ECLI:NL:RBROT:2024:7019

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juni 2024
Publicatiedatum
29 juli 2024
Zaaknummer
10/960270-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor witwassen van criminele gelden en virtuele valuta

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 juni 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die in 2017 herhaaldelijk virtuele valuta, waaronder bitcoins, heeft omgewisseld voor een totaalbedrag van € 57.395,22. De verdachte was zich bewust van de criminele herkomst van deze gelden. Tijdens doorzoekingen zijn er contanten ter waarde van € 13.750,- en bitcoins ter waarde van € 25.629,68 aangetroffen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 101 dagen, met aftrek van voorarrest, en een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, conform de gemaakte procesafspraken. De rechtbank heeft de procesafspraken tussen het Openbaar Ministerie en de verdachte, die op 29 mei 2024 zijn vastgelegd, in acht genomen. De officier van justitie, mr. W.S. Koorn, heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de feiten en de opgelegde straffen. De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard en de verdachte strafbaar geacht. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen goederen beoordeeld en besloten tot verbeurdverklaring van de goederen die door de verdachte zijn verkregen uit de strafbare feiten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/960270-17
Datum uitspraak: 21 juni 2024
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
raadsman mr. M. Berndsen, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 7 juni 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Procesafspraken

Het Openbaar Ministerie en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, hebben een overeenkomst gesloten waarbij procesafspraken zijn gemaakt over de afdoening van deze strafzaak. Dit heeft geleid tot een (vordering tot) wijziging van de tenlastelegging, waarin de omvang van de beschuldiging is beperkt. Deze afspraken zijn schriftelijk vastgelegd en ondertekend op 29 mei 2024. De procesafspraken behelzen – voor zover relevant – het volgende:
  • het Openbaar Ministerie zal rekwireren tot bewezenverklaring van feit 1 (kwalificatie: witwassen) en feit 2 (kwalificatie: witwassen);
  • het Openbaar Ministerie zal rekwireren tot oplegging van een gevangenisstraf van 101 dagen onvoorwaardelijk met aftrek van voorarrest en een werkstraf van 120 uur;
  • het Openbaar Ministerie zal rekwireren tot verbeurdverklaring van de goederen zoals genoemd op de bij de raamwerkovereenkomst gevoegde beslaglijst;
  • het Openbaar Ministerie zal geen vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel indienen;
  • de verdediging zal geen onderzoekswensen indienen en zal reeds gedane onderzoekswensen intrekken;
  • de verdediging zal geen bewijsverweren voeren;
  • de verdachte zal afstand doen van de in beslag genomen goederen en zicht niet aan de tenuitvoerlegging van de staf onttrekken;
  • door de verdediging en het Openbaar Ministerie zal geen hoger beroep worden ingesteld indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform de tussen de verdachte/verdediging en het Openbaar Ministerie gemaakte afspraken.

4.Standpunten officier van justitie en verdediging

4.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie, mr. W.S. Koorn, stelt zich op het standpunt dat de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden.
4.2.
Standpunt verdediging
De raadsman onthoudt zich van verweren en refereert zich – voor zover dit aansluit bij de inhoud van de gemaakte procesafspraken – aan het oordeel van de rechtbank.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Beoordeling van de procesafspraken
De rechtbank heeft tijdens de zitting benadrukt dat de vragen van artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering leidend zijn bij de beoordeling van de tenlastelegging. De rechtbank kan de procesafspraken terzijde schuiven als op basis van het dossier onvoldoende grond bestaat voor vaststelling van schuld, de kwalificatie van de feiten niet aansluit bij de inhoud van het dossier, dan wel de geëiste straf geen recht doet aan de bewezen verklaarde feiten.
5.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Nu de verdediging geen verweer heeft gevoerd en de rechtbank het onder 1 en 2 ten laste gelegde op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen acht, zullen deze feiten zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
De verdachte heeft het onder 1 en 2 ten laste gelegde begaan op die wijze dat
1.
hij in de periode van 29 maart 2017 tot en met 23 augustus 2017 te Zoetermeer en Nootdorp, althans elders in Nederland, telkens
- een contant geldbedrag van EUR 4.758,95 en cryptovaluta en
- een contant geldbedrag van EUR 5.263,16 en cryptovaluta en
- een contant geldbedrag van EUR 30.736,84 en cryptovaluta en
- een contant geldbedrag van EUR 842,11 en cryptovaluta en
- een contant geldbedrag van EUR 5.263,16 en cryptovaluta en
- een contant geldbedrag van EUR 10.531,00
althans een of meer contante geldbedragen en cryptovaluta met een totale waarde van in totaal EUR 57.395,22
- heeft verworven en voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen en heeft omgezet,
terwijl hij wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
2.
hij op 23 januari 2018 te Zoetermeer, althans in Nederland,
telkens
- een contant geldbedrag van EUR 13.750,00 (goednummer [beslagnummer 1] ) en
- 2.17655936 bitcoins (goednummer [beslagnummer 2] ) en
- 0.72000000 bitcoins (goednummer [beslagnummer 3] )
althans een of meer contante geldbedragen en voorwerpen
- voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

