Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
11 juli 2024
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de heer [verzoeker] op 17 april 2024 een verzoekschrift ingediend om ontruiming te voorkomen, waarbij hij ook een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) heeft ingediend. De ontruiming was gepland op 23 april 2024. Tijdens de zitting op 17 mei 2024 is het moratoriumverzoek behandeld, waarna de rechtbank op 24 mei 2024 een beschikking heeft afgegeven die de ontruiming schorste tot er een beslissing op het WSNP-verzoek zou worden genomen. De behandeling van het WSNP-verzoek vond plaats op 4 juli 2024, waarbij de heer [verzoeker] en zijn schuldhulpverleners aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] zich in een problematische schuldensituatie bevindt en dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden. De rechtbank heeft ook gekeken naar zijn verslaving aan verdovende middelen, die hij sinds zijn jeugd heeft en die hij momenteel niet onder controle heeft. Desondanks is de rechtbank van mening dat de heer [verzoeker] aan de eisen voor toelating tot de WSNP voldoet, mits hij zich blijft inspannen om zijn verslaving onder controle te krijgen.
De rechtbank heeft de toepassing van de WSNP uitgesproken en de ingangsdatum vastgesteld op 11 juli 2024, met een einddatum op 11 januari 2026. De heer [verzoeker] moet voldoen aan verschillende verplichtingen tijdens de WSNP, waaronder een informatieverplichting en een inspanningsverplichting. De rechtbank heeft mr. M. Aukema benoemd tot rechter-commissaris en mr. J. van Rijen als bewindvoerder. De beslissing is openbaar uitgesproken op 11 juli 2024.