Uitspraak
[verdachte 1] ,
Beschuldiging
Bewijs
De verklaring van de verdachte, afgelegd op de zitting van 21 juni 2024
Verboden gedraging en strafbaarheid
Straf
Vorderingen benadeelde partijen
- de beschadigde kleding, € 288,13;
- de reiskosten, € 165,09;
- het ziekenhuisdaggeld, € 70;
- de medische kosten en hulpmiddelen, waaronder tien fysiotherapiebehandelingen, (€ 385,- + € 450,- + € 44,95 + € 15,68 + € 50 = ) € 945,63;
- een deel van de jaarlijkse contributie voor padel, € 95,50.
Beslissingen
4 (vier) maandenen beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet al op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
[slachtoffer 2], te betalen een bedrag van
€ 5.560,51 (zegge: vijfduizend vijfhonderdzestig euro en eenenvijftig eurocent), bestaande uit € 3.060,51 aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
[slachtoffer 5], te betalen een bedrag van
€ 960,18 (zegge: negenhonderdzestig euro en achttien eurocent), bestaande uit € 460,18 aan materiële schade en € 500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
[slachtoffer 3], te betalen een bedrag van
€ 500,- (zegge: vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
[slachtoffer 7], te betalen een bedrag van
€ 965,89 (zegge: negenhonderdvijfenzestig euro en negenentachtig eurocent), bestaande uit € 215,89 aan materiële schade en € 750,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
[slachtoffer 4], te betalen een bedrag van
€ 535,28 (zegge: vijfhonderdvijfendertig euro en achtentwintig eurocent), bestaande uit € 35,28 aan materiële schade en € 500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
[slachtoffer 1], te betalen een bedrag van
€ 500,- (zegge: vijfhonderd euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
[slachtoffer 1], te betalen een bedrag van
€ 500,- (zegge: vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
[slachtoffer 2]te betalen
€ 5.560,51(hoofdsom,
zegge: vijfduizend vijfhonderdzestig euro en eenenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat als volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 62 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[slachtoffer 5]te betalen
€ 960,18(hoofdsom,
zegge: negenhonderdzestig euro en achttien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat als volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 19 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[slachtoffer 3]te betalen
€ 500,-(hoofdsom,
zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat als volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 10 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[slachtoffer 7]te betalen
€ 965,89(hoofdsom,
zegge: negenhonderdvijfenzestig euro en negenentachtig eurocent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat als volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 19 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[slachtoffer 4]te betalen
€ 535,28(hoofdsom,
zegge: vijfhonderdvijfendertig euro en achtentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat als volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 10 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[slachtoffer 1]te betalen
€ 1.000,-(hoofdsom,
zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat als volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 20 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;