6.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.witwassen

2.witwassen

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
8.1.
Waardering procesafspraken
Ter zitting heeft de verdachte op vragen van de rechtbank herhaaldelijk geantwoord dat hij de gemaakte procesafspraken begrijpt, dat hij het inhoudelijk eens is met die afspraken en dat hij – na zoveel jaren – graag op deze wijze de strafzaak achter zich wil laten.
Mede op grond van de bespreking van de procesafspraken met de verdachte ter zitting, is de rechtbank tot de overtuiging gekomen dat de verdachte vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en terwijl hij bewust was van de rechtsgevolgen van de gemaakte afspraken, gekomen is tot de ondubbelzinnige beslissing mee te werken aan het afdoeningsvoorstel en de daarmee gepaard gaande afstand van verdedigingsrechten.
Ook overigens is sprake van een eerlijk proces en wordt voldaan aan de eisen die artikel 6 EVRM stelt.
8.2.
Eis officier van justitie
In lijn met de gemaakte procesafspraken heeft de officier van justitie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 101 dagen met aftrek van de reeds ondergane voorlopige hechtenis en een werkstraf van 120 uur geëist.
8.3.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft in 2017 herhaaldelijk virtuele valuta/bitcoins omgewisseld voor in totaal een bedrag van € 57.395,22 en vice versa, terwijl hij - gezien de omstandigheden waaronder deze transacties plaatsvonden - wist dat die gelden een criminele herkomst hadden. Bovendien zijn bij doorzoekingen onder de verdachte € 13.750,- aan contanten en bitcoins ter waarde van € 25.629,68 aangetroffen.
Het witwassen van gelden heeft een ontwrichtende werking op de integriteit van het financiële en economische verkeer en op de openbare orde. Het betreft een ondermijnend feit dat de maatschappij veel schade toebrengt. Bovendien bevordert het handelen van verdachte het plegen van delicten, omdat door het wegsluizen van crimineel geld of het verschaffen van een schijnbaar legale herkomst aan criminele gelden de opsporing van de onderliggende misdrijven wordt bemoeilijkt. Zonder witwassen zouden illegale activiteiten een stuk minder lucratief zijn.
8.4.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 1 mei 2024 waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
8.5.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De rechtbank heeft zich bij het bepalen van de hoogte van de straf georiënteerd op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Verder houdt de rechtbank rekening met de ouderdom van de feiten: het gaat om feiten die zich in 2017 en 2018 hebben voorgedaan. Er is sprake van een overschrijding van de redelijke termijn met ruim vier jaar.
Alles afwegend, tegen de achtergrond van de gemaakte procesafspraken, acht de rechtbank de door de officier van justitie geëiste straf passend en geboden.

