ECLI:NL:RBROT:2024:7136

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 juli 2024
Publicatiedatum
31 juli 2024
Zaaknummer
FT RK\24.381
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsanering met gedeeltelijke toewijzing van de ingangsdatum

Op 11 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van mevrouw [verzoekster], die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. Mevrouw [verzoekster] heeft op 16 april 2024 een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Tijdens de zitting op 4 juli 2024 zijn zowel mevrouw [verzoekster] als haar hulpverlener verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat mevrouw [verzoekster] voldoet aan de eisen voor toelating tot de WSNP, waaronder de verplichting om geen nieuwe schulden te maken en de afdrachtverplichting. De rechtbank heeft haar verzoek toegewezen en een bewindvoerder benoemd die toezicht houdt op de naleving van de verplichtingen.

Daarnaast heeft mevrouw [verzoekster] verzocht om de ingangsdatum van de WSNP vast te stellen op 11 april 2023. De rechtbank heeft dit verzoek gedeeltelijk toegewezen en de ingangsdatum vastgesteld op 11 mei 2023. Dit is gedaan op basis van de financiële situatie van mevrouw [verzoekster] en de afdrachtverplichtingen die zij in de periode voorafgaand aan de uitspraak heeft nageleefd. De rechtbank heeft ook de duur van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op achttien maanden, met een einddatum op 11 januari 2025. Gedurende deze periode moet mevrouw [verzoekster] voldoen aan verschillende verplichtingen, waaronder het betalen van haar inkomsten boven het vrij te laten bedrag aan de boedel.

De rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken en aangegeven dat tegen deze uitspraak hoger beroep kan worden ingesteld binnen acht dagen na de uitspraak. De bewindvoerder is verantwoordelijk voor het beheer van de boedel en de controle op de naleving van de verplichtingen door mevrouw [verzoekster].

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
insolventienummer: C/10/24/101 R
vonnis van:
11 juli 2024
op het verzoek van:
[verzoekster],
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
Mevrouw [verzoekster] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor haar schulden te komen heeft mevrouw [verzoekster] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).
Dit verzoek wordt toegewezen. Daarnaast verzoekt mevrouw [verzoekster] om de ingangsdatum van de WSNP vast te stellen op 11 april 2023. Dit verzoek wordt gedeeltelijke toegewezen, de rechtbank beslist dat 11 mei 2023 de ingangsdatum zal zijn. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
Mevrouw [verzoekster] heeft op 16 april 2024 een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 4 juli 2024. Op de zitting zijn verschenen:
- mevrouw [verzoekster] ,
- mevrouw [persoon A] , hulpverlener werkzaam bij Impegno (ambulante hulp).
1.3.
Op verzoek van de rechtbank hebben mevrouw [verzoekster] en een schuldhulpverlener
van de KBR op 5 en 8 juli 2024 nadere stukken ingediend.

