Op 25 juli 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht. De beschikking betreft een voorlopige ondertoezichtstelling en een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van vier minderjarigen, te weten [minderjarige 1], [minderjarige 2], [minderjarige 3] en [minderjarige 4]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de fysieke en sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen, en dat er aanwijzingen zijn voor problematiek bij de ouders, waaronder LVB-problematiek en een belast verleden van de moeder. De Raad heeft verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van drie maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 3] in een crisisopvang.
De kinderrechter oordeelt dat er een ernstig vermoeden bestaat dat de grond voor een ondertoezichtstelling is vervuld, en dat de veiligheid van de kinderen in het geding is. Daarom is een voorlopige ondertoezichtstelling noodzakelijk. De kinderen worden voorlopig onder toezicht gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, en [minderjarige 3] wordt met spoed uit huis geplaatst. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een zitting gepland voor verdere behandeling van de zaak op 6 augustus 2024.
De beschikking is openbaar uitgesproken op 25 juli 2024 door kinderrechter A.A.J. de Nijs, met mr. R. Spaans als griffier. Hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.