbank heeft ook gekeken naar zijn verslaving aan verdovende middelen, die hij sinds zijn jeugd heeft en die hij momenteel niet onder controle heeft. Desondanks is de rechtbank van mening dat de heer [verzoeker] aan de eisen voor toelating tot de WSNP voldoet, mits hij zich blijft inspannen om zijn verslaving onder controle te krijgen.

De rechtbank heeft de toepassing van de WSNP uitgesproken en de ingangsdatum vastgesteld op 11 juli 2024, met een einddatum op 11 januari 2026. De heer [verzoeker] moet voldoen aan verschillende verplichtingen tijdens de WSNP, waaronder een informatieverplichting en een inspanningsverplichting. De rechtbank heeft mr. M. Aukema benoemd tot rechter-commissaris en mr. J. van Rijen als bewindvoerder. De beslissing is openbaar uitgesproken op 11 juli 2024.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
insolventienummer: [nummer]
vonnis van:
11 juli 2024
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).
Dit verzoek wordt toegewezen.

1.De procedure

Verzoeker heeft op 17 april 2024 een verzoekschrift ingediend om ontruiming te voorkomen (art. 287b Faillissementswet, moratoriumverzoek). De ontruiming stond gepland op 23 april 2024. Daarbij heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen (art. 284 Fw., WSNP-verzoek).
Ter zitting van 17 mei 2024 is het moratorium verzoek behandeld.
24 mei 2024 heeft de rechtbank een beschikking afgegeven waarmee de ontruiming werd geschorst tot besloten is op het verzoek tot toepassing van de WSNP.
Verzoeker is gehoord ter zitting 4 juli 2024 ter behandeling van het WSNP-verzoek.

1.De procedure

1.1.
Verzoeker heeft op 17 april 2024 een verzoekschrift ingediend om ontruiming te
voorkomen (art. 287b Faillissementswet, moratoriumverzoek). De ontruiming
stond gepland op 23 april 2024. Daarbij heeft verzoeker een verzoekschrift
ingediend tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke
personen (art. 284 Fw., WSNP-verzoek).
1.2.
Ter zitting van 17 mei 2024 is het moratorium verzoek behandeld.
1.3. 24
mei 2024 heeft de rechtbank een beschikking afgegeven waarmee de ontruiming
werd geschorst tot besloten is op het verzoek tot toepassing van de WSNP.
1.4.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 4 juli 2024. Op de zitting zijn verschenen:
- de heer [verzoeker] ,
- de heer [persoon A] , schuldhulpverlener bij Kredietbank Rotterdam,
- mevrouw [persoon B] , wijkcoach bij de gemeente Rotterdam.

2.De beoordeling van het verzoek

2.1.
De heer [verzoeker] kan worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
De heer [verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen zijn: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan, de verplichting om schuldeisers niet te benadelen en een afdrachtverplichting. Er wordt een bewindvoerder benoemd. Deze bewindvoerder controleert of de verplichtingen worden nagekomen. Er wordt ook een rechter-commissaris benoemd. De taak van de rechter-commissaris is om toezicht te houden op de bewindvoerder.
2.4.
De rechtbank constateert dat de heer [verzoeker] sinds zijn jeugd langdurig verslaafd is aan verdovende middelen en dat deze verslaving niet onder controle is omdat hij recentelijk nog heeft gebruikt. Maar ook dat hij de goede weg is, met behulp van beschermingsbewind gespecialiseerd in verslavingsproblematiek en overige hulpverleners. Hij is in afwachting van behandeling. De rechtbank verwacht uitdrukkelijk van de heer [verzoeker] dat hij zich zal blijven inspannen om zijn verslaving onder controle te krijgen zodat hij zich aan de verplichtingen van de wettelijke regeling zal kunnen houden. Wanneer de heer [verzoeker] zijn verslaving niet (meer) onder controle heeft, kan dit tot gevolg hebben dat het WSNP-traject tussentijds beëindigd wordt, als bijvoorbeeld nieuwe schulden zullen ontstaan.
2.5.
Als de heer [verzoeker] zich tijdens het WSNP-traject houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [verzoeker] kunnen verhalen. Als het WSNP-traject tussentijds beëindigd wordt, blijven de schulden van de heer [verzoeker] op hem verhaalbaar en worden de schulden niet gesaneerd.
2.6.
De eerste 13 maanden van het traject geldt een postblokkade. Dat betekent dat in die periode alle post naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post na controle door aan de heer [verzoeker] . Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt, stopt ook de postblokkade.
2.7.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van de heer [verzoeker] in Nederland ligt.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] -1982 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. M. Aukema
en tot bewindvoerder mr. J. van Rijen,
gevestigd te Postbus 40251,
3504 AB Utrecht;
- stelt de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 11 juli 2024 en de einddatum op 11 januari 2026;
- draagt de bewindvoerder op om de komende 13 maanden de post van de heer [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Deze vergoeding is gelijk aan 1/19e deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en,
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. M. Aukema, rechter, in samenwerking met L.M. Heinis, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2024.