In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 24 juli 2024, is de voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2012, aan de orde. De kinderrechter heeft deze beslissing genomen naar aanleiding van een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, die grote zorgen heeft over de opvoedsituatie en de geestelijke gezondheid van de minderjarige en zijn moeder. De moeder is belast met het ouderlijk gezag en de minderjarige woont bij haar. Er zijn al lange tijd zorgen over de mentale gezondheid van de moeder en de opvoedsituatie van de minderjarige, die in het verleden getuige is geweest van huiselijk geweld en suïcidale uitspraken heeft gedaan. De kinderrechter oordeelt dat er een ernstig vermoeden bestaat dat de grond voor een ondertoezichtstelling is vervuld, zoals vastgelegd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. Hulpverlening in het vrijwillig kader is onvoldoende gebleken, en er is behoefte aan een jeugdbeschermer die de belangen van de minderjarige kan waarborgen.
De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige voorlopig onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, met ingang van 24 juli 2024 tot 24 oktober 2024. Tevens is er een verhoor gepland op 5 augustus 2024, waar de Raad, de GI en de belanghebbende aanwezig moeten zijn. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door de kinderrechter in aanwezigheid van de griffier.