Uitspraak
Getuigenverzoeken
voor 1 oktober 2024aan de rechter-commissaris kenbaar te maken.
Rechtbank Rotterdam
Op 16 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een tussenuitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van witwassen. De rechtbank heeft verzoeken van de verdediging om getuigen te horen die gebruik hebben gemaakt van EncroChat- en SkyECC-accounts toegewezen. De verdediging had verzocht om deze getuigen te horen in verband met vermeende witwastransacties. De officier van justitie had de verzoeken afgewezen, verwijzend naar de zes-stappenjurisprudentie en het gebrek aan onderbouwing van het verdedigingsbelang. De rechtbank oordeelde echter dat de verdediging recht heeft op het horen van deze getuigen, omdat het gaat om contacten die de verdachte zou hebben gehad via de genoemde accounts. De rechtbank benadrukte dat het feit dat de verdachte geen verklaring heeft afgelegd, geen reden is om de verdediging de kans te ontnemen om haar zaak te onderbouwen. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rechter-commissaris voor verdere uitvoering van de getuigenverhoren en heeft de officier van justitie opgedragen om voor 1 oktober 2024 te rapporteren over de identificatie van de getuigen. Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek om een reclasseringsrapport afgewezen, omdat de verdachte momenteel in het buitenland verblijft en er onvoldoende duidelijkheid is over haar vindbaarheid.