9.In beslag genomen voorwerpen

9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de auto met kenteken [kentekennummer] en het daarbij horende kentekenbewijs terug te geven aan de verdachte en de overige in beslag genomen voorwerpen verbeurd te verklaren.
9.2.
Standpunt verdediging
De verdachte heeft verwezen naar de bij de raamwerkovereenkomst gevoegde beslaglijst en zich op het standpunt gesteld dat overeenkomstig moet worden besloten.
9.3.
Beoordeling
De rechtbank beslist ten aanzien van de in beslag genomen goederen conform de in bijlage II opgenomen beslaglijst.
Ten aanzien van de in beslag genomen auto (Seat Leon) met kenteken [kentekennummer] en het kentekenbewijs [nummer kentekenbewijs] zal worden beslist tot teruggave aan de verdachte.
Ten aanzien van de in beslag genomen gegevensdragers, notitieblok, paper wallets, geldtelmachine, het contante geld (€ 13.750) en de bitcoins (BTC 2.17655936, BTC 0.72000000) beslist de rechtbank dat deze verbeurd verklaard zullen worden. De contante gelden en bitcoins behoren aan de verdachte toe en zijn geheel of grotendeels door middel van de strafbare feiten verkregen. Daarbij zijn de bewezen feiten met behulp van de gegevensdragers en de geldtelmachine begaan.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 22c, 22d, 33, 33a, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 101 (honderdeen) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, conform de in bijlage II bijgevoegde beslaglijst;
te weten;
verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten:
  • gegevensdragers;
  • notitieblok;
  • paper wallets;
  • geldtelmachine;
  • contant geld € 13.750;
  • BTC 2.17655936 = 19.258,89 euro
  • BTC 0.72000000 = 6.370,79 euro
gelast de teruggave aan verdachte van:
  • kentekenbewijs [nummer kentekenbewijs] ;
  • Seat Leon, [kentekennummer] .
Dit verkorte vonnis is gewezen door mr. J. de Lange, voorzitter,
en mrs. H. Wielhouwer en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.T.C.J.M. de Jongh, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 21 juni 2024.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 maart 2017 tot en met 23 augustus 2017 te Zoetermeer en/of Nootdorp althans elders in Nederland, (telkens) (van) voorwerpen, te weten (van) een (groot) aantal geldbedragen
- een (contante) geldbedrag(en) van EUR 4.758,95 en/of een of meer (contante) geldbedrag(en) en/of cryptovaluta en/of
- een (contante) geldbedrag(en) van EUR 5.263,16 en/of een of meer (contante) geldbedrag(en) en/of cryptovaluta en/of
- een (contante) geldbedrag(en) van EUR 30.736,84 en/of een of meer (contante) geldbedrag(en) en/of cryptovaluta en/of
- een (contante) geldbedrag(en) van EUR 842,11 en/of een of meer (contante) geldbedrag(en) en/of cryptovaluta en/of
- een (contante) geldbedrag(en) van EUR 5.263,16 en/of een of meer (contante) geldbedrag(en) en/of cryptovaluta en/of
- een (contante) geldbedrag(en) van EUR 10.531,00 en/of een of meer (contante) geldbedrag(en)
althans een of meer (contante) geldbedragen en/of cryptovaluta met een totale waarde van in totaal (ten minste) EUR 57.395,22
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbenden op die
voorwerpen waren, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie die voorwerpen voorhanden hebben gehad
en/of
- heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of gebruikt heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 23 januari 2018 te Zoetermeer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander althans alleen,
(telkens) (van) voorwerpen, te weten (van) een (groot) aantal geldbedragen en/of (van) voorwerpen, te weten
- een (contante) geldbedrag(en) van EUR 13.750,00 en/of een of meer (contante) geldbedrag(en) (goednummer [beslagnummer 1] ) en/of
- 2.17655936 bitcoins en/of een hoeveelheid cryptovaluta (goednummer [beslagnummer 2] ) en/of
- 0.72000000 bitcoins en/of een hoeveelheid cryptovaluta (goednummer [beslagnummer 3] )
althans (van) een of meer (contante) geldbedrag(en) en/of voorwerp(en)
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding,
de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbenden op die voorwerpen waren, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie die voorwerpen voorhanden hebben gehad
en/of
- heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of gebruikt heeft gemaakt,
terwijl hij wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.