ECLI:NL:RBROT:2024:7064

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 juli 2024
Publicatiedatum
30 juli 2024
Zaaknummer
10-701280-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling in strafzaak met psychische problematiek

Op 19 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, geboren in 1979. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk gelast op 5 april 2017, na veroordeling voor poging tot moord en bedreiging. De termijn van de terbeschikkingstelling was begonnen op 27 augustus 2018 en was voor het laatst verlengd op 12 september 2022. De rechtbank ontving op 28 juni 2024 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op 19 juli 2024 werd behandeld. De ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouw stelden dat de vordering te vroeg was ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat deze tijdig was ingediend. De instelling adviseerde om de terbeschikkingstelling te verlengen, gezien de psychische problematiek van de ter beschikking gestelde, die zich positief ontwikkelde in de huidige kliniek. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd, gezien de gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, en het openbaar ministerie en de ter beschikking gestelde hebben het recht om binnen veertien dagen beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-701280-15
Datum uitspraak: 19 juli 2024
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde](hierna ook: de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
verblijvende in de [naam instelling] te [plaats] (de instelling),
raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, advocaat te Haarlem.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 5 april 2017 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot moord en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 27 augustus 2018.
Bij beslissing van deze rechtbank van 12 september 2022 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar, welke beslissing door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 december 2022 is bevestigd.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 28 juni 2024 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 19 juli 2024 behandeld. De officier van justitie mr. S. Groen, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn advocaat, en de deskundige [persoon A] , GZ-psycholoog en werkzaam als hoofd behandeling bij de instelling, zijn gehoord.

3.Ontvankelijkheid van de vordering

Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouw hebben zich op het standpunt gesteld dat de vordering één dag te vroeg is ingediend, namelijk op 27 juni 2024, zodat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in de vordering.
Beoordeling
De rechtbank stelt vast dat de vordering blijkens het stempel van ontvangst is ingekomen op de rechtbank op 28 juni 2024. De vordering is daarmee tijdig ingediend.

4.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 25 juni 2024, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. De ter beschikking gestelde heeft tot aan zijn plaatsing in de huidige kliniek niet meegewerkt aan de behandeling, waardoor ook geen definitieve diagnostiek kon worden verricht. Tijdens zijn verblijf op de FPK van De Rooyse Wissel werd de hypothese van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken en mogelijk zwakbegaafdheid gesteld. Volgens de behandelaars van deze kliniek was evident sprake van psychische problematiek.
De ter beschikking gestelde is op 12 juni 2023 opgenomen op een individueel ingerichte leefgroep van FPC Van der Hoeven kliniek. Hij neemt hier actief deel aan het dagprogramma en toont zich gemotiveerd om mee te werken aan de behandeling. Hij leert computervaardigheden, volgt lessen Nederlands en heeft recent zijn VCA-diploma behaald. Ook zette hij zich in voor het opstellen van een Positief LevensPlan en werkt hij mee aan een diagnostisch onderzoek, dat zich inmiddels in de afrondende fase bevindt. De communicatie met de ter beschikking gestelde verloopt af en toe moeizaam, doordat hij zich soms onheus bejegend voelt en geneigd is te reageren vanuit emotie. Ook zijn beperkte beheersing van de Nederlandse taal lijkt hierbij een rol te spelen. Na afronding van het diagnostisch onderzoek zal bekeken worden of begeleid verlof aangevraagd kan worden. Hiermee zal een voorzichtige eerste stap richting een mogelijke resocialisatie gezet worden. Het recidiverisico bij beëindiging van de terbeschikkingstelling wordt op dit moment ingeschat als hoog.
Op de terechtzitting gegeven advies
De deskundige heeft het advies van de instelling op de terechtzitting toegelicht. Zij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat de verandering van kliniek de ter beschikking gestelde goed lijkt te doen. Hij maakt positieve stappen. Het diagnostisch onderzoek is inmiddels afgerond en zal op korte termijn met de ter beschikking gestelde worden besproken. De belangrijkste conclusies zijn dat de ter beschikking gestelde op benedengemiddeld niveau functioneert en dat sprake is van een persoonlijkheidsstoornis met schizotypische, antisociale en narcistische kenmerken. Hij kan heel anders over de wereld denken dan zijn omgeving en isoleert zich het liefst van anderen. Psychotische overschrijdingen die eerder werden gerapporteerd, kunnen worden verklaard vanuit deze persoonlijkheidsstoornis. Ook een deel van de communicatieproblemen hangt hiermee samen. De ter beschikking gestelde is op dit moment niet psychotisch.
Na bespreking van de diagnostiek met de ter beschikking gestelde kunnen concrete behandeldoelen worden gesteld en kan worden toegewerkt naar begeleid verlof. Omdat de behandeling zich in de beginfase bevindt, blijft het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar onveranderd.

5.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.

6.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de instelling en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De ter beschikking gestelde heeft sinds zijn overplaatsing naar de huidige instelling een positieve ontwikkeling laten zien door mee te werken aan diagnostisch onderzoek en actief deel te nemen het dagprogramma en aan de behandeling. Aan de hand van de inmiddels afgeronde diagnostiek zal een behandelplan worden opgesteld en kan een begin worden gemaakt met zijn resocialisatie door het toewerken naar begeleid verlof. De behandeling zal echter naar verwachting nog een ruime tijd in beslag nemen. Verlenging met een periode van twee jaar is daarom nodig.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

7.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaren.
Deze beslissing is genomen door mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter,
en mr. H. Wielhouwer en mr. R.D.M. de Boer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. T. van Driel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.