Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 344 dagen met aftrek van voorarrest;
- toepassing van het bepaalde in artikel 6:6:29 Wetboek van Strafvordering, inhoudende dat nadat de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, de op te leggen jeugddetentie – gelet op de huidige leeftijd van de verdachte – wordt vervangen door een gevangenisstraf.
4.Waardering van het bewijs
7 december 2008, is een andere vrouw, [slachtoffer 2] , eveneens onder dreiging van een mes door een persoon gedwongen van haar fiets af te stappen. Deze persoon zei tegen [slachtoffer 2] dat zij haar broek uit moest doen. [slachtoffer 2] wist uiteindelijk te ontkomen. De vraag is of de verdachte ook betrokken is bij dit tweede feit.
5.Strafbaarheid feit
1.Verkrachting.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
Dit alles maakt dat de rechtbank van oordeel is dat in beginsel een jeugddetentie voor de duur van 9 maanden passend is.
8.Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregel
.Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
jeugddetentie voor de duur van 270 (tweehonderdzeventig) dagen;
groot 167 (honderdzevenenzestig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van hierna te melden voorwaarde;
2 (twee) jarenonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
€ 10.000,- (zegge: tienduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 november 2008 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] te betalen
€ 10.000,- (zegge: tienduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 november 2008 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 10.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
0 (nul) dagen;de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;