ECLI:NL:RBROT:2024:7097
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake huisregels gemeentelijke opvang voor Oekraïners
In deze zaak verzoekt verzoekster om een voorlopige voorziening met betrekking tot de huisregels van de gemeentelijke opvang voor Oekraïners. Verzoekster verblijft in de opvang en heeft een waarschuwing ontvangen omdat haar partner, die geen ontheemde uit Oekraïne is, bij haar heeft overnacht. Verzoekster stelt dat de huisregels haar gezinsleven met haar partner en hun pasgeboren baby in de weg staan en vraagt om de huisregels op dit punt onverbindend te verklaren. De burgemeester heeft het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard, wat heeft geleid tot het verzoek om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 juli 2024 behandeld, waarbij verzoekster, haar gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de burgemeester aanwezig waren.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester verantwoordelijk is voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne en dat de huisregels zijn opgesteld om de opvanglocatie veilig en leefbaar te houden. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, omdat de huisregels duidelijk zijn en verzoekster op de hoogte was van de regels. De voorzieningenrechter concludeert dat het belang van de burgemeester om de opvang te beperken tot ontheemden uit Oekraïne zwaarder weegt dan het belang van verzoekster om haar partner in de opvang te laten overnachten. De voorzieningenrechter benadrukt dat verzoekster en haar partner andere mogelijkheden hebben om hun gezinsleven uit te oefenen, en dat de burgemeester niet verplicht is om een uitzondering te maken op de huisregels. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. Rutten en is openbaar uitgesproken op 31 juli 2024.