ECLI:NL:RBROT:2024:6949

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
26 juli 2024
Zaaknummer
C/10/683251 / JE RK 24-1657
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van geestelijke gezondheid en opvoedsituatie

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 24 juli 2024, is de voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2012, aan de orde. De kinderrechter heeft deze beslissing genomen naar aanleiding van een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, die grote zorgen heeft over de opvoedsituatie en de geestelijke gezondheid van de minderjarige en zijn moeder. De moeder is belast met het ouderlijk gezag en de minderjarige woont bij haar. Er zijn al lange tijd zorgen over de mentale gezondheid van de moeder en de opvoedsituatie van de minderjarige, die in het verleden getuige is geweest van huiselijk geweld en suïcidale uitspraken heeft gedaan. De kinderrechter oordeelt dat er een ernstig vermoeden bestaat dat de grond voor een ondertoezichtstelling is vervuld, zoals vastgelegd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. Hulpverlening in het vrijwillig kader is onvoldoende gebleken, en er is behoefte aan een jeugdbeschermer die de belangen van de minderjarige kan waarborgen.

De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige voorlopig onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, met ingang van 24 juli 2024 tot 24 oktober 2024. Tevens is er een verhoor gepland op 5 augustus 2024, waar de Raad, de GI en de belanghebbende aanwezig moeten zijn. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door de kinderrechter in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaaknummer: C/10/683251 / JE RK 24-1657
datum uitspraak: 24 juli 2024
Beschikking van de kinderrechter over een voorlopige ondertoezichtstelling
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2012 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

De kinderrechter neemt het verzoekschrift van de Raad met bijlage, ontvangen op 24 juli 2024, mee in haar beoordeling.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] woont bij de moeder.

3.Het verzoek

De Raad verzoekt de voorlopige ondertoezichtstelling van [minderjarige] voor de duur van drie maanden, met benoeming van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna: de GI) tot uitvoerder daarvan.

4.De beoordeling

4.1.
De Raad stelt dat beide ouders met het ouderlijk gezag over [minderjarige] zijn belast. Uit de door de Raad overgelegde stukken volgt echter niet de vader mede met het gezag is belast.
4.2.
Op grond van de stukken komt de kinderrechter tot het oordeel dat een ernstig vermoeden bestaat dat de grond voor een ondertoezichtstelling is vervuld (artikel 1:255 Burgerlijk Wetboek (BW)). Er zijn al lange tijd zorgen over de opvoedsituatie en de geestelijke gezondheid van [minderjarige] . Deze zorgen leven bij de school, het wijkteam en de Raad. De zorgen betreffen het isolement waarin [minderjarige] verkeert, suïcidale uitspraken die hij in het verleden heeft gedaan en zijn aanhoudende somberheid. In het verleden is hij getuige geweest van huiselijk geweld tussen zijn ouders. Op dit moment is [minderjarige] al twee weken niet buiten geweest en lijkt hij een groot deel van de dag te gamen. Zijn moeder weigert contact met het wijkteam om afspraken te maken over een dagbesteding tijdens de vakantie voor [minderjarige] . Ook wil de moeder geen contact meer met de Raad. Er zijn ook al lange tijd grote zorgen over de mentale gezondheid van de moeder. Moeder ziet de zorgen over haar zoon niet in en onderneemt daardoor geen actie om deze zorgen weg te nemen. Hulpverlening in het vrijwillig kader is onvoldoende toereikend gebleken en een jeugdbeschermer kan de belangen van [minderjarige] voorop gaan stellen en toezien op zijn geestelijke en lichamelijke welzijn. Er moet ook meer zicht komen op de pedagogische vaardigheden van de moeder
4.3.
Een voorlopige ondertoezichtstelling is noodzakelijk om een acute en ernstige bedreiging voor [minderjarige] weg te nemen. [minderjarige] zal voorlopig onder toezicht worden gesteld voor de duur van drie maanden (artikel 1:257 BW).

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
stelt [minderjarige] voorlopig onder toezicht van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam, met ingang van 24 juli 2024 tot 24 oktober 2024;
5.2.
bepaalt dat het verhoor van de Raad, de GI en de belanghebbende in deze zaak zal plaatsvinden op
5 augustus 2024 te 16:30 uur in het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
5.3.
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. A. Verweij, kinderrechter;
5.4.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de Raad, de GI en de belanghebbende;
5.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2024 door
mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. R. Spaans als griffier, en op schrift gesteld op 26 juli 2024.