2.De beoordeling van het verzoek

De toelating

2.1.
Mevrouw [verzoekster] kan worden toegelaten tot de WSNP als zij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en zij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van haar schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat mevrouw [verzoekster] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
Mevrouw [verzoekster] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan mevrouw [verzoekster] tijdens de WSNP moet voldoen zijn: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan, de verplichting om schuldeisers niet te benadelen en een afdrachtverplichting. Er wordt een bewindvoerder benoemd. Deze bewindvoerder controleert of de verplichtingen worden nagekomen. Er wordt ook een rechter-commissaris benoemd. De taak van de rechter-commissaris is om toezicht te houden op de bewindvoerder.
2.4.
Als mevrouw [verzoekster] zich tijdens het WSNP-traject houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op mevrouw [verzoekster] kunnen verhalen.
2.5.
De eerste 13 maanden van het traject geldt een postblokkade. Dat betekent dat in die periode alle post naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post na controle door aan mevrouw [verzoekster] . Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt, stopt ook de postblokkade.
2.6.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van mevrouw [verzoekster] in Nederland ligt.
De ingangsdatum
2.7.
Het WSNP-traject duurt in principe 18 maanden. De Faillissementswet bepaalt dat de termijn van de WSNP ingaat op de dag van dit vonnis.
2.8.
Mevrouw [verzoekster] verzoekt de looptijd van de WSNP te verkorten met vijftien maanden. Dit wordt gezien als een verzoek om de ingangsdatum te bepalen op 11 april 2023. Dat is dus vijftien maanden voorafgaand aan de datum van dit vonnis.
2.9.
Het verzoek om een eerdere ingangsdatum te bepalen wordt toegewezen als vanaf die eerdere datum de WSNP-verplichtingen (zie hiervoor onder 2.3.) zijn nagekomen. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de netto inkomsten van een schuldenaar en het vrij te laten bedrag (hierna: vtlb) aan de boedel moet worden betaald. Het vtlb wordt berekend met de vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus aansluitend maandelijks sprake zijn van aflossingen die tenminste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de netto inkomsten en het vtlb. Daarnaast moet er bij arbeidsgeschiktheid fulltime gewerkt worden of moet er aantoonbaar worden gesolliciteerd naar een fulltime baan.
2.10.
De rechtbank stelt een eerdere ingangsdatum vast, en wel op 11 mei 2023. De rechtbank licht dit als volgt toe. Mevrouw [verzoekster] heeft in het voorafgaande schuldhulpverleningstraject vanaf april 2023 tot aan de indiening van het verzoekschrift een bedrag van € 10.143,95 gespaard. Op basis van de overgelegde stukken zou zij in deze periode € 10.624,95 hebben moeten afdragen. Dit is een verschil van € 481,00 en dat rechtvaardigt de ingangsdatum een maand later dan de start van de schuldhulpverlening en het sparen. De rechtbank gaat er daarbij van uit dat er in de periode na maart 2024 tot en met de datum van dit vonnis voldoende is afgedragen en zal worden betaald aan de boedel. In de periode van het schuldhulpverleningstraject heeft mevrouw [verzoekster] aan de inspanningsverplichting voldaan. Mevrouw [verzoekster] werkte al voor het schuldhulpverleningstraject begon 80% en heeft dit tijdens het traject voortgezet. Dit is het maximaal haalbare omdat haar haar jongste kind om medische redenen naar een bijzondere school gaat die op vrijdag is gesloten en waardoor zij die dag de zorg voor haar kind uitoefent en alternatieve opvang niet voorhanden is.
Duur van de schuldsaneringsregeling
2.11.
In de uitspraak van vandaag wordt ook een bewindvoerder benoemd. De taak van de bewindvoerder is om te controleren of de schuldenaar de verplichtingen (zie hiervoor onder 2.3.) naleeft. De taak van de bewindvoerder is ook om de zogenaamde boedel van de schuldenaar te beheren en te vereffenen.
2.12.
Naast de verplichting om de inkomsten boven het vtlb te betalen aan de boedel en de verplichting om fulltime te werken of te solliciteren heeft de schuldenaar ook andere verplichtingen, zoals de informatieverplichting, de verplichting om geen nieuwe schulden te laten ontstaan en de verplichting om schuldeisers niet te benadelen. Verder ontstaan sommige verplichtingen pas door het op verzoeker van toepassing verklaren van de wsnp. Dat betreft bijvoorbeeld de verplichting om tot de boedel behorende goederen af te staan. In dit geval is de ingangsdatum bepaald op 11 mei 2023. Dat is meer dan twaalf maanden voor de uitspraak van vandaag, namelijk 14. De bewindvoerder heeft nu dus geen mogelijkheid gehad om die controle uit te oefenen. Daarom zal de rechtbank de termijn van de schuldsaneringsregeling verlengen met twee maanden tot en met 11 januari 2025.
2.13.
Omdat mevrouw [verzoekster] al wel 14 maanden heeft voldaan aan haar afdrachtverplichting en de verplichting om fulltime (met gedeeltelijke ontheffing) te werken, is zij vanaf de dag van vandaag vier maanden verplicht zich in te spannen zoveel mogelijk inkomsten te verzamelen en haar inkomsten boven het vtlb te betalen aan de boedel. Dit vanwege het uitgangspunt van de wetgever dat de schuldsaneringsregeling in principe achttien maanden duurt, en mevrouw [verzoekster] op deze manier achttien maanden aan beide verplichtingen heeft voldaan. Alle overige verplichtingen blijven de resterende duur van de regeling bestaan. Voor de duidelijkheid merkt de rechtbank op dat alles wat mevrouw [verzoekster] heeft en tijdens de resterende periode van de schuldsaneringsregeling verkrijgt, in de boedel valt.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoekster],
geboren op [geboortedatum] -1986 te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen),
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
Voorheen handelend onder de naam [handelsnaam] ;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. M. Aukema
en tot bewindvoerder N. Pavljasevic,
gevestigd te Postbus 187,
3330 AD Zwijndrecht;
- stelt de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 11 mei 2023 en de einddatum op 11 januari 2025;
- bepaalt dat vanaf de dag van dit vonnis de afdrachtverplichting en de verplichting om fulltime te werken of te solliciteren nog vier maanden van toepassing blijven, en dat de overige verplichtingen gedurende de hele regeling onverkort van toepassing blijven;
- draagt de bewindvoerder op om de komende 13 maanden de post van mevrouw [verzoekster] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Deze vergoeding is gelijk aan 1/7e deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en,
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. M. Aukema, rechter, in samenwerking met L.M. Heinis, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2024. [1]

Voetnoten